16 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2013 betreffende de sociale huisvestingsinstellingen
Art. 1-26
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2013 betreffende de sociale huisvestingsinstellingen worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in 7° wordt het woord "buurten" vervangen door het woord "grondgebieden";
b) de punten 9° tot 14° worden ingevoegd, luidend als volgt:
"9° "gezin van categorie 1, 2 of 3": de gezinnen bedoeld in artikel 1, 29°, 30°, 31° en 32°, van het Wetboek;
10° "grondgebied": de gemeentelijke entiteit of meerdere aangrenzende gemeentelijke entiteiten;
11° "personeel": de loontrekkende werknemer binnen de vereniging of de persoon die ter beschikking van de vereniging wordt gesteld, overeenkomstig de vigerende regelgevingen, met inbegrip van die met betrekking tot artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
12° "agentschap": het agentschap voor sociale huisvesting;
13° "regie": de regie van de buurten of van grondgebied;
14° "werkdagen": het geheel van de kalenderdagen, met uitzondering van zondagen en wettelijke feestdagen.".
Art.2. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met twee leden, luidend als volgt:
"Daartoe houdt de Minister rekening met de verdeling van de agentschappen, van de regieën en van de verenigingen ter bevordering van de huisvesting op het hele grondgebied van het Waalse Gewest in het kader van de erkennings- of verlengingsaanvragen.
De erkenning treedt in werking op 1 januari van het jaar volgend op de toekenning.".
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "tussen 1 en 31 maart" ingevoegd tussen de woorden "erkenningsaanvraag wordt" en de woorden "door de aanvrager";
b) in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden " binnen dertig werkdagen na ontvangst van de volledige erkenningsaanvraag" vervangen door de woorden "uiterlijk op 30 juni bij aangetekend schrijven";
c) in paragraaf 2 wordt het derde lid vervangen als volgt:
"De Minister betekent bij aangetekend schrijven zijn besluit gelijktijdig aan het Fonds en aan de aanvrager uiterlijk op 15 oktober.".
Art.4. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in het eerste lid worden de woorden " binnen vijftien werkdagen na de kennisgeving van het besluit of na afloop van de termijn bedoeld in artikel 3, § 2, derde lid" vervangen door de woorden "uiterlijk op 31 oktober";
b) in het vierde lid worden de woorden "binnen dertig werkdagen, te rekenen van de datum van het beroep," vervangen door de woorden "uiterlijk op 15 november bij aangetekend schrijven";
c) het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt:
"Uiterlijk op 31 december betekent de Minister de beslissing van de Regering bij aangetekend schrijven aan de aanvrager en aan het Fonds.".
Art.5. In Hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidend als volgt:
"Art. 4/1. De procedure m.b.t. de verlenging van de erkenning is de procedure bedoeld in de artikelen 3 en 4 van dit besluit.
Wanneer de erkenning vóór de beslissing van de Minister over de verlengingsaanvraag verstrijkt, wordt de erkenning tot 31 december van het lopende jaar verlengd.".
Art.6. Artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit, wordt aangevuld met een 8°, luidend als volgt
"8° de raad van bestuur legt jaarlijks het financieel verslag en het sociaal verslag bedoeld in artikel 5, § 2, ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering, alvorens bedoelde verslagen aan het Fonds toe te zenden binnen de door het Fonds vastgestelde termijnen.".
Art.7. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 7. De statuten van het agentschap bepalen dat de aanvrager het geheel van de opdrachten bedoeld in artikel 193 van het Wetboek uitvoert.".
Art.8. In artikel 8, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden "meer dan" vervangen door het woord "maximum".
Art.9. In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt:
"Op voorstel van het Fonds kan de Minister afwijken van het belendende karakter of van de drempel van vijftigduizend inwoners voor zover drie gemeenten, die niet door een bestaand agentschap worden bediend, zich verenigen.".
Art.10. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 10. § 1. Het agentschap is een economische operator voor de integratie via huisvesting dat:
1° een woning hoofdzakelijk aan een gezin van categorie 1 en 2 voorstelt;
2° steun biedt aan de huurder of, in voorkomend geval, aan de eigenaar;
3° een bemiddeling vanaf de intrek in de woning en voor de bewoningsduur biedt.
Daartoe vervult het agentschap de volgende taken:
1° naar de optimale adequatie zoeken tussen het aanbod van beschikbare potentiële woningen en de plaatselijk vastgestelde sociale behoeften;
2° voornoemde goederen in het huurcircuit van gezonde woningen invoeren of opnieuw invoeren ten gunste van gezinnen van categorie 1 en 2.
§ 2. Het agentschap beoogt de maatschappelijke herinschakeling van zijn huurders waarbij het via een regelmatige begeleiding, een woonpedagogie ontwikkelt, die bestaat uit de frequentie waarmee het huurgeld betaald moet worden, het geschikte gebruik van de woning, met name op energetisch vlak, en de inachtneming van de menselijke en natuurlijke omgeving.
Het agentschap biedt de huurder die uit zijn woning gezet wordt, ook bijstand bij het zoeken naar een nieuwe woning.
§ 3. Het agentschap beschikt over minstens twee voltijdse arbeidskrachten, namelijk een gediplomeerd sociaal bemiddelaar of een sociaal bemiddelaar met ervaring op sociaal vlak, en een personeelslid belast met prospectie en het afsluiten van beheers- en huurovereenkomsten. Dat personeel kan bestaan in ter beschikking gestelde werknemers. Er wordt in een groter aantal personeelsleden voorzien die, in voorkomend geval, door het Fonds voorgedragen worden, naar gelang van het te beheren aantal woningen, de sociale kenmerken van de huurders en de financiële middelen van de instelling.
Om de goede uitvoering en de kwaliteit van de door het agentschap uitgeoefende opdrachten inzake integratie via huisvesting te waarborgen, bepaalt de Minister het maximumaantal gezinnen die door een sociaal bemiddelaar worden gevolgd.
§ 4. Volgens de door het Fonds bepaalde modaliteiten:
1° bepaalt het agentschap voor sociale huisvesting een monografie met inachtneming van de omvang en de bijzonderheden van het agentschap;
2° zorgt het agentschap voor de voortgezette vorming en de evaluatie van zijn personeel.
§ 5. De woning waarvan het in beheer of in huur nemen overwogen wordt, ligt binnen de territoriale grenzen van het bereik van het agentschap.
De woningen die deel uitmaken van het vermogen van de door de "Société wallonne du Logement" erkende maatschappijen vallen niet onder het toepassingsveld van dit besluit, met uitzondering van de woningen bedoeld in artikel 132 van het Wetboek zonder twee procent van het door het agentschap beheerde globale park te mogen overschrijden.
De woningen van het agentschap voldoen uiterlijk bij de eerste bewoning aan de minimumgezondheidsnormen bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de definities bedoeld in artikel 1, 19° tot 22°bis, van de Waalse huisvestingscode.
§ 6. Het agentschap zorgt ervoor dat iedere woning waarvan het in beheer of in huur nemen overwogen wordt, door middel van een schriftelijke overeenkomst ter beschikking wordt gesteld.
§ 7. In geval van beheersmandaat onderhandelt het agentschap het verkrijgen van de indeplaatsstelling van de eigenaar wat betreft de rechten om sommen in te vorderen die verschuldigd worden door het gezin, en wat betreft de rechten om de opzeg van de huurovereenkomst te eisen zoals voorzien in het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst.
§ 8. De door het agentschap ontvangen jaarlijkse gemiddelde bemiddelingsmarge mag niet hoger zijn dan vijftien percent van de huurprijzen die bij contract door de huurders verschuldigd zijn.
§ 9. Het agentschap mag tien procent van de woningen die ze in beheer genomen heeft, ter beschikking stellen van gezinnen van categorie 3 in de gemeenten met een fiscale druk opgenomen op de jaarlijks door het Gewest opgemaakte lijst en vijf procent in de overige gemeenten
§ 10. Het agentschap mag vijf procent van zijn park onder beheer of verhuring in volle eigendom hebben.".
Art.11. In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 1 wordt 3° vervangen als volgt:
"3° de kostprijs van kleinschalige werken die het agentschap beslist uit te voeren in woningen die in beheer of in huur worden genomen met het oog op de naleving van de veiligheids- en gezondheidsnormen vastgesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen;";
b) paragraaf 1 wordt aangevuld met een 5°, luidend als volgt:
"5° de uitgaven voor gebouwen gebonden aan de bedrijfsruimten van het agentschap.";
c) in paragraaf 4, tweede lid, 1°, worden de woorden "op voorwaarde dat de gemeente zich nooit aangesloten heeft bij een agentschap" ingevoegd na de woorden "van het vorige jaar";
d) in paragraaf 4, tweede lid, wordt 4° opgeheven;
e) in paragraaf 4 wordt, tussen het tweede en het derde lid, een lid ingevoegd, luidend als volgt:
"Boven 500 woningen is dezelfde subsidiëringsregeling van toepassing, waarbij elke schijf met 8.000 euro wordt vermeerderd.".
Art.12. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) het woord "buurtregie" wordt telkens vervangen door het woord "regie";
b) in 3° van de Franse versie worden de woorden "de logement" ingevoegd tussen het woord "sociétés" en de woorden "de service";
c) in 3° worden de woorden " in de buurten van de regie" vervangen door de woorden "binnen het territoriale werkingsgebied van de regie".
Art.13. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 13. § 1. In de statuten van de regie wordt bepaald dat de regie, in het kader van de bij artikel 2 van de Code bepaalde activiteiten, de verbetering van de levensvoorwaarden binnen één of meerdere woonwijken bedoeld in artikel 15, § 1, beoogt door de uitvoering van een globaal beleid van integratie via huisvesting dat voldoet aan de behoeften vastgesteld in de wijken of het grondgebied waarin ze is gevestigd, dat verband houdt met de woonpedagogie en door de raad van bestuur als gepast wordt beschouwd.
§ 2. De regie voert tegelijkertijd twee types acties uit: de herdynamisering van de wijk en de socioprofessionele inschakeling.
De herdynamisering van de wijk wordt uitgevoerd door de betrokkenheid van de inwoners en stagiairs en door de uitvoering van projecten die hetgeen volgt mogelijk maken:
1° de verbetering van de leefruimte door het herstel van de woningen, de omgeving en het meubilair ervan en door de oprichting en het onderhoud van buurtinfrastructuren;
2° de versterking van de sociale cohesie en de voorkoming van onbevoegdheden in en rond de woningen;
3° een eerstelijnsbegeleiding, door het organiseren van workshops over het thema van de woonpedagogie en de daarmee verband houdende acties.
De socioprofessionele inschakeling, vanaf de woonplaats en dankzij de begeleiding van gekwalificeerd personeel, zet projecten op met stagiairs die zorgen tegelijkertijd voor:
1° een betere kennis van de context van bedrijven, in het bijzonder door het uitvoeren van een stage bij één van hen, eventueel in het kader van sociale clausules;
2° de verwerving van basisberoepsvaardigheden en overdraagbare sociale vaardigheden in de fasen van de integratie van de stagiair;
3° de verwerving van theoretische en praktische technische basisvaardigheden in verband met de verschillende en ontwikkelde opleidingsactiviteiten, om in te spelen op de behoeften die binnen het territoriale werkingsgebied zijn vastgesteld voor de sanering en het onderhoud daarvan of om de sociale samenhang te bevorderen en iedere vorm van uitsluiting te bestrijden;
4° de verwerving van vaardigheden en bekwaamheden die hen in staat stellen om in de samenleving een actief en participatief burgerschap uit te oefenen, met name in verband met de bewoning van hun woning.
§ 3. De acties van de regie worden gevoerd door één of meerdere diensten voor burgeractiviteiten.
§ 4. De statuten van de regie bepalen ook dat onder de coördinatie van het Fonds de instelling operationele of financiële samenwerkingsverbanden ontwikkelt om haar acties aan te vullen met informatie en met administratieve, culturele en sociale steun en met projecten van permanente educatie voor de buurtbewoners.
§ 5. De regie kan bijkomend andere verwante activiteiten voortzetten.".
Art.14. Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 14. § 1. De statuten van de regie waarborgen de aanwezigheid binnen de raad van bestuur van minstens:
1° twee personen voorgedragen door elke openbare huisvestingsmaatschappij wanneer ze woningen gelegen in een wijk of op het grondgebied van de regie beheert;
2° een persoon voorgedragen door elk openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of een centrum voor sociale dienst of een erkende vereniging die in dit kader een overeenkomst met de regie heeft gesloten;
3° een persoon voorgedragen door elke gemeente waar de sociale regie gevestigd is;
4° twee personen voorgedragen door de inwoners van de wijken of van het grondgebied van de regie onder de leden van het adviescomité van huurders en eigenaars, wanneer het is opgericht, voor zover ze woonachtig zijn in de regie of op het grondgebied van de regie;
5° een persoon voorgedragen door de sociale partners.
De statuten waarborgen ook een meerderheidsvertegenwoordiging van publiekrechtelijke rechtspersonen binnen de raad van bestuur
De statuten van de regie bepalen dat zij op elke vergadering van haar beheers- en controleorganen een vertegenwoordiger van de betrokken regionale directie van de Forem uitnodigt, onverminderd § 3, 2°. Hij heeft zitting met raadgevende stem.
§ 2. De statuten van de regie bepalen dat de raad van bestuur de volgende opdrachten vervult:
1° het begeleidingspersoneel van de regie werven en leiden;
2° een jaarlijks activiteitenprogramma bekrachtigen dat op het door de regie bediende grondgebied uitgevoerd dient te worden;
3° toezien op de werving, opvolging en sociaal-professionele evaluatie van de stagiairs;
4° zorgen voor de financiële opvolging en de opvolging van de activiteiten voor de integratie via huisvesting van de regie;
5° het begeleidingspersoneel horen dat hem verslag over zijn activiteiten doet.
§ 3. De statuten van de regie bepalen dat elke dienst voor burgeractiviteiten wordt geleid door een beperkt comité dat belast wordt met, de keuze van de werven en de individuele opvolging en beoordeling van de stagiairs, in samenspraak met de vertegenwoordiger van de Forem binnen de regie.".
Art.15. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 15. § 1. Het territoriaal activiteitengebied van een regie of van een dienst voor burgerschapsactiviteiten bestaat uit minstens een wijk of een grondgebied van woningen die gelegen zijn in een gebied van minstens honderd woningen van openbaar nut. Deze voorwaarde is van toepassing op iedere nieuwe aanvraag en op iedere verlenging van erkenning.
§ 2. Het geheel van de diensten voor burgeractiviteiten aanwezig op hetzelfde gemeentelijk grondgebied wordt verenigd in eenzelfde regie.
§ 3. De oprichting van iedere nieuwe dienst voor burgeractiviteiten binnen een bestaande regie wordt onderworpen aan het voorafgaandelijk akkoord van de Minister, op voorstel van het Fonds.
§ 4. De in de artikelen 3 en 4 bedoelde procedure voor de erkenning van een nieuwe instelling is van toepassing bij de aanvraag van een nieuwe dienst voor burgeractiviteiten.
Art.16. In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in 1° worden de woorden "na onderzoek door het Comité voor sociaal beleid" opgeheven;
b) in 2° worden de woorden "volgens de verbeteringsluiken van de leefomgeving, de animatie, de convivialiteit en de uitoefening van het burgerschap, enerzijds, en de bijdrage tot de sociaal-economische integratie, anderzijds" vervangen door de woorden "in verband met de in artikel 13, § 2, bedoelde acties";
c) in 5° worden de woorden "de openbare huisvestingsmaatschappijen, het agentschap voor sociale huisvesting, de vereniging ter bevordering van de huisvesting of het Fonds" vervangen door de woorden "de woningen van openbaar nut";
d) in 6° wordt het woord "activiteitengebied" vervagen door het woord "grondgebied" en de woorden "operatoren van de geïntegreerde regeling voor maatschappelijke en professionele inschakeling" worden vervangen door de woorden "opleidings- en inschakelingsoperatoren".
Art.17. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 17. § 1. Onverminderd artikel 25, § 5, eerste lid, verleent de Minister onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden de volgende toelagen aan de regie:
1° een toelage voor eerste vestiging van 26 659 euro per dienst voor burgeractiviteiten;
2° een jaarlijkse toelage ter dekking van de werkingskosten en van een deel van de bezoldiging van het begeleidingspersoneel waarvan hij het bedrag jaarlijks bepaalt op voorstel van het Fonds, waarbij dit bedrag per dienst voor burgeractiviteiten niet lager mag zijn dan 77 707 euro op jaarbasis;
3° een bijkomende toelage van 8.915 € voor elke dienst voor burgeractiviteiten die vóór de inwerkingtreding van dit besluit door de Waalse Regering erkend is als buurtregie voor stadsvernieuwing.
De in het eerste lid, 2°, bedoelde toelage wordt verhoogd met een forfaitair bedrag van 6.824 euro op jaarbasis ter dekking van met name de coördinatiekosten. Deze verhoging wordt toegekend aan de regie per dienst voor burgeractiviteiten (hierna "SAC" genoemd) vanaf de tweede "SAC" zodat de verhoogde toelage gelijk is aan:
Toestand - | Toegekend bedrag - |
2 SAC | 162.238 EUR |
3 SAC | 246.769 EUR |
4 SAC | 331.300 EUR |
5 SAC | 415.831 EUR |
6 SAC | 500.362 EUR |
7 SAC | 584.893 EUR |
8 SAC | 669.424 EUR |
9 SAC | 753.955 EUR |
10 SAC of meer | 838.486 EUR |
Schijf - | Begeleide gezinnen - | Opleidings- of voorlichtingsuren per week - | Toegekend bedrag - |
1 | 1 | 2 | 47.856 EUR |
2 | 15 | 30 | 71.784 EUR |
3 | 20 | 40 | 95.711 EUR |
4 | 25 | 50 | 119.639 EUR |
5 | 30 | 60 | 143.566 EUR |
6 | 35 | 70 | 167.494 EUR |
7 | 40 | 80 | 191.421 EUR |
8 | 45 | 90 | 215.350 EUR |
9 | 50 | 100 | 239.277 EUR |
10 | 55 | 110 | 263.205 EUR |
11 | 60 | 120 | 287.173 EUR |
12 | 65 | 130 | 311.061 EUR |
13 | 70 | 140 | 334.989 EUR |
14 | 75 | 150 | 358.917 EUR |
15 | 80 | 160 | 382.845 EUR |
16 | 85 | 170 | 406.773 EUR |
17 | 90 | 180 | 430.701 EUR |
18 | 95 | 190 | 454.629 EUR |
19 | 100 | 200 | 478.257 EUR |