Artikels:
HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de biomassa : de plantaardige grondstoffen;
2° de thermische transmissiecoëfficiënt[1 ...]1, U : hoeveelheid warmte die in een stationaire toestand doorheen een vlak constructiedeel gaat, per eenheid van oppervlakte, gedeeld door de eenheid van temperatuurverschil tussen de omgevingen aan beide zijden van het constructiedeel, in W/m2K;
[1 2° /1 de warmteweerstandscoыfficiыnt, R, : de coыfficiыnt bepaald overeenkomstig bijlage B1 bij het besluit van de Waalse regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen, in m2K/W;]1
3° de eindenergie : het energieverbruik van een gebouw, waarbij rekening wordt gehouden met de netto behoefte aan verwarming en de productie van sanitair warm water, het rendement van verwarmingssystemen, de productie van sanitair warm water en hulpvoorzieningen, en eventueel het rendement van een airconditioningsysteem, plus de productie van thermische zonnepanelen.[1 Deze eindenergie houdt geen rekening met de omzettingsrendementen van de energievectoren en de zelfproductie van fotovoltaяsche zonnepanelen]1;
4° de functionaliteit op aanvraag : de mogelijkheid om de ventilatiedebieten te variëren met behulp van collectoren in functie van de behoeften zoals bepaald in de bijlage bij het ministerieel besluit van 16 oktober 2015 tot bepaling van de waarden van de verminderingsfactor voor de ventilatie bedoeld in bijlage A1 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen;
5° [1 ...]1
6° de warmteterugwinning : een vorm van warmteoverdracht tussen de afvoer- en verse luchtstromen in het gebouw;
[1 ...]1
7° de Verordening 812 : de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 812/2013 van de Commissie van 18 februari 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van waterverwarmingstoestellen, warmwatertanks en pakketten van waterverwarmingstoestellen en zonne-energie-installaties betreft;
8° de Verordening 813 : de Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie van 2 augustus 2013 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen betreft;
9° de verordening 814 : de Verordening (EU) nr. 814/2013 van de Commissie van 2 augustus 2013 tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor waterverwarmingstoestellen en warmwatertanks betreft.
10° De Mededeling 2014/C 207/02 : de Mededeling 2014/C 207/02 van de Commissie in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 813/2013 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen betreft, en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 811/2013 van de Commissie ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van ruimteverwarmingstoestellen, combinatieverwarmingstoestellen, pakketten van ruimteverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties en pakketten van combinatieverwarmingstoestellen, temperatuurregelaars en zonne-energie-installaties betreft;
10° de Mededeling 2014/C 207/03 : de Mededeling 2014/C 207/03 van de Commissie in het kader van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 814/2013 van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad wat eisen inzake ecologisch ontwerp voor waterverwarmingstoestellen en warmwatertanks betreft, en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 812/2013 van de Commissie ter aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de energie-etikettering van waterverwarmingstoestellen, warmwatertanks en pakketten van waterverwarmingstoestellen en zonne-energie-installaties betreft.
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
Art.2. Alle investeringen bedoeld in dit besluit voldoen aan de voorschriften van het koninklijk besluit van 29 januari 2007 betreffende de beroepsbekwaamheid voor de uitoefening van zelfstandige activiteiten van het bouwvak en van de elektrotechniek, alsook van de algemene aanneming.
Art.3.§ 1. Met uitzondering van de in [1 artikel 4]1 bedoelde premie moet de woning waarvoor de premie wordt betaald, voldoen aan de volgende minimumeisen inzake veiligheid[2 ...]2 :
1° de conformiteit van de elektrische installatie met de geldende reglementeringen;
2° de conformiteit van de gasinstallatie met de geldende reglementeringen;
3° [2 ...]2
4° de stabiliteit van de draagstructuur van het gebouw, met inbegrip van vloeren, muren, vloeren, plafonds, trappen, dakstructuur en funderingen
5° [2 ...]2
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, als de woning waarvoor de premie wordt betaald niet is bezet op de datum van de registratie van het auditrapport door de auditor, worden de minimale eisen bepaald in paragraaf 1,[2 ...]2 nageleefd op het ogenblik van de bezetting en uiterlijk binnen vierentwintig maanden [2 na bevestiging van ontvangst van de eerste aanvraag voor de premie voor werken]2.
Alvorens de woning waarvoor de premie wordt betaald, te bezetten en uiterlijk 24 maanden na de registratie van het eerste rapport over de opvolging van de werken, levert de aanvrager aan de administratie het bewijs dat aan de in het paragraaf 1, 1° en 2° bedoelde minimumeisen is voldaan, door overlegging van conformiteitsattesten.
§ 3. De minimale bewoonbare oppervlakte van de woning waarvoor de premie wordt betaald is 15 m2.
[3 § 4 De premies bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7 van het ministerieel besluit van 27 mei 2019 worden toegekend op voorwaarde dat het dak of het dakgebinte geïsoleerd wordt overeenkomstig de technische criteria bedoeld in artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit. ]3
----------
(1)<MB 2019-08-20/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 21-08-2019>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(3)<MB 2025-03-31/03, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 3/1. [1 De met deze werken verbonden werken bedoeld in artikel 1, 10А /3 van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning, bevatten:
1° voor werken met betrekking tot het dak: de werken bedoeld in 3А en 6А van de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning;
2° voor werken met betrekking tot muren: de werken bedoeld in 4°, a) en b) en 7° van de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning;
3° voor werken met betrekking tot vloeren: de werken bedoeld in 4°, c) en 8° van de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
HOOFDSTUK 2. - Steun voor de uitvoering van een audit en energiebesparende investeringen en renovatie van een woning
Afdeling 1. - Het auditrapport
Art.4.Een premie wordt toegekend voor de voltooiing van het rapport over de basismodule van een audit van het type 1, 2, 3 of 4, uitgevoerd overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning en de artikelen 2 tot en met 5 van het ministerieel besluit van 27 mei 2019 tot bepaling van de verschillende categorieën energie-audit bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning. Het basisbedrag van de premie is [2 [3 76 euro]3]2.
[2 ...]2
----------
(1)<MB 2022-05-18/11, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(3)<MB 2025-03-31/03, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Afdeling 2. - De dakwerken
Art.5.Er wordt een premie toegekend voor de vervanging van de dakbedekking.
Het basisbedrag van de premie is [1 [2 4 euro]2]1 per m2 vervangen dakbedekkingsoppervlak.
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art.6.Er wordt een premie toegekend voor de aanpassing [1 van het (de) gebinte(n) van de woning(en)]1.
Het basisbedrag van de premie is [2 100 euro]2.
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 7, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art.7.Er wordt een premie toegekend voor de vervanging van [1 (een) voorziening (en) voor de opvang of de afvoer van het regenwater van de woning of de woningen]1 met uitzondering van opslagvoorzieningen.
Het basisbedrag van de premie is [2 40 euros]2.
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 8, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 5, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
Afdeling 3. - Droogmaking, stabilisatie en sanering van de muren en de bodem
Onderafdeling 1. - Droogmaking van de muren
Art.8.[2 ...]2 Een premie wordt toegekend voor de droogmaking van de muren om de volgende waterdichtingsfouten te verhelpen :
1° infiltratie (buitenmuren);
2° opstijgend vocht.[1 (muurvoet)]1
Het basisbedrag van de premie voor de investeringen bedoeld in lid 1, 1°, bedraagt [1 [2 2,4 euro]2]1 per m2 gedroogde oppervlakte.
Het basisbedrag van de premie voor de investeringen bedoeld in lid 1, 2°, bedraagt [1 [2 3,2 euro]2]1 per strekkende meter muurvoet.
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Onderafdeling 2. - Versterking van onstabiele buitenmuren of vernieling en volledige heropbouw van deze muren
Art.9.Er wordt een premie toegekend voor de versterking van onstabiele buitenmuren of de vernieling en de volledige heropbouw van deze muren.
Het basisbedrag van de premie is [1 3,2 euro]1per m2.
----------
(1)<MB 2025-03-31/03, art. 7, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Onderafdeling 3. - Vervanging van de dragers (balklagen, holle vloerplaten, enz...) van de doorloopruimtes in één of meer lokalen
Art.10.Er wordt een premie toegekend voor de vervanging van de dragers van de doorloopruimtes in één of meer lokalen met inbegrip van de vervanging van de doorloopruimtes en de onderlagen, alsmede van de plinten, als gevolg van de vervanging van de dragers.
De premie voor de vervanging van de doorloopruimtes en de onderlagen, alsmede van plinten die het gevolg zijn van thermische isolatiewerkzaamheden aan de vloerplaat, mag niet worden gecumuleerd met de premie voor de vervanging van doorloopruimtess en onderlagen, alsmede van de plinten bedoeld in het eerste lid.
Het basisbedrag van de premie is [1 2 euro]1 per m2.
----------
(1)<MB 2025-03-31/03, art. 8, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Onderafdeling 4. - Werken ter verwijdering van de huiszwam of van elke schimmel met soortgelijke gevolgen, door vervanging of behandelingen van de aangetaste onroerende bestanddelen
Art.11.Er wordt een premie toegekend voor de uitvoering van werken ter verwijdering van de huiszwam of van elke schimmel met soortgelijke gevolgen, door vervanging of behandelingen van de aangetaste onroerende bestanddelen
Het basisbedrag van de premie is [1 [2 140 euro ]2-1.
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 10, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 9, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Onderafdeling 5. - Werken van aard om het radon te verwijderen
Art.12.Er wordt een premie toegekend voor de uitvoering van werken van aard om het radon te verwijderen, voor zover deze werken door de bevoegde overheid worden aanbevolen.
Het basisbedrag van de premie is [1 [2 140 euro]2]1.
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 10, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Afdeling 4. - Aanpassing van de elektriciteits- en gasinstallatie
Art.13.Er wordt een premie toegekend voor de aanpassingswerken van de elektriciteitsinstallatie
Het basisbedrag van de premie is [1 [2 320 euro]2]1.
[1 Om te valideren dat de elektrische installatie in overeenstemming is gebracht, moet de aanvrager bij de aanvraag voor de premie voor werken een kopie voegen van het conformiteitsattest dat door het erkende orgaan, indien van toepassing, is afgegeven nadat de werkzaamheden van het in overeenstemming brengen zijn uitgevoerd.]1
----------
()<MB 2023-06-29/19, art. 12, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 11, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
Art.14.Er wordt een premie toegekend voor de aanpassingswerken van de gasinstallatie
Het basisbedrag van de premie is [1 [2 140 euro]2]1
[1 Om de in conformiteit brengen van de gasinstallatie te valideren, stuurt de aanvrager een afschrift van het Conformiteitsattest dat is afgegeven door de erkende instantie of door de ondernemer die over de gasvergunning (label CERGA) beschikt, in voorkomend geval, nadat de werkzaamheden voor het in conformiteit brengen zijn uitgevoerd.
De ondernemer die over de gasvergunning (label CERGA) beschikt, valideert het in conformiteit brengen van de gasinstallatie alleen maar als hij de aanpassingswerkzaamheden zelf heeft uitgevoerd]1
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 13, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 12, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Afdeling 5. - Investeringen betreffende de verbetering van de energieprestatie van de enveloppe
Onderafdeling 1. - Isolatie van het dak, de muren en de vloer
Art.15.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van het dak of het dakgebinte in contact met de buitenomgeving [1 of een onverwarmde ruimte die beschermd is tegen vorst of een onverwarmde ruimte die niet beschermd is tegen vorst of een vloer]1, op voorwaarde dat [2 de investering is gedaan met een materiaal met thermische weerstandscoëfficiënt R groter dan of gelijk aan 5,00 m2K/W.]2.
§ 2. Er wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van de muren [2 ...]2 in contact met de buitenomgeving [1 of een onverwarmde ruimte die beschermd is tegen vorst of een onverwarmde ruimte die niet beschermd is tegen vorst of een vloer]1 , op voorwaarde dat [2 de investering is gedaan met een materiaal met thermische weerstandscoëfficiënt R groter dan of gelijk aan 3,50m2K/W.]2.
[2 Voor premieaanvragen ingediend op of na 1 juli 2024 wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van muren die in contact staan met de buitenomgeving (een onverwarmde ruimte die beschermd is tegen vorst of een onverwarmde ruimte die niet beschermd is tegen vorst of een vloer - Wijzigingsbesluit van 4 december 2020, art.1) op voorwaarde dat de investeringen worden uitgevoerd met een materiaal waarvan de thermische weerstandscoëfficiënt R groter is dan of gelijk is aan 4,00 m2K/W.]2
§ 3.[2 Er wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van de vloer die in contact staat met de buitenomgeving, een onverwarmde ruimte die beschermd is tegen vorst of een onverwarmde ruimte die niet beschermd is tegen vorst of een vloer op voorwaarde dat voor de investeringen gebruik wordt gemaakt van een materiaal met een thermische weerstandscoëfficiënt R van ten minste 3,50 m2K/W.]2
§ 4. [2 De geïsoleerde wand bestaat op de dag van het bezoek van de auditor;]2
[2 §5. het isolatiemateriaal waarvoor de premie wordt aangevraagd, mag in verschillende lagen worden gelegd.
In dit geval is de som van de thermische weerstanden van de verschillende lagen groter dan of gelijk aan de coëfficiënt bepaald in de paragrafen 1 tot en met 3.
§ 6. Er wordt een premie toegekend voor de vervanging van de doorloopruimtes en de onderlagen, alsmede van de plinten in het geval van een thermische isolatie aan de vloerplaat.]2
[2 § 7. Het basisbedrag van de in lid 1 bedoelde premie bedraagt [3 20 euro]3 per vierkante meter geïnstalleerde isolatie. Dit bedrag is [3 26 euro]3 per vierkante meter als het biogebaseerde gehalte van het product dat gebruikt wordt als onderdeel van de investering, gemeten wordt in overeenstemming met de norm prEN 16785-2 : 2018 is groter dan of gelijk aan zeventig procent. Het bewijs wordt geleverd door een externe audit, uitgevoerd volgens de norm EN 17 065.
Het basisbedrag van de in paragraaf 2 bedoelde premie bedraagt [3 8,80 euro]3 per vierkante meter geïnstalleerde isolatie. Dit bedrag is [3 12 euro]3 per vierkante meter als het biogebaseerde gehalte van het product dat gebruikt wordt als onderdeel van de investering, gemeten wordt in overeenstemming met de norm prEN 16785-2 : 2018 is groter dan of gelijk aan zeventig procent. Het bewijs wordt geleverd door een externe audit, uitgevoerd volgens de norm EN 17 065.
Het basisbedrag van de in paragraaf 3 bedoelde premie bedraagt [3 6 euro]3 per vierkante meter geïnstalleerde isolatie. Dit bedrag is [3 8 euro]3 per vierkante meter als het biogebaseerde gehalte van het product dat gebruikt wordt als onderdeel van de investering, gemeten wordt in overeenstemming met de norm prEN 16785-2 : 2018 is groter dan of gelijk aan zeventig procent. Het bewijs wordt geleverd door een externe audit, uitgevoerd volgens de norm EN 17 065.
Het basisbedrag van de in paragraaf 6 bedoelde premie bedraagt [3 2 euro]3 per vierkante meter geïnstalleerde isolatie.]2
----------
(1)<BWG 2020-12-04/25, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(3)<MB 2025-03-31/03, art. 13, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Onderafdeling 2. - Vervanging van schrijnwerk of glaswerk
Art.16.[1 Er wordt een premie toegekend voor de vervanging van schrijnwerk of glaswerk in contact met de buitenomgeving of een onverwarmde ruimte die beschermd is tegen vorst of een onverwarmde ruimte die niet beschermd is tegen vorst.]1
[1 [2 Na voltooiing van de werkzaamheden voldoet het vervangen schrijnwerk, waarvoor de premie wordt aangevraagd, d.w.z. de deuren en het raamwerk, aan een gemiddelde thermische transmissiecoëfficiënt UD of Uw kleiner dan of gelijk aan 1,50 W/m2K, bepaald overeenkomstig bijlage B1 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen. De transparante of doorschijnende elementen die in het buitenschrijnwerk aangebracht worden, voldoen aan een thermische transmissiecoëfficiënt van 1,10 W/m2K of minder die overeenkomstig de EG-markering bepaald wordt, d.w.z. voor het glaswerk, berekend volgens de norm NBN EN 673. De premie wordt slechts toegekend als het glaswerk aan de norm NBN S23-002 voldoet.]2]1
[2 Het basisbedrag van de premie is [3 26 euro]3 per vervangen vierkante meter.]2
----------
(1)<BWG 2020-12-04/25, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(3)<MB 2025-03-31/03, art. 14, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Afdeling 6. - Systemen
Onderafdeling 1. - De systemen voor de productie van warmte en sanitair warm water
Art.17.§ 1. Een premie wordt toegekend voor de installatie of de vervanging :
1° van een warmtepomp voor de exclusieve productie van sanitair warm water;
2° van een warmtepomp voor het verwarmen van een woning of een woning in combinatie.
§ 2. Om in aanmerking te komen, moet de installatie van een warmtepomp :
1° worden geplaatst door een aannemer die gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 2, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren;
2° aan de criteria bepaald in de bijlage voldoen.
Warmtepompen voor de verwarming van een woningen of een woning in combinatie die thermische energie in de lucht uitstoten, komen niet in aanmerking voor de premie.
§ 3. Het basisbedrag van de premie, bedoeld in paragraaf 1, 1°, bedraagt [1 [2 280 euro]2 per toestel]1
Het basisbedrag van de premie, bedoeld in paragraaf 1, 2°, bedraagt [1 [2 600 euro]2per toestel]1.
[2 §4 Om de werkzaamheden voor de installatie van een warmtepomp voor sanitair warm water, verwarming of een gecombineerde warmtepomp te valideren, moet de aanvrager, indien van toepassing, bij de aanvraag voor de premie voor werken een kopie voegen van de standaardofferte voor warmtepompinstallaties, gepubliceerd op de website van de overheid, ingevuld en ondertekend door de aanvrager en de installateur.
§ 5 Met het oog op de validering van het werk, vermeld in paragraaf 1, 1°, maakt de aanvrager in voorkomend geval de volgende documenten over :
1° voor warmtepompen die onderworpen zijn aan Verordeningen nr. 812/2013 en nr. 814/2013, een kopie van het energielabel voor het geïnstalleerde apparaat, zoals gedefinieerd door Verordening nr. 812/2013 ; 2А voor warmtepompen die enkel onderworpen zijn aan Verordening nr. 814/2013, een kopie van het technische informatieblad zoals gedefinieerd door Verordening nr. 814/2013.
2° voor warmtepompen die enkel onderworpen zijn aan Verordening nr. 814/2013, een kopie van het technische informatieblad zoals gedefinieerd door Verordening nr. 814/2013.
§ 6. Met het oog op de validering van het werk, vermeld in paragraaf 1, 2°, maakt de aanvrager in voorkomend geval de volgende documenten over :
1° voor warmtepompen die enkel onderworpen zijn aan Verordening nr. 813/2013, een kopie van het volledige technische informatieblad zoals gedefinieerd door Verordening nr. 813/2013;
2° voor warmtepompen die niet onderworpen zijn aan verordening nr. 813/2013, een kopie van het testverslag uitgevoerd hetzij volgens de norm NBN EN 14511 die van kracht was op het ogenblik dat de test werd uitgevoerd, hetzij volgens de norm NBN EN 15879-1, door een laboratorium dat voldoet aan de algemene eisen vastgelegd in de norm NBN EN ISO/IEC 17025 voor het uitvoeren van tests op warmtepompen of voor een andere toepassing.
Wanneer de investering betrekking heeft op de installatie van een warmtepomp die is opgenomen in de lijst van warmtepompen die beschikbaar is op de website van de overheid, zijn de paragrafen 5 en 6 niet van toepassing.]2
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 15, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art.18.§ 1. Een premie wordt toegekend voor de installatie van een biomassaketel voor de verwarming van een woning.
§ 2. Om in aanmerking te komen voldoet de installatie aan de volgende voorwaarden :
1° de werken worden uitgevoerd door een aannemer die gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren;
2° het toestel voldoet aan de definities, eisen, tests en markeringen van de norm NBN EN 303-5 en heeft een rendement van klasse 5 dat voor ten minste één van de toegestane brandstoffen volgens deze norm is vastgesteld.
Deze klasse omvat zowel het rendement als de emissies [1 CO, OGC/VOS en Stoffen)]1 die tijdens dezelfde test overeenkomstig de norm NBN EN 303-5 worden gemeten [1 : 2012]1.
Het toestel voldoet aan de Klasse-eisen, zowel in de test bij nominaal vermogen als, voor toestellen met een vermogensmodulatiebereik, in de test bij minimaal nuttig vermogen.
Condensatietoestellen worden volgens dezelfde methode getest.
3° het toestel heeft geen fossiele brandstof onder de toegestane brandstoffen;
4°[3 ...]3
§ 3. Het basisbedrag van de premie bedraagt [3 [4 720 euro]4 per toestel]3
§ 4. [2 [3 Om de werkzaamheden voor de installatie van een biomassaketel te valideren, moet de aanvrager bij de aanvraag voor de werkbonus een kopie voegen van het testrapport dat werd uitgevoerd in overeenstemming met de norm NBN EN 303-5 die van kracht was op het moment dat de test werd uitgevoerd.
Als de investering betrekking heeft op de installatie van een biomassaketel die is opgenomen in de lijst van biomassaketels die beschikbaar is op de website van de overheid, hoeft de aanvrager geen kopie van het testrapport op te sturen.]3]2
----------
(1)<BWG 2020-12-04/25, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
(2)<BWG 2020-12-04/25, art. 3,L3,L4, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2019>
(3)<MB 2023-06-29/19, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(4)<MB 2025-03-31/03, art. 16, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art.19.§ 1. Een premie wordt toegekend voor de installatie van een biomassakachel met gesloten voorkant.
§ 2. Om in aanmerking te komen voldoet de installatie aan de volgende voorwaarden :
1° de werken worden uitgevoerd door een aannemer die gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren;
2° [2 ...]2
3° het toestel toont prestaties bij volle belasting die vastgesteld zijn volgens de norm [2 NBN EN 13240, NBN EN 13229, NBN EN 15250, NBN EN 14785, NBN EN 12809, NBN EN 12815, NBN EN 16510.]2 van de minimale eisen van rendement en emissieniveaus van verontreinigende stoffen voor verwarmingsapparaten voor vaste brandstoffen, en die in de volgende tabel worden vermeld :
[<font color="red">1</font> Soort brandstof | Rendement | Emissies van koolmonoxide (CO) bij 13% O2 | Uitstoot van zwevende deeltjes (PM) bij 13% O2 | Emissies van stikstofoxides (NOX) bij 13% O2 |
Pellets | ≥ 87 % | ≤ 250 mg/Nm3 | ≤ 20 mg/Nm3 | ≤ 200 mg/Nm3 |
Andere biomassa's | ≥ 75 % | ≤ 1250 mg/Nm3 | ≤ 30 mg/Nm3 | ≤ 200 mg/Nm3]<font color="red">1</font> |
<td colspan="5" valign="top">(<font color="red">1</font>)<MB <a href="/cgi_loi/article.pl?language=nl&lg_txt=n&cn_search=2023062919" target="_blank">2023-06-29/19</a>, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
§ 3. Het basisbedrag van de premie bedraagt[2 [3 160 euro]3 per toestel]2.
§ 4. [1 [2 Om de installatie van een lokale biomassakachel te valideren, moet de aanvrager, indien van toepassing, een kopie van het testrapport opsturen dat werd uitgevoerd volgens de norm NBN EN 13240, NBN EN 13229, NBN EN 15250, NBN EN 14785, NBN EN 12809, NBN EN 12815, NBN EN 16510, bepaald volgens het type kachel, van kracht op het moment dat de test werd uitgevoerd.
Als de investering betrekking heeft op de installatie van een biomassaketel die is opgenomen in de lijst van biomassaketels die beschikbaar is op de website van de overheid, hoeft de aanvrager geen kopie van het testrapport op te sturen]2.]1
----------
(1)<BWG 2020-12-04/25, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2019>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 18, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(3)<MB 2025-03-31/03, art. 17, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art.20.§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie van een zonneboiler.
§ 2. Om in aanmerking te komen voldoet de installatie aan de volgende voorwaarden :
1° de installatie wordt geplaatst door een aannemer die gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, 2, 2°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren;
2° de installatie beschikt over zonnecollectoren met een optische oppervlakte van minimum twee m2;
3° de collectoren voldoen aan de eisen van de toepasselijke Europese norm. Ze voldoen aan de test voorzien in de norm NBN EN 12975, volgens de voorschriften van de label "Solar Keymark" of van elk ander gelijkwaardig systeem erkend door de Minister van Energie of diens afgevaardigde;
4° de afmetingen van de installatie staan een zonnefractie van minimum zestig procent toe;
5° het systeem haalt een minimaal niveau van globale prestatie.
Wat betreft [2 de paragraaf 2,]2 5°, is dat minimale niveau afhankelijk van de naleving van de volgende voorwaarden betreffende, ondermeer, de oriëntatie van de collector en het meetsysteem waarmee de installatie uitgerust is :
1° de collector is georiënteerd van het zuiden naar het oosten of het westen;
2° de installatie beschikt over de volgende meetelementen :
a) een debietmeter en twee thermometers waarmee een vluchtige visuele controle op de werking van de installatie gevoerd kan worden;
b) een thermische energiemeter waarvan de temperatuursondes die nodig zijn voor de goede werking ervan, correct zijn aangesloten;
c) een sanitair watermeter op het sanitaire circuit.
§ 3. Het basisbedrag van de premie bedraagt [2 [3 420 euro]3 per toestel]2.
[1 § 4. [2 Om de installatie van een zonneboiler te valideren, moet de aanvrager een kopie van de standaardofferte voor thermische zonne-installaties, gepubliceerd op de website van de overheid, ingevuld en ondertekend door de aanvrager en de installateur, opsturen.]2
----------
(1)<BWG 2020-12-04/25, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 19, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(3)<MB 2025-03-31/03, art. 18, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Onderafdeling 2. - Ventilatiesystemen
Art.21.§ 1. Een premie wordt toegekend voor de installatie van de volgende ventilatiesystemen [2 die zorgen voor de ventilatie van alle ruimten van de woning:]2:
1° een gecentraliseerd enkelstrooms mechanisch ventilatiesysteem dat is uitgerust met een ondemand functionaliteit;
2° een gecentraliseerd mechanisch ventilatiesysteem met dubbele luchtstroom en warmteterugwinning.
§ 2. Om in aanmerking te komen, moet de installatie
1° aan de eisen voldoen van afdeling 3 [1 ventilatie]1 van bijlage C4 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen;
2° aan de voorschriften voldoen van afdeling C2 en, in voorkomend geval, van bijlage C3 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen;
[2 3° Voor paragraaf 1, 1А, worden uitgerust met een functionaliteit op aanvraag, zoals gedefinieerd in de bijlage bij het ministerieel besluit tot bepaling van de waarden van de verminderingsfactor voor de ventilatie bedoeld in bijlage A1 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen
Voor paragraaf 1, 2А worden uitgerust, in voorkomend geval, met een warmteterugwinningssysteem met een minimumrendement van 78% volgens de norm NBN EN 308, aangevuld met bijlage G van bijlage A1 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen.]2
4° worden uitgerust, in voorkomend geval, met een warmteterugwinningssysteem met een minimumrendement van 78 % volgens de norm NBN EN 308, aangevuld met bijlage G van bijlage A1 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen;
§ 3. Het basisbedrag van de premie, bedoeld in paragraaf 1, 1°, bedraagt [2 [3 280 euro]3 per toestel]2
Het basisbedrag van de premie, bedoeld in paragraaf 1, 2°, bedraagt [2 [3 680 euro]3 per toestel ]2
[2 § 4. Om de werkzaamheden voor de installatie van een ventilatiesysteem te valideren, moet de aanvrager het volgende overmaken :
1° een rapport waarin wordt verklaard dat de werkelijk toegepaste ventilatiedebieten in overeenstemming zijn met de in § 2, 2А vereiste waarden;
Met betrekking tot § 1, 1А, wordt het debiet van elke mechanische ventilatieopening gemeten en, indien van toepassing, wordt de capaciteit van elke natuurlijke ventilatieopening gerechtvaardigd aan de hand van technische documentatie.
2° in voorkomend geval, een testverslag van de warmteterugwinningseenheid opgesteld volgens de norm NBN EN 308 aangevuld met bijlage G van bijlage A1 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen.]2
----------
(1)<BWG 2020-12-04/25, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 20, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(3)<MB 2025-03-31/03, art. 19, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 21/1.[1 Er wordt een premie toegekend voor de installatie van een gecentraliseerd mechanisch ventilatiesysteem met enkel debiet dat de ventilatie van een deel van de woning verzekert
§ 2. Om in aanmerking te komen, moet de installatie
1° voldoen aan de ventilatievoorschriften van bijlage C4 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen
2° voor de aldus bediende ruimten voldoen aan de voorschriften van afdeling C2 en, in voorkomend geval, van bijlage C3 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen;
3° uitgerust zijn met een middel om het luchtdebiet van elke geïnstalleerde afzuigunit te regelen, afhankelijk van de ventilatiebehoeften die in de bediende ruimte(n) worden gedetecteerd:
a) een toiletruimte is ten minste voorzien van hetzij een aanwezigheidsdetector in de ruimte zelf, hetzij een CO2-detector in de ruimte zelf of in een afvoerkanaal dat alleen deze ruimte bedient, hetzij een koppeling met de lichtschakelaar van de ruimte (op voorwaarde dat de toiletruimte geen directe natuurlijke verlichting heeft); ten minste een keuken is uitgerust met ofwel een CO2-detectie in de ruimte zelf of in een afvoerkanaal dat alleen die ruimte bedient, ofwel een detectie van de relatieve vochtigheid in de ruimte zelf of in een afvoerkanaal dat alleen die ruimte bedient;
b) andere natte ruimtes (doucheruimtes, badkamers, wasruimtes) zijn uitgerust met een relatieve vochtigheidssensor in de ruimte zelf of in een afvoerkanaal dat alleen deze ruimte bedient.
§ 3. Het basisbedrag van de premie is [2 80 euro]2 per geïnstalleerd ventilatietoestel met enkele luchtstroom.
§ 4. Om de werkzaamheden voor de installatie van een ventilatiesysteem te valideren, moet de aanvrager de volgende documenten overmaken:
a) een meetrapport waarin wordt verklaard dat de werkelijk toegepaste ventilatiedebieten in overeenstemming zijn met de in paragraaf 2, 2° vereiste waarden;
b) een beschrijving van de bediende ruimten en de geïnstalleerde detectiemethoden;]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 21, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 20, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 21/2.[1§ 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie van een gecentraliseerd mechanisch ventilatiesysteem met dubbel debiet dat de ventilatie van een deel van de woning verzekert.
§ 2. m in aanmerking te komen, moet de installatie:
1° voldoen aan de ventilatievoorschriften van bijlage C4 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen
2° voor de aldus bediende ruimten voldoen aan de voorschriften van afdeling C2 en, in voorkomend geval, van bijlage C3 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen;
4° bevat voor elke ventilatie-eenheid, een warmteterugwinningssysteem met een minimumrendement van 78% volgens de norm NBN EN 308, aangevuld met bijlage G van bijlage A1 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen;
§ 3. Het basisbedrag van de premie is [2 160 euro]2 per geïnstalleerd ventilatietoestel met dubbele luchtstroom.
§ 4. Om de werkzaamheden voor de installatie van een ventilatiesysteem te valideren, moet de aanvrager de volgende documenten :
a) een meetrapport waarin wordt verklaard dat de werkelijk toegepaste ventilatiedebieten in overeenstemming zijn met de in paragraaf 2, 2А vereiste waarden;
b) in voorkomend geval, voor elke geяnstalleerde inrichting voor warmteterugwinning, een testverslag over de doeltreffendheid van deze inrichting, opgesteld overeenkomstig de norm NBN EN 308 aangevuld met bijlage G van bijlage A1 van het besluit van de Waalse regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 21, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 21, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Onderafdeling 3. [1 Verhoging van het productie-, distributie-, opslag- en emissierendement van verwarmingsinstallaties]1
----------
(1)
Art.22.[1 § 1. Er wordt een premie toegekend voor de isolatie van buizenen toebehoren in een onverwarmde ruimte die tegen vorst is beschermd of een onverwarmde ruimte die niet tegen vorst is beschermd;"
§ 2. Om in aanmerking te komen, moeten de investeringen voldoen aan de vereisten bepaald in bijlage C4 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen.
§ 3. Het basisbedrag van de premie bedraagt [2 34 euro]2 per woning.
§ 4. Om de werkzaamheden te valideren, moet de aanvrager, indien van toepassing, een kopie van het verslag over de isolatie van warmwaterleidingen overeenkomstig bijlage C4 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen, opgesteld door de aannemer die de installatie heeft uitgevoerd, overmaken.]1
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 22, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 22/1.[1 Er wordt een premie toegekend voor de isolatie van een verwarmingsopslagtank met een isolatiemateriaal met een warmteweerstandscoыfficiыnt, R, van 1,50 m2 K/W of meer.
Wanneer de opslagtank voor verwarming een capaciteit heeft van vijfhonderd liter of minder, bedraagt het basisbedrag van de premie [2 20 euro]2 per geïsoleerde opslagtank voor verwarming.
Wanneer de opslagtank voor verwarming een capaciteit heeft van meer dan vijfhonderd liter, bedraagt het basisbedrag van de premie [2 34 euro]2 per geïsoleerde opslagtank voor verwarming.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 23, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 22/2.[1 § 1. Er wordt een premie toegekend voor de installatie van circulatiepompen met variabele snelheid.
Het basisbedrag van de premie is [2 14 euro]2 per geïnstalleerde circulatiepomp, waarbij de circulatiepomp maximaal drie woningen bedient.
Het basisbedrag van de premie is [2 76 euro]2 per geïnstalleerde circulatiepomp, waarbij de circulatiepomp ten minste vier woningen bedient.
§ 2. Om het werk te valideren moet de aanvrager technische documentatie indienen waaruit blijkt dat het geïnstalleerde apparaat een variabele snelheid heeft.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 24, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 22/3.[1 Er wordt een premie toegekend voor de vervanging van een voorraadtank in een verwarmingsinstallatie.
De opslagtank is niet uitgerust met een elektrisch verwarmingselement.
Wanneer de opslagtank voor verwarming een capaciteit heeft van vijfhonderd liter of minder, bedraagt het basisbedrag van de premie [2 40 euro]2 per vervangen opslagtank voor verwarming.
Wanneer de opslagtank voor verwarming een capaciteit heeft van meer dan vijfhonderd liter, bedraagt het basisbedrag van de premie [2 68 euro]2 per vervangen opslagtank voor verwarming.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 25, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 22/4.[1 Er wordt een premie toegekend voor de installatie van minimaal 5 thermostatische kranen op warmtestralers.
Het basisbedrag van de premie is [2 20 euro]2 en een extra basisbedrag van[2 4 euro]2 voor elke extra geïnstalleerde kraan.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 26, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 22/5.[1 Er wordt een premie toegekend voor de installatie van een kamerthermostaat die de producent of de circulatiepompen uitschakelt wanneer er geen vraag naar warmte is;
Het basisbedrag van de premie is [2 16 euro]2 per geïnstalleerde kamerthermostaat.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 22, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 27, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Onderafdeling 4. [1 Verhoging van de efficiëntie van de productie, de distributie en de opslag van sanitair warmwaterinstallaties]1
----------
(1)
Art.23.[1 Er wordt een premie toegekend voor de vervanging van de opslagtank voor sanitair warm water.
De opslagtank is niet uitgerust met een elektrisch verwarmingselement.
Wanneer de opslagtank voor sanitair warmwater een capaciteit heeft van vijfhonderd liter of minder, bedraagt het basisbedrag van de premie [2 48 euro]2 per vervangen opslagtank voor verwarming.
Wanneer de opslagtank voor sanitair warmwater een capaciteit heeft van meer dan vijfhonderd liter, bedraagt het basisbedrag van de premie [2 72 euro]2 per vervangen opslagtank voor verwarming.]1
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 23, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 28, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 23/1.[1 § 1.Er wordt een premie toegekend voor de isolatie van de leidingen van een circulatieleiding voor warm water voor huishoudelijk gebruik en de bijbehorende accessoires.
§ 2. Om in aanmerking te komen, moeten de investeringen worden gedaan in een gemeenschappelijke installatie en voldoen aan de vereisten bepaald in bijlage C4 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 tot uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen.
§ 3. Het basisbedrag van de premie bedraagt [2 20 euro]2 per woning.
§ 4. Om de werkzaamheden te valideren, moet de aanvrager, indien van toepassing, een kopie van het verslag over de isolatie van warmwaterleidingen overeenkomstig bijlage C4 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestatie van gebouwen, opgesteld door de aannemer die de installatie heeft uitgevoerd, overmaken.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 23, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 29, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art. 23/2.[1 Er wordt een premie toegekend voor de isolatie van een externe platenwarmtewisselaar.
§ 2. De isolatie wordt uitgevoerd d.m.v. isolatiemateriaal waarvan de thermische weerstandscoëfficiënt R gelijk is aan 1,50 K/W of meer.
§ 3. Het basisbedrag van de premie is [2 34 euro]2 per geïsoleerde externe platenwarmtewisselaar.
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 23, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 30, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
Art.23/3.[1 . Ї 1. Er wordt een premie toegekend voor de isolatie van een warmwateropslagtank.
§ 2. De isolatie wordt uitgevoerd d.m.v. isolatiemateriaal waarvan de thermische weerstandscoëfficiënt R gelijk is aan 1,50 K/W of meer.
§ 3. Wanneer de opslagtank voor sanitair warmwater een capaciteit heeft van vijfhonderd liter of minder, bedraagt het basisbedrag van de premie [2 20 euro]2 per geïsoleerde opslagtank voor verwarming.
Wanneer de opslagtank voor sanitair warmwater een capaciteit heeft van meer dan vijfhonderd liter, bedraagt het basisbedrag van de premie [2 34 euro]2 per geïsoleerde opslagtank.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2023-06-29/19, art. 23, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023> ]1
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 31, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
HOOFDSTUK III. - Investeringen in dakisolatie in het kader van een renopack
Art.24.Het basisbedrag van de premie voor de dakinvesteringen bedoeld in artikel 22, § 4, van het besluit van de Waalse Regering van 16 mei 2019 tot goedkeuring van het algemeen reglement houdende de algemene beginselen tot toekenning van kredieten door de " Société wallonne de crédit social " (Waalse maatschappij voor sociaal krediet) en de " Guichets du crédit social " (Sociaal kredietloketten) en in artikel 22, § 4, van het besluit van de Waalse Regering van 16 mei 2019 tot goedkeuring van het algemeen reglement houdende de algemene beginselen op grond waarvan de kredieten uit Fonds 2 door het " Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie " (Huisvestingsfonds van de kroostrijke gezinnen van Wallonië), voor wat betreft de thermische isolatie van het dak of het dakgebinte in contact met de buitenomgeving of een onverwarmde of niet-vorstbestendige ruimte, bedraagt [1 [2 20 euro"]2 per m2]12.
[1 Dit bedrag is [2 26 euro]2 per vierkante meter als het biogebaseerde gehalte van het product dat gebruikt wordt als onderdeel van de investering, gemeten wordt in overeenstemming met de norm prEN 16785-2 : 2018 is groter dan of gelijk aan zeventig procent. Het bewijs wordt geleverd door een externe audit, uitgevoerd volgens de norm EN 17 065.]1
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 24, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
(2)<MB 2025-03-31/03, art. 32, 007; Inwerkingtreding : 14-02-2025>
HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art.25.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2019.
[1 In afwijking van paragraaf 1 zijn de artikelen 17, § 2, 1°, 18, § 2, 1°, en 19, § 2, 1°, van toepassing op de huisvestingsaudits die vanaf [2 1 januari 2026 ]2 geregistreerd zijn in de databank bedoeld in artikel 8 van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning.]1
----------
(1)<BWG 2020-12-04/25, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2020>
(2)<MB 2023-06-29/19, art. 25, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>
BIJLAGE.
Art. N.Criteria waaraan moet worden voldaan om de warmtepomp in aanmerking te laten komen voor de premie
1. Dekking van de thermische behoeften
De warmtepomp is zodanig gedimensioneerd dat alle thermische vereisten voor de verwarming van het gebouw of voor de productie van sanitair warm water voor een buitentemperatuur van ten minste of gelijk aan een waarde die de bivalente temperatuur wordt genoemd, die maximaal 2 °C bedraagt, worden gedekt.
2. [1 ...]1
De installatie moet ten minste uitgerust zijn met een elektriciteitsmeter om het verbruik te meten dat bestemd is voor het gebruik van de warmtepomp en de hulpapparatuur van de installatie (d.w.z. met name de circulatiepompen en eventuele dompelaars). De meters voldoen aan de voorschriften van bijlage C4 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen.[1 Het systeem voorkomt het risico op legionellose en is uitgerust met een conventionele veiligheidsgroep.]1
3. Minimale energieprestatie
3.a. Warmtepompen voor ruimteverwarming en in combinatie.[1 Het warmte-isoleren voldoet aan de voorschriften van bijlage C4 van het besluit van de Waalse Regering van 15 mei 2014 ter uitvoering van het decreet van 28 november 2013 betreffende de energieprestaties van gebouwen.]1
De prestatie-eisen worden verschillend uitgedrukt naargelang de warmtepomp al dan niet onder Verordening 813 valt en zijn energievector elektriciteit of gas is.
3.a.a. Elektrische warmtepompen voor ruimteverwarming die onder Verordening 813 vallen
Het gaat alleen om warmtepompen met de volgende combinaties van warmtebron en energielozing:
- Buitenlucht / Water
- Bodem (via glycolwater) / Water
- Bodem (directe verdamping) / Water
- Water (ondergrond of oppervlak) / Water
De warmtepomp voor de verwarming van een woning voldoet aan een minimale actieve prestatiecoëfficiënt (SCOPON), vastgesteld volgens de methodologie van Verordening 813, aangevuld met Mededeling 2014/C 207/02.
Dit varieert afhankelijk van de gebruikte technologie en het temperatuurregime dat door de fabrikant op de Technische Fiche EcoDesign is aangegeven:
- Als het wordt aangegeven als "Lage temperatuur : 'Ja', het is noodzakelijk om zowel op de gegevens als op het criterium bij 35 °C te vertrouwen;
- Als het wordt aangegeven als "Lage temperatuur : 'Neen', het is noodzakelijk om zowel op de gegevens als op het criterium bij 55 °C te vertrouwen;
De te bereiken prestatiecoëfficiënten voor de actieve modus (SCOPON) zijn:
Winningsbron | Energielozing | SCOPON 35 °C | SCOPON 55 °C |
Buitenlucht | Water | 3,2 | 2,825 |
Water | Water | 3,325 | 2,95 |
Bodem | Water | 3,325 | 2,95 |
3.a.b. Elektrische warmtepompen voor ruimteverwarming die niet onder Verordening 813 vallen
Het gaat alleen om warmtepompen met de volgende combinatie van warmtebron en energielozing: grond (directe verdamping) / directe condensatie (via de gebouwstructuur).
De elektrische warmtepomp voor de verwarming van een woning voldoet aan een minimale vermogenscoëfficiënt (COP) die op een van de volgende manieren wordt bepaald :
- Ofwel volgens de norm NBN EN 15879-1, rekening houdend met de volgende vereisten :
Winningsbron | Energielozing | T° van het bad dat in contact komt met de verdamper | T° hete bron bij de condensatoruitgang | Minimale COP |
Bodem (directe verdamping) | Directe condensatie (via de gebouwstructuur) | 1,5 °C | 35 °C | 4,1 |
- Ofwel volgens de methodologie van de norm NBN EN 14511, rekening houdend met de volgende vereisten :
Winningsbron | Energielozing | T° van het bad dat in contact komt met de verdamper | T° hete bron bij de condensatoruitgang | Minimale COP |
Bodem (directe verdamping) | Directe condensatie (via de gebouwstructuur) | - 5 °C | 35 °C | 4 |
3.a.c. Sorptiegas warmtepompen die vallen onder voorschrift 813 voor ruimteverwarming
Het gaat alleen om warmtepompen met de volgende combinaties van warmtebron en energieafvoer :
- Buitenlucht / Water
- Bodem (via glycolwater) / Water
- Bodem (directe verdamping) / Water
- Water (ondergrond of oppervlak) / Water
De warmtepomp voor de verwarming van een woning voldoet aan een minimale seizoensgebonden efficiëntiecoëfficiënt voor het gasgebruik in de verwarmingsmodus (SGUEh), vastgesteld volgens de methodologie van Verordening 813, aangevuld met Mededeling 2014/C 207/02.
Dit varieert afhankelijk van de gebruikte technologie en het temperatuurregime dat door de fabrikant op de Technische Fiche EcoDesign is aangegeven:
- Als het wordt aangegeven als "Lage temperatuur : 'Ja', het is noodzakelijk om zowel op de gegevens als op het criterium bij 35 °C te vertrouwen;
- Als het wordt aangegeven als "Lage temperatuur : 'Neen', het is noodzakelijk om zowel op de gegevens als op het criterium bij 55 °C te vertrouwen;
De seizoensgebonden efficiëntiecoëfficiënten voor het gasgebruik die in de verwarmingsmodus (SGUEh) moeten worden bereikt, zijn :
Winningsbron | Energielozing | SGUEh 35 °C | SGUEh 55 °C |
Buitenlucht | Water | 1,28 | 1,13 |
Water | Water | 1,33 | 1,18 |
Bodem | Water | 1,33 | 1,18 |
3.a.d. Gecombineerde warmtepompen
Als de warmtepomp ook voor de productie van sanitair warm water wordt gebruikt en de installatie is uitgerust met een aparte warmwatertank (niet geïntegreerd in de warmtepomp), dan vermeldt deze :
- Ofwel, voor warmwatertanks met een volume van 500 liter of minder, een energie-efficiëntieklasse van ten minste C, vastgesteld volgens de methodologie van Gedelegeerde Verordening 812, aangevuld met Mededeling 2014/C 207/03;
- Ofwel, voor warmwatertanks met een volume van meer dan 500L, statische verliezen, S, uitgedrukt in W, vastgesteld volgens de methodologie van Verordening (EU) nr. 814/2013, aangevuld met Mededeling 2014/C 207/03, die niet meer bedraagt dan :
waarbij V het volume van de warmwatertank, uitgedrukt in l, vertegenwoordigt.
Het systeem voorkomt het risico op legionellose en is uitgerust met een conventionele veiligheidsgroep.
3.b. Warmtepompen voor de exclusieve productie van sanitair warm water (WP PSW) onderworpen aan Verordening 814
Het systeem voorkomt het risico op legionellose en is uitgerust met een conventionele veiligheidsgroep.
Warmtepompen voor de productie van warm water voor huishoudelijk gebruik hebben een minimale energie-efficiëntie voor waterverwarming, ηwh, vastgesteld volgens de methodologie van Verordening 814, aangevuld met Mededeling 2014/C 207/03, die varieert naargelang het tapprofiel van het toestel.
De te bereiken energie-efficiëntie voor het verwarmen van water is :
Tapprofiel van de warmtepomp | Warmtebron : ''Buitenlucht'' | Warmtebron : ''Water'' of ''Bodem'' |
M | ηwh ≥ 65 % | ηwh ≥ 100 % |
L | ηwh ≥ 75 % | ηwh ≥ 115 % |
XL | ηwh ≥ 80 % | ηwh ≥ 123 % |
XXL, 3XL & 4XL | ηwh ≥ 85 % | ηwh ≥ 131 % |
Deze informatie kan worden gevonden op de Technische Fiche EcoDesign van het toestel.
4. Bijzonder criterium voor warmtepompen met buitenlucht als warmtebron
4.a. De verdamper bevindt zich buiten het gebouw.
In het geval van een dynamische winning op de buitenlucht kan de verdamper echter binnen het gebouw geplaatst worden als hij voorzien is van hermetische en geïsoleerde omhulsels voor de aanzuiging van de buitenlucht en de afvoer van de aangezogen lucht naar de buitenkant van het gebouw.
4.b. In het geval van een statische winning op de buitenlucht wordt de warmtepomp niet uitgerust met een ontdooiingssysteem, maar wordt de buitenwisselaar zonder belemmering van het zonlicht en de natuurlijke luchtstroom gericht tussen het oosten en het westen en via het zuiden.
----------
(1)<MB 2023-06-29/19, art. 26, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2023>