Details





Titel:

17 JUNI 2019. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheden (binnen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, met uitzondering van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-07-2019 en tekstbijwerking tot 22-11-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - INLEIDENDE BEPALINGEN
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - DELEGATIES INZAKE HET PERSONEELSMANAGEMENT
Art. 4-5
HOOFDSTUK 3. - DELEGATIE INZAKE DE UITVOERING VAN DE BEGROTING
Art. 6-8
HOOFDSTUK 4. - DELEGATIE INZAKE DE PLAATSING EN DE UITVOERING VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN EN CONCESSIEOVEREENKOMSTEN
Sectie 1. - Bevoegdheid om het voorwerp van de opdracht of de concessie goed te keuren
Art. 9-10
Sectie 2. - Bevoegdheid om de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de overheidsopdrachtenprocedure goed te keuren
Art. 11
Sectie 3. - Bevoegdheid om de kandidaten selecteren
Art. 12
Sectie 4. - Bevoegdheid om overheidsopdrachten en concessies te gunnen en te sluiten
Art. 13-14
Sectie 5. - Wijzigingen van een opdracht of een raamovereenkomst
Art. 15
Sectie 6. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 16-19
HOOFDSTUK 5. - SPECIFIEKE DELEGATIES - VOORZITTER VAN HET DIRECTIECOMITE
Art. 20-21
HOOFDSTUK 6. - ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETREKKINGEN
Art. 22
HOOFDSTUK 7. - ALGEMENE DIRECTIE TOEZICHT OP HET WELZIJN OP HET WERK
Art. 23
HOOFDSTUK 8. - ALGEMENE DIRECTIE HUMANISERING VAN DE ARBEID
Art. 24
HOOFDSTUK 9. [1 - Algemene Directie Arbeidsrecht en juridische studiën]1
Art. 25
HOOFDSTUK 10. [1 ...]1
Art. 26
HOOFDSTUK 10. - ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 27-30



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2014203424 



Uitvoeringsbesluit(en):

2020204784  2021200269  2022200521  2023202615  2023205018 



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg [2 ...]2.
  ----------
  (1)<MB 2021-01-17/02, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (2)<MB 2023-09-22/12, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 02-12-2023>

Art.2. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot :
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken.

Art.3. De in dit besluit vermelde bedragen zijn bedragen exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

HOOFDSTUK 2. - DELEGATIES INZAKE HET PERSONEELSMANAGEMENT
Art.4. Aan de Voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie verleend :
  1° om de administratieve stand vast te stellen;
  2° voor alle betrekkingen met het Selectiebureau van de federale overheid - Selor;
  3° om met inachtneming van de ter zake geldende bepalingen toelating te verlenen van buitengewone prestaties;
  4° a) om personeelsleden in disponibiliteit te stellen wegens ziekte of invaliditeit;
  b) om het wachtgeld vast te stellen van het personeelslid dat wegens ziekte of invaliditeit in disponibiliteit werd gesteld;
  5° om niet-bezoldigd verlof toe te kennen waarbij de ambtenaar in een andere administratieve stand dan de dienstactiviteit geplaatst wordt;
  6° a) om, hetzij op hun verzoek, hetzij omdat zij de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, ontslag te verlenen aan personeelsleden van niveaus B, C en D;
  b) om het recht op pensioen ten laste van de Schatkist voor de personeelsleden van niveaus B, C en D vast te stellen;
  7° om de contracten tot aanwerving te ondertekenen van contractuele personeelsleden, alsook om de wijzigingen van deze contracten te ondertekenen of om ze te beëindigen;
  8° om de legitimatiebewijzen te ondertekenen;
  9° om de financiële tussenkomsten van de sociale dienst te ondertekenen;
  10° om de contracten tot aanwerving te ondertekenen van contractuele personeelsleden van de griffies van de arbeidsgerechten, alsook om de wijzigingen van deze contracten te ondertekenen of om ze te beëindigen;

Art.5.Onverminderd de beschikkingen van artikel 4 van dit besluit, wordt aan [2 Directeur van de Ondersteunende Diensten]2 delegatie verleend :
  1° om gewaarmerkte afschriften of uittreksels te ondertekenen;
  2° om de [2 loopbaanfiches]2 te ondertekenen;
  ----------
  (1)<MB 2020-09-23/10, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (2)<MB 2022-01-26/03, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>

HOOFDSTUK 3. - DELEGATIE INZAKE DE UITVOERING VAN DE BEGROTING
Art.6. Aan de Voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie verleend :
  1° om te ondertekenen :
  a) gewaarmerkte afschriften of uittreksels;
  b) de briefwisseling met de Minister van Financiën, de Minister van Begroting en het Rekenhof;
  2° om goed te keuren :
  a) de schuldvorderingen betreffende terugbetalingen van loon voor personen die zijn tewerkgesteld door de administratie, de Beleidscel en het Secretariaat van de Minister of de toegevoegde Staatssecretaris, zonder beperking van bedrag;
  b) de schuldvorderingen opgesteld ter uitvoering van een studie- of onderzoek overeenkomst welke door de Minister of de toegevoegde Staatssecretaris is goedgekeurd, zonder beperking van bedrag;
  c) elk document als gevolg van een specifiek koninklijk of ministerieel besluit voor toekenning van bepaalde bedragen door de Staat, zonder beperking van bedrag;
  d) de uitgaven ten laste van fondsen door de Europese Unie ter beschikking gesteld van het departement, zonder beperking van bedrag.

Art.7.Onverminderd de beschikkingen van artikel 6 van dit besluit, wordt aan [1 de [2 Directeur van de Ondersteunende Diensten]2]1 delegatie verleend :
  1° om te ondertekenen :
  a) gewaarmerkte afschriften of uittreksels;
  b) de briefwisseling met de Minister van Financiën, de Minister van Begroting [3 , de Inspectie van Financiën]3 en het Rekenhof;
  2° om de aan het Rekenhof voor te leggen ontvangst- en uitgavenrekeningen van de rekenplichtigen, evenals de rekeningen van goederen goed te keuren, zonder beperking van bedrag;
  [4 3° om de herverdelingsbulletins onder de ministeriële drempel goed te keuren en te tekenen.]4
  ----------
  (1)<MB 2020-09-23/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (2)<MB 2022-01-26/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (3)<MB 2023-03-28/07, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (4)<MB 2023-03-28/07, art. 2, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>

Art.8.Aan de goedkeurders opgelijst in de Chart of Authority (COA), beheerd door [1 de [2 Directeur van de Ondersteunende Diensten]2]1 en goedgekeurd door [3 de voorzitter van het Directiecomité]3, wordt delegatie verleend betreffende :
  1° de goedkeuring van facturen, schuldvorderingen, alle betalingsdocumenten, betalingsaanvragen inzake dotaties en toelagen;
  2° de ontvangst van goederen en diensten.
  ----------
  (1)<MB 2020-09-23/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (2)<MB 2022-01-26/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (3)<MB 2023-03-28/07, art. 3, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>

HOOFDSTUK 4. - DELEGATIE INZAKE DE PLAATSING EN DE UITVOERING VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN EN CONCESSIEOVEREENKOMSTEN
Sectie 1. - Bevoegdheid om het voorwerp van de opdracht of de concessie goed te keuren
Art.9.In toepassing van het koninklijk besluit van 22 december 2017 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopbeleid, wordt, voor een gemeenschappelijk overheidsopdracht waarvoor door de strategisch coördinator instemming van het departement wordt gevraagd, na overleg met de of meerdere betrokken directies, delegatie verleend :
  - aan de Voorzitter van het Directiecomité wanneer het nodige geraamde bedrag van het departement [5 ...]5 kleiner is dan 250.000 euro;
  - [2 aan de [3 Directeur van de Ondersteunende Diensten]3, wanneer het nodige geraamde bedrag van het departement kleiner is dan [4 140.000 euro]4.]2
  ----------
  (1)<MB 2020-09-23/10, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (2)<MB 2021-01-17/02, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (3)<MB 2022-01-26/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (4)<MB 2022-01-26/03, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (5)<MB 2023-03-28/07, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>

Art.10. Voor de behoeften van het departement die niet kunnen genieten van de toepassing van het bovenbedoeld koninklijk besluit van 22 december 2017, moet het voorwerp van de overheidsopdracht op voorhand zijn goedgekeurd door de minister van Werk.
  De goedkeuring van het voorwerp van de overheidsopdracht kan worden verleend ofwel door de goedkeuring van een aankoopprogramma waarin deze overheidsopdracht is opgenomen, ofwel door een beslissing die specifiek op deze overheidsopdracht betrekking heeft, met name indien het aankoopprogramma nog niet werd goedgekeurd of de voorgenomen overheidsopdracht niet werd opgenomen in het goedgekeurde aankoopprogramma.
  De goedkeuring van het voorwerp van de overheidsopdracht is niet vereist voor opdrachten waarvan het geraamde bedrag 30.000 euro niet overschrijdt.

Sectie 2. - Bevoegdheid om de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de overheidsopdrachtenprocedure goed te keuren
Art.11.§ 1. Op voorwaarde dat het voorwerp van de overheidsopdracht is goedgekeurd door de minister conform artikel 10, wordt delegatie verleend aan de Voorzitter van het Directiecomité om de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de plaatsingsprocedure goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het geraamde bedrag [8 ...]8 lager is dan 250.000 euro.
  § 2. [3 Op voorwaarde dat het voorwerp van de overheidsopdracht is goedgekeurd door de minister overeenkomstig artikel 10, wordt delegatie verleend aan de [5 Directeur van de Ondersteunende Diensten]5, om de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de plaatsingsprocedure goed te keuren voor overheidsopdrachten wanneer het geraamde bedrag [9 ...]9 lager is dan [7 140.000 euro]7.]3
  [1 § 2/1. [4 ...]4]1
  § 3. [10 Aan elke Directeur-generaal wordt delegatie verleend, om binnen de eigen directie,]10 de voorgestelde plaatsingsprocedure, de opdrachtdocumenten en het opstarten van de plaatsingsprocedure goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het geraamde waarde lager is dan 30.000 euro [10 ...]10.
  § 4. [11 ...]11
  ----------
  (1)<MB 2020-09-23/10, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (2)<MB 2020-09-23/10, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (3)<MB 2021-01-17/02, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (4)<MB 2021-01-17/02, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (5)<MB 2022-01-26/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (6)<MB 2022-01-26/03, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (7)<MB 2022-01-26/03, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (8)<MB 2023-03-28/07, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (9)<MB 2023-03-28/07, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (10)<MB 2023-03-28/07, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (11)<MB 2023-03-28/07, art. 7, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>

Sectie 3. - Bevoegdheid om de kandidaten selecteren
Art.12. Aan de Voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie verleend om de geselecteerde kandidaten tot deelname aan een overheidsopdracht waarvan het geraamde bedrag lager is dan 250.000 euro goed te keuren.

Sectie 4. - Bevoegdheid om overheidsopdrachten en concessies te gunnen en te sluiten
Art.13.§ 1. De voorzitter van het Directiecomité heeft delegatie om de gunningsbeslissing goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het bedrag [8 ...]8 lager is dan 250.000 euro.
  § 2. [3 De [5 Directeur van de Ondersteunende Diensten]5, heeft delegatie om de gunningsbeslissing goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het bedrag [9 ...]9 lager is dan [7 140.000 euro]7.]3
  [1 § 2/1.[4 ...]4]1
  § 3. [10 Elke Directeur-generaal heeft delegatie om, binnen de eigen directie,]10 de gunningsbeslissing goed te keuren voor overheidsopdrachten waarvan het bedrag lager is dan 30.000 euro, met uitzondering van de overheidsopdrachten inzake ICT.
  § 4. [11 ...]11
  ----------
  (1)<MB 2020-09-23/10, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (2)<MB 2020-09-23/10, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (3)<MB 2021-01-17/02, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (4)<MB 2021-01-17/02, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (5)<MB 2022-01-26/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (6)<MB 2022-01-26/03, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (7)<MB 2022-01-26/03, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (8)<MB 2023-03-28/07, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (9)<MB 2023-03-28/07, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (10)<MB 2023-03-28/07, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (11)<MB 2023-03-28/07, art. 9, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>

Art.14.§ 1. De voorzitter van het Directiecomité heeft delegatie om overheidsopdrachten te sluiten waarvan het bedrag [8 ...]8 lager is dan 250.000 euro.
  § 2. [3 De [5 Directeur van de Ondersteunende Diensten]5, heeft delegatie om overheidsopdrachten te sluiten waarvan het bedrag [9 ...]9 lager is dan [7 140.000 euro]7.]3
  [1 § 2/1. [4 ...]4]1
  § 3. [10 Elke Directeur-generaal heeft delegatie om, binnen de eigen directie,]10 overheidsopdrachten te sluiten waarvan het bedrag lager is dan 30.000 euro, met uitzondering van de overheidsopdrachten inzake ICT.
  § 4. [11 ...]11
  ----------
  (1)<MB 2020-09-23/10, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (2)<MB 2020-09-23/10, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (3)<MB 2021-01-17/02, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (4)<MB 2021-01-17/02, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (5)<MB 2022-01-26/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (6)<MB 2022-01-26/03, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (7)<MB 2022-01-26/03, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>
  (8)<MB 2023-03-28/07, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (9)<MB 2023-03-28/07, art. 5, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (10)<MB 2023-03-28/07, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>
  (11)<MB 2023-03-28/07, art. 16, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>

Sectie 5. - Wijzigingen van een opdracht of een raamovereenkomst
Art.15.Elke wijziging met financiële gevolgen voor de bepalingen van een overheidsopdracht of raamovereenkomst in de zin van de artikelen 37 en volgende van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt overeenkomstig artikel 13 voor goedkeuring voorgelegd aan de bevoegde persoon. Om de bevoegde persoon te bepalen, worden de bedragen van de oorspronkelijke overheidsopdracht en van de wijzigingen samengeteld.
  Elke essentiële wijziging die geen financiële impact heeft op de bepalingen van een overheidsopdracht of raamovereenkomst in de zin van artikel 37 en volgende van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt voor goedkeuring aan [1 de [2 Directeur van de Ondersteunende Diensten]2]1 voorgelegd.
  ----------
  (1)<MB 2020-09-23/10, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 11-12-2020>
  (2)<MB 2022-01-26/03, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>

Sectie 6. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art.16.Het bedrag van 30.000 euro vermeld in de voorgaande artikelen komt op het ogenblik van uitvaardiging van dit besluit overeen met het bedrag waaronder overheidsopdrachten kunnen tot stand komen via een aanvaarde factuur overeenkomstig artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
  Het bedrag van [1 140.000 euro]1 vermeld in de voorgaande artikelen komt op de datum van inwerkingtreding van dit besluit overeen met het bedrag waaronder de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking kan worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 42, § 1, 1°, a, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, en artikel 90, lid 1, 1°, van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
  Indien deze bedragen wegens wijzigingen in de wet- of regelgeving veranderen, dan gelden deze wijzigingen van rechtswege voor de in dit besluit genoemde bedragen.
  ----------
  (1)<MB 2022-01-26/03, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>

Art.17.Onder voorbehoud van toepassing van artikel 14, heeft het hoofd van de Cel van de overheidsopdrachten delegatie om alle briefwisseling te ondertekenen die in het kader van een plaatsingsprocedure van een overheidsopdracht of een concessieovereenkomst [1 , waarvan het bedrag hoger is dan 30.000 euro,]1 aan de inschrijvers wordt gericht.
  ----------
  (1)<MB 2023-03-28/07, art. 11, 005; Inwerkingtreding : 12-06-2023>

Art.18. De in dit besluit vermelde drempels zijn ook van toepassing op de delegatie van bevoegdheid voor de plaatsing en de uitvoering van concessieovereenkomsten die nodig zijn om aan de primaire behoeften van de administratie te voldoen.

Art.19. De bepalingen van artikel 14 zijn van toepassing op de afsluiting van de overheidsopdrachten voortvloeiende uit de uitvoering van een kaderakkoord die geen nieuwe oproep tot mededinging behoeft.
  Wanneer een openstelling voor mededinging voorzien is in het kader van een kaderakkoord, zijn de delegaties en drempels zoals voorzien in de artikelen 11, 13 en 14 van toepassing. De raming van het bedrag van de af te sluiten overheidsopdracht wordt in rekening gebracht voor de toepassing van de voormelde drempels.

HOOFDSTUK 5. - SPECIFIEKE DELEGATIES - VOORZITTER VAN HET DIRECTIECOMITE
Art.20. Aan de Voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie verleend om toelating te geven voor zendingen naar het buitenland.

Art.21. De bepalingen van de artikelen 4, 6, 11, § 1, 12, 13, § 1, 14, § 1, en 20 zijn eveneens van toepassing op de directeur-generaal of de directeur van een stafdienst die de Voorzitter van het Directiecomité vervangt in geval van afwezigheid of verhindering van deze laatste.

HOOFDSTUK 6. - ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETREKKINGEN
Art.22. Aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen wordt delegatie verleend :
  1° om te ondertekenen :
  a) de adviezen, evenals de wijzigingen en bevestigingen van deze adviezen betreffende de bevoegde paritaire comités;
  b) de besluiten tot aanneming en tot opheffing van de aanneming van de diamantwerkplaatsen;
  c) de vragen aan de Nationale Arbeidsraad voor advies over de representativiteit van vakorganisaties voor werkgevers voor een bepaalde bedrijfstak;
  2° om aan te duiden :
  a) de ad hoc secretarissen voor de vergaderingen van de paritaire comités en subcomités;
  b) de ad hoc voorzitters van de paritaire comités en subcomités en de organen opgericht in de schoot hiervan;
  c) één of meer ambtenaren als adviseur van een paritair comité of subcomité.

HOOFDSTUK 7. - ALGEMENE DIRECTIE TOEZICHT OP HET WELZIJN OP HET WERK
Art.23. Aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk wordt delegatie verleend om in uitzonderlijke omstandigheden, gewettigd door de aard van het toestel, technische noodzaak of het gebruik van het toestel, of in het geval van onvoorziene omstandigheden of ten gevolge van de evolutie van de techniek, de afwijkingen te verlenen van de voorschriften van het koninklijk besluit van 18 oktober 1991 betreffende de stoomtoestellen en van het ministerieel besluit van 28 oktober 1991 houdende uitvoering van dit koninklijk besluit.

HOOFDSTUK 8. - ALGEMENE DIRECTIE HUMANISERING VAN DE ARBEID
Art.24.Aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid wordt delegatie verleend :
  1° om, met het oog op de voorkoming van brandgevaar, de afwijkingen te verlenen van de voorschriften van artikel 52 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming;
  2° om, met het oog op de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, de afwijkingen te verlenen op de voorschriften van titel III van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming;
  3° om een afwijking toe te staan van het verbod bedoeld in artikel VI.1-30 van de codex over het welzijn op het werk, wat de chemische agentia betreft;
  4° om de toelating te verlenen straalbewerkings- en ontzandingswerkzaamheden uit te voeren onder de voorwaarden zoals bepaald in artikel VI.1-35, § 3, van de codex over het welzijn op het werk;
  5° om, in naam van de Minister, ter gelegenheid van een erkenningsaanvraag van een externe dienst voor preventie en bescherming alle relevante inlichtingen en documenten te vragen zoals bedoeld in artikel II.3-44, § 3, van de codex over het welzijn op het werk;
  6° om, in naam van de Minister, alle inlichtingen of documenten te vragen die nodig geacht worden op het ogenblik van de vernieuwing van de erkenning, zoals bedoeld in artikel II.3-47, § 3, van de codex over het welzijn op het werk;
  7° om, in naam van de Minister, het model vast te leggen van het verslag van een controle door een externe dienst voor technische controle bedoeld in artikel II.5-10, tweede lid, van de codex over het welzijn op het werk;
  8° om, in naam van de Minister, afwijkingen van de technische voorschriften van boek III, titel 5 van de codex over het welzijn op het werk te verlenen in uitzonderlijke omstandigheden, gewettigd door de aard van de opslag, technische noodzaak, of ingeval van onvoorziene omstandigheden of ten gevolge van de evolutie van de techniek zoals bedoeld in artikel III.5-5 van die codex;
  9° om, in naam van de Minister, afwijkingen te verlenen zoals bedoeld in de artikelen V.2-27 tot V.2-33 van de codex over het welzijn op het werk, wat betreft de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van lawaai op het werk;
  10° om, in naam van de Minister, afwijkingen te verlenen zoals bedoeld in de artikelen V.3-24 tot V.3-30 van de codex over het welzijn op het werk wat betreft, de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van mechanische trillingen op het werk;
  11° om, in naam van de Minister, afwijkingen te verlenen zoals bedoeld in de artikelen V.7-35 tot V.7-41 van de codex over het welzijn op het werk wat betreft, de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers tegen de risico's van elektromagnetische velden;
  12° om, in naam van de Minister, artsen na gunstig advies van de Vaste Operationele Commissie in te schrijven op de lijst van artsen-scheidsrechter bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters;
  13° om, in naam van de Minister, artsen in te schrijven op de lijst van artsen-scheidsrechter na een definitief gunstig advies van de Vaste Operationele Commissie na een bezwaarprocedure wegens aanvankelijk on gunstig advies zoals bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters;
  14° om, in naam van de Minister, een arts-scheidsrechter opnieuw in te schrijven na het verstrijken van de inschrijvingstermijn of van de hernieuwing van de inschrijving, zoals bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechter;
  15° om, in naam van de Minister, een arts-scheidsrechter te schorsen of te schrappen uit de lijst van artsen-scheidsrechter zoals bedoeld in artikel 14, laatste lid van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters;
  16° om, in naam van de Minister, de volgende handelingen te stellen in het kader van de betoelaging van pilootprojecten ter preventie van burn-out :
  a) het recht om bijkomende informatie te vragen aan de Nationale Arbeidsraad over de motivering bedoeld in artikel 18, vierde lid, van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen;
  b) het nemen van de beslissing bedoeld in artikel 19 van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen;
  [1 17° om, in naam van de Minister, de volgende handelingen te stellen in het kader van de toekenning van een subsidie aan projecten inzake innovatieve arbeidsorganisatie:
   a) het recht om bijkomende informatie te vragen aan de Nationale Arbeidsraad over de motivering bedoeld in artikel 36, vierde lid, van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen;
   b) het nemen van de beslissing bedoeld in artikel 37 van het koninklijk besluit van 26 november 2013 in uitvoering van artikel 191, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen.]1
  ----------
  (1)<MB 2023-09-22/12, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 02-12-2023>

HOOFDSTUK 9. [1 - Algemene Directie Arbeidsrecht en juridische studiën]1   ----------   (1)
Art.25. Aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen, Inspraakorganen en Werkgelegenheid wordt delegatie verleend om, in naam van de Minister, de getuigschriften te ondertekenen die afgeleverd worden met toepassing van het ministerieel besluit van 8 november 1990 tot uitvoering van artikel 4, derde lid, van het koninklijk besluit van 22 september 1989 tot bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.

HOOFDSTUK 10. [1 ...]1   ----------   (1)
Art.26.Aan de Adviseur-generaal van de Afdeling van de juridische studiën, de documentatie en de geschillen [2 , Directie van de geschillen]2 wordt delegatie verleend :
  1° om advocaten belast met het behandelen van aangelegenheden voor rekening van het departement aan te duiden;
  2° om elke briefwisseling en alle documenten van alle rechtscolleges te ondertekenen en in ontvangst te nemen;
  3° om kwijtingen in verband met schadeloosstellingen te ondertekenen;
  4° om zich burgerlijk partij te stellen;
  5° om klacht in te dienen bij de onderzoeksrechter met burgerlijke partijstelling;
  6° om een vordering in tussenkomst en vrijwaring in te stellen;
  7° om te beslissen om in bepaalde gevallen geen vordering in te stellen;
  8° om te beslissen om hoger beroep in te stellen;
  9° om te beslissen om cassatieberoep in te stellen;
  10° om vonnissen en arresten te laten betekenen en te laten uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder;
  11° om een volmacht te verlenen aan een advocaat teneinde een dossier op de griffie van de rechtbank te kunnen raadplegen;
  12° om een geschil te beëindigen door een minnelijke schikking;
  [1 13° om klacht in te dienen bij de politie en verklaring te doen als benadeelde persoon.]1
  ----------
  (1)<MB 2021-01-17/02, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 06-02-2021>
  (2)<MB 2022-01-26/03, art. 7, 004; Inwerkingtreding : 18-02-2022>

HOOFDSTUK 10. - ALGEMENE BEPALINGEN
Art.27. De administratiechefs, afdelingschefs en de dienstchefs worden gemachtigd om aan het onder hun gezag geplaatste personeel verlof te verlenen met uitzondering van deze bepaald bij artikel 8 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen.

Art.28. De administratiechefs, afdelingschefs en dienstchefs worden gemachtigd:
  1° om de briefwisseling te ondertekenen voor de Minister, wanneer het zaken betreft ressorterende onder hun respectievelijke diensten en in verband met de gewone akten van onderrichtingen, de aanvragen om inlichtingen, de herinneringsbrieven en de bulletins of brieven van overmaking;
  2° om afschriften en uittreksels, berustend in de archieven van hun dienst, voor eensluidend te verklaren;
  3° om de "goed voor druk" te ondertekenen voor het Belgisch Staatsblad;
  4° om de uitgavenstaten voor zendingen in het buitenland goed te keuren;
  5° om hun bevoegdheden schriftelijk te (sub)delegeren aan personeelsleden van hun administratie.

Art.29. Het ministerieel besluit van 14 mei 2014 houdende delegatie van bevoegdheden wordt opgeheven.

Art. 30. Dit besluit treedt in werking op 2 juni 2019.