18 JULI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2008 tot toekenning van subsidies voor afvalpreventie en -beheer aan de plaatselijke besturen
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 14 van het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2008 tot toekenning van subsidies voor afvalpreventie en -beheer aan de plaatselijke besturen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 juni 2016, wordt vervangen door hetgeen volgt:
"Art. 14. De subsidie van de acties bedoeld in artikel 12, 1°, stemt overeen met het volgende bedrag:
1° voor acties, georganiseerd op intergemeentelijke schaal in overleg met het Gewest: maximum 30 cent per inwoner en zestig percent van de kostprijs van de acties;
2° voor de acties, beslist en uitgevoerd op gemeentelijke schaal: maximum 30 cent per inwoner en per jaar en zestig percent van de kostprijs van de acties, met een minimum van 1.500 euro.
Het maximumbedrag bedoeld in lid 1, 2°, wordt vermeerderd als volgt:
1° tien percent wanneer de gemeente beschikt over een lokale "Agenda 21";
2° vijftig percent per inwoner wanneer de gemeente het stappenplan "Zéro déchet" bedoeld in bijlage 2 uitvoert en van zijn voornemen kennis geeft aan het bestuur, uiterlijk op 30 oktober van het jaar voorafgaand aan de uitvoering van de acties.
Het aantal inwoners wordt vastgesteld op grond van het bevolkingscijfer vastgesteld door de federale Minister bevoegd voor Economische Zaken, op 1 januari van het jaar van uitvoering van de actie.
De personeelskosten voor de preventieve acties aangewend, zijn subsidiabel overeenkomstig artikel 1.".
Art.2. In de bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 juni 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) het woord "campagnes" wordt vervangen door het woord "acties";
b) twee kolommen met als respectievelijk opschrift "Type preventieactie" en "Prioritair thema en onderwerp" worden ingevoegd tussen kolom 1, Actienummer, en kolom 2, Opschrift van de actie.
Art.3. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een bijlage, luidend als volgt :
"Bijlage 2. Stappenplan "Zéro Déchet".
Het stappenplan "Zéro déchet" vereist minstens de uitvoering van de acties voor zorgvuldig bestuur bedoeld onder 1°, evenals minstens drie concrete acties in verband met de verschillende afvalstromen en de verschillende doelpublieken in 2°.
1° Zorgvuldig bestuur.
a) de inrichting van een intern werkteam van het type Eco-team in de gemeente;
b) de invoering van een begeleidingscomité, samengesteld uit de betrokken middenveldorganisaties van de gemeente met als taak het uitbrengen van adviezen over de overwogen acties en de beoordeling ervan;
c) de vaststelling van een gestructureerd actieplan samen met indicatoren;
d) de verspreiding van de preventieacties bepaald op gewestelijk niveau;
e) de kosteloze terbeschikkingstelling van de goede praktijken van de gemeente;
f) de beoordeling van de gevolgen van de acties op de productie en de inzameling van de afvalstoffen vanaf 2021.
2° maatregelen en acties.
a) de uitvoering van minstens twee acties die onder de stap "voorbeeldfunctie van de gemeentelijke instellingen" vallen, inzake enerzijds de inperking van voedselverliezen en -verspilling en anderzijds één of meerdere andere afvalfracties;
b) het sluiten van een samenwerkingsverband met de handelszaken van het grondgebied inzake afvalstoffenpreventie met minstens één actie tot inperking van het gebruik van éénmalige verpakkingen, in het bijzonder plastic verpakkingen, en tot bevordering van het gebruik van herbruikbare verpakkingen;
c) het sluiten van een samenwerkingsverband met minstens één actor uit de sociale economie voor of met het oog op de organisatie van de inzameling van herbruikbare voorwerpen en de voorbereiding van het hergebruik ervan;
d) de invoering van gestructureerde acties ter voorlichting, animatie en opleiding waarbij meerdere doelpublieken worden aangesproken en minstens twee fracties van gemeentelijke afvalstoffen.
De Minister kan de criteria nader omschrijven en bijkomende voorwaarden vaststellen.".
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020 en is van toepassing op de vanaf die datum uitgevoerde subsidiabele acties.
Art. 5. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.