18 JULI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot invoeging van bepalingen betreffende de hulp aan de woonwagenbewoners in het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid
Art. 1-5
BIJLAGEN.
Art. N1-N4
Artikel 1. Dit besluit regelt krachtens artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.
Art.2. In het tweede deel, Boek II, van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, wordt een Titel VIII die de artikelen 235/12 tot 235/21 omvat, ingevoegd, luidend als volgt :
"TITEL IX. - Hulp aan de woonwagenbewoners
HOOFDSTUK 1. - Organisme gespecialiseerd voor bemiddeling met woonwagenbewoners
Afdeling 1. - Erkenning
Onderafdeling 1. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 235/12. Het organisme gespecialiseerd voor bemiddeling met woonwagenbewoners beschikt over een ploeg met minstens een directeur van master niveau, tweede voltijdse equivalenten van bachelor niveau en drie administratieve voltijdse equivalenten van minimum het niveau van het hoger secundair onderwijs.
Onderafdeling 2. - Erkenningsprocedure
Art. 235/13. De erkenningsaanvraag wordt bij de Administratie en voor de eerste erkenning uiterlijk op 31 augustus 2019 ingediend.
Overeenkomstig artikel 149/5 van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid omvat het aanvraagdossier:
1° de identiteit van de persoon die de vereniging of de Stichting zoals bedoeld in artikel 149/3, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek vertegenwoordigt, en de beschrijving van de samenstelling van de bestuursorganen ervan;
2° de statuten van de vereniging of de Stichting alsook de laatste jaarlijkse goedgekeurde rekeningen;
3° de activiteitenzetel van de vereniging of de Stichting zoals bedoeld in artikel 146/3, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;
4° de naam, titels, diploma's en kwalificaties alsook de functies van de personeelsleden en vrijwilligers;
5° een beschrijving van de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 149/4 van het decreetgevend deel van het Wetboek;
6° het activiteitenverslag van de laatste drie jaar zoals bedoeld in artikel 149/3, 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek.
Art. 235/14. Binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag stuurt de Administratie een bericht van ontvangst.
De Administratie gaat na of de aanvraag volledig is en verzoekt, in voorkomend geval, binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag om de toezending van de ontbrekende stukken of gegevens.
Indien aan het verzoek van de Administratie niet binnen 30 dagen gevolg wordt gegeven, wordt de erkenningsaanvraag onontvankelijk verklaard.
Binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag of binnen tien dagen, als de Administratie de instelling om de toezending van de ontbrekende stukken of gegevens heeft verzocht, deelt de Administratie de instelling per zending mee dat dat de aanvraag volledig en ontvankelijk is.
Wanneer de voor het onderzoek van de erkenningsaanvraag nodige gegevens bij authentieke bronnen beschikbaar zijn, zamelt de Administratie die gegevens rechtstreeks bij de authentieke bronnen in en verwittigt de aanvrager.
Indien slechts één aanvraag volledig en ontvankelijk is, verifieert de Administratie de in artikel 149/3 van het Wetboek bedoelde erkenningsvoorwaarden en maakt zij het dossier aan de Minister over. Indien meerdere aanvragen volledig en ontvankelijk zijn, maakt de Administratie de dossiers aan de leden van de jury over.
Art. 235/15. In het geval bedoeld in artikel 149/6, tweede lid, van het decreetgevend deel van Wetboek, roept de Administratie een jury bijeen die als volgt is samengesteld:
1° een vertegenwoordiger van de Minister;
2° een vertegenwoordiger van de Administratie;
3° een vertegenwoordiger van de "Union des villes et des Communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten).
De jury kan elke persoon uitnodigen wiens expertise nuttig is voor de selectie.
Art. 235/16. De Minister beslist over de aanvraag binnen één maand te rekenen van de ontvangst van het advies van de jury of na ontvangst van het door de Administratie gezonden dossier.
De beslissing wordt bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, medegedeeld.
Onderafdeling 3. - Intrekking
Art. 235/17. In geval van niet-naleving van de bepalingen bepaald in Titel VII van Boek I van het tweede deel van het decreetgevend deel van het Wetboek of van de krachtens dit Wetboek bepaalde bepalingen richt de Administratie een voorstel tot intrekking van de erkenning bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, aan de instelling bedoeld in artikel 149/2 van het decreetgevend deel van het Wetboek.
Het voorstel tot intrekking vermeldt de motieven op grond waarvan ze gerechtvaardigd wordt.
De instelling beschikt met ingang van de datum van ontvangst van het voorstel tot intrekking over een termijn van dertig dagen om haar schriftelijke opmerkingen aan de Administratie te richten.
De Administratie vult het dossier aan met de schriftelijke opmerkingen, met alle door haar ingezamelde gegevens en stukken en met het proces-verbaal van verhoor van de vertegenwoordiger van de instelling. Het volledige dossier wordt aan de vertegenwoordiger van de instelling overgemaakt.
Daartoe roept ze de vertegenwoordiger van de instelling op bij aangetekend schrijven of bij elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, en vermeldt ze de plaats, de dag en het uur van de hoorzitting.
De oproeping vermeldt de mogelijkheid om zich door een raadsman te laten bijstaan.
De weigering te verschijnen of zijn verweermiddelen aan te voeren wordt in het proces-verbaal van verhoor geacteerd.
De beslissing tot intrekking wordt bij aangetekend schrijven of elk middel waarbij een vaste datum aan de zending wordt verleend, aan de instelling medegedeeld.
Afdeling 2. - Subsidiëring
Art. 235/18. § 1. Voor het personeel van de in artikel 235/1 bedoelde ploeg is het bedrag van de subsidie gelijk aan de personeelskosten volgens de loonschalen bedoeld in bijlage 139.
Het deel van de subsidie gerechtvaardigd door de werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid, evenals de kosten voor het vakantiegeld, de eindejaarspremie, de andere verscheidene onkosten en de andere wettelijke verplichtingen inzake personeelsonkosten wordt beperkt tot 50 % van het brutoloon.
§ 2. De werkingskosten voor de opdrachten van de instelling worden in aanmerking genomen voor zover ze niet meer dan euro 35.000 per jaar bedragen.
§ 3. De subsidies die bezoldigingen of daarmee gelijkgestelde kosten vormen, vallen onder de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.
De subsidies ter dekking van de werkingskosten vallen onder de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, subsidies en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
HOOFDSTUK II. - Onthaal van de woonwagenbewoners
Art. 235/19. De modellen van huishoudelijk reglement voor de onthaalplaatsen en de tijdelijke onthaalplaatsen worden in bijlage 140 vermeld.
Art. 235/20. Het model van aanvraag tot machtiging voor de tijdelijke onthaalplaatsen die niet door de gemeenten worden beheerd, wordt vermeld in bijlage 141.
HOOFDSTUK III. - Subsidiëring van de gemeenten
Art. 235/21. De gemeenten die over een onthaalplaats beschikken, ontvangen een jaarlijkse subsidie van 30 000 euro.
De toegekende subsidie dekt de personeelskosten en de werkingskosten. De subsidie valt onder de toepassing van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, subsidies en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Om in aanmerking te komen voor deze subsidie, dienen de gemeenten voor 31 augustus van het jaar voor het begrotingsjaar een subsidieaanvraag volgens het in bijlage 142 vermelde model alsook een voorbegroting in, die de verschillende lasten vermeldt voor de periode waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
Naast het in artikel 12/2 bedoelde bewijsdossier verstrekken de gemeenten een statistisch overzicht van de groepen die tijdens het kalenderjaar zijn onthaald. De Minister bepaalt de minimale gegevens die in dit overzicht worden vermeld.".
Art.3. In hetzelfde Wetboek worden vier bijlagen 139 tot 142 ingevoegd, die als bijlagen 1 tot 4 bij dit besluit gaan.
Art.4. Het besluit van de executieve van de Franse Gemeenschap van 1 juli 1982 tot vaststelling van de voorwaarden onder dewelke toelagen mogen verleend worden aan provincies, aan gemeenten, agglomeraties, federaties en verenigingen van gemeenten en aan ondergeschikte besturen, tot verkrijging, inrichting en uitbreiding van kampeerterreinen ten voordele van nomaden wordt opgeheven.
Art.5. De Minister van Sociale Actie is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGEN.
Art. N1. "Bijlage 139 bij het reglementair deel van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid - Op de in artikel 235/8 bedoelde subsidie toepasselijke loonschaal
1° Loonschaal van directeur
Anciënniteit | Niet-geïndexeerde jaarlijkse loonschaal |
0 | 22.170,73 euro |
1 | 23.257,00 euro |
2 | 23.257,00 euro |
3 | 24.230,01 euro |
4 | 24.230,01 euro |
5 | 25.203,01 euro |
6 | 25.203,01 euro |
7 | 26.176,02 euro |
8 | 26.176,02 euro |
9 | 27.149,03 euro |
10 | 27.511,05 euro |
11 | 28.484,06 euro |
12 | 28.484,06 euro |
13 | 29.457,06 euro |
14 | 29.457,06 euro |
15 | 30.430,07 euro |
16 | 30.430,07 euro |
17 | 31.403,08 euro |
18 | 31.403,08 euro |
19 | 32.376,08 euro |
20 | 32.376,08 euro |
21 | 33.349,12 euro |
22 | 33.349,12 euro |
23 | 34.322,12 euro |
Anciënniteit | Niet-geïndexeerde jaarlijkse loonschaal |
0 | 16.462,78 euro |
1 | 17.661,12 euro |
2 | 17.661,12 euro |
3 | 18.193,62 euro |
4 | 18.193,62 euro |
5 | 18.726,12 euro |
6 | 18.726,12 euro |
7 | 21.341,10 euro |
8 | 21.341,10 euro |
9 | 21.884,14 euro |
10 | 22.246,14 euro |
11 | 22.789,20 euro |
12 | 22.789,20 euro |
13 | 23.332,23 euro |
14 | 23.332,23 euro |
15 | 23.875,27 euro |
16 | 25.745,85 euro |
17 | 26.288,89 euro |
18 | 26.288,89 euro |
19 | 26.831,92 euro |
20 | 26.831,92 euro |
21 | 27.374,98 euro |
22 | 27.374,98 euro |
23 | 27.918,02 euro |
24 | 27.918,02 euro |
25 | 28.461,08 euro |
26 | 28.461,08 euro |
27 | 29.004,11 euro |
Anciënniteit | Niet-geïndexeerde jaarlijkse loonschaal |
0 | 13.701,00 € |
1 | 14.854,77 € |
2 | |
3 | 15.111,76 € |
4 | 15.240,27 € |
5 | 15.368,78 € |
6 | 15.679,39 € |
7 | 15.990,00 € |
8 | |
9 | 16.611,20 € |
10 | 17.276,86 € |
11 | 17.587,48 € |
12 | 17.898,09 € |
13 | 18.208,70 € |
14 | 18.519,28 € |
15 | 18.829,89 € |
16 | 19.140,50 € |
17 | 19.455,50 € |
18 | 19.772,24 € |
19 | 20.088,94 € |
20 | 20.405,70 € |
21 | 20.722,41 € |
22 | 21.039,14 € |
23 | 21.355,90 € |
24 | 21.672,61 € |
25 | 21.989,35 € |
26 | 22.306,05 € |
27 | 22.622,81 € |
28 | 22.939,52 € |
29 | 23.256,25 € |
Opgemaakt door : (Naam - Voornaam - Functie) | Op |
Handtekening: ". |