16 MEI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van een steun aan de ondernemingen die actief zijn in de visserij- en aquacultuursector om de uitzonderlijke droogte van 2018 het hoofd te bieden
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Steunregeling
Art. 3-10
HOOFDSTUK III. - Controles, sancties en beroep
Art. 11-16
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° de Administratie: de Directie Europese Programma's van het Departement Europees Beleid en Internationale Akkoorden van de Administratie in de zin van artikel D.3, 3°, van het Waalse Wetboek;
2° het Wetboek: het Waalse Landbouwwetboek;
3° de producent: de natuurlijke of rechtspersoon die één of meerdere aquacultuurproductie-eenheden op autonome wijze voor eigen profijt en eigen rekening beheert;
4° Verordening (EU) nr. 717/2014: Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (Publicatieblad, L.190, 28 juni 2014, blz. 45-54);
5° droogte: de uitzonderlijke klimatologische gebeurtenis die als dusdanig erkend is door het Koninklijk Belgisch Meteorologisch Instituut (KMI);
6° aquacultuurproductie-eenheid: een vestigingseenheid, in de zin van artikel I.2, 16°, van het Wetboek van economisch recht, waarin aquacultuur wordt beoefend.
Art.2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) nr. 717/2014 wordt een subsidie toegekend aan de ondernemingen die actief zijn in de visserij- en aquacultuursector, die verliezen hebben geleden en te kampen hebben met liquiditeitsproblemen als gevolg van de uitzonderlijke droogte tussen 1 juni 2018 en 30 september 2018 en die voldoen aan de voorwaarden van dit besluit.
Als de fondsen ontoereikend zijn, kan de Minister beslissen dat de steunaanvragen niet meer in aanmerking komen vanaf de datum die hij vaststelt.
HOOFDSTUK II. - Steunregeling
Art.3. De in artikel 2 bedoelde steun wordt verleend in de vorm van een subsidie ten bedrage van maximaal 100 % van de geleden verliezen.
Het in het vorige lid bedoelde totaalbedrag van de steun mag niet hoger zijn dan 30.000 euro over een periode van drie belastingjaren, waarvan het bedrag van elke de minimissteun die verleend werd in de loop van het lopende jaar en van de twee voorafgaande jaren afgetrokken wordt.
Art.4. Om voor de in artikel 2 bedoelde steun in aanmerking te komen, vervult de producent de volgende voorwaarden:
1° hij dient een steunaanvraag overeenkomstig de artikelen 5 en 6 in voor verliezen die uitsluitend worden geleden in aquacultuurproductie-eenheden op het grondgebied van het Waals Gewest;
2° hij beschikt over een correspondentieadres in België;
3° hij wordt in het GBCS door zijn partnernummer geïdentificeerd als beheerder van een of meerdere aquacultuurproductie-eenheden;
4° hij is geen publiekrechtelijke entiteit;
5° hij is geen onderneming in moeilijkheden, in de zin van artikel 3, 5), van Verordening (EG) nr.1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
6° hij heeft de verklaring op erewoord met betrekking tot de de-minimissteun aangevuld overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 717/2014 en zoals vastgesteld in de bijlage;
7° hij toont een verlies van minstens 2.000 euro als gevolg van de droogte aan.
De in het eerste lid, punt 1°, bedoelde verliezen kunnen betrekking hebben op verwerkingsactiviteiten wanneer ze worden uitgevoerd met levende vissen die gedurende ten minste drie weken worden bewaard in de kweekbassins van de aquacultuurproductie-eenheid waarop de steunaanvraag betrekking heeft.
Art.5. Het dossier m.b.t. de in artikel 4, 1°, bedoelde steunaanvraag wordt aan de hand van het door de Minister bepaalde formulier bij de Administratie ingediend, door de Administratie ter beschikking gesteld en omvat:
1° het ingevulde formulier m.b.t. de steunaanvraag, met de identificatie van de betrokken aquacultuurproductie-eenheden gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest;
2° een door een bevoegde deskundige opgemaakt verslag over de evaluatie van de schade als gevolg van de droogte;
3° het bewijs van het in artikel 4, 7°, bedoelde verlies;
4° ieder ander bewijsstuk dat nodig is voor de verificatie van de in artikel 4 vastgestelde voorwaarden.
De toegekende steun heeft geen betrekking op verliezen die verband houden met de teelt van genetisch gemodificeerde organismen.
Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, bepaalt de Minister de aanwijzingscriteria voor de bevoegde deskundigen.
De Minister kan bepalen welke documenten door de aanvrager moeten worden overgelegd om de door de droogte geleden verliezen aan te tonen en de door de deskundigen te volgen methodologie om bedoelde verliezen te ramen.
Art.6. De steunaanvraag wordt binnen twee jaar na de vaststelling van de ten gevolge van de droogte geleden verliezen door de bevoegde deskundige ingediend door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent overeenkomstig artikel D.15 van het Wetboek.
De Administratie bericht ontvangst ervan binnen een termijn van tien werkdagen te rekenen van de ontvangst ervan. Het bericht van ontvangst vermeldt:
1° de ontvangstdatum van de aanvraag;
2° de termijn waarin de beslissing genomen wordt.
Indien de steunaanvraag onvolledig is, stelt de Administratie de aanvrager hiervan op de hoogte door elk middel dat een vaste datum aan de zending verleent overeenkomstig artikel D.15 van het Wetboek en verzoekt zij hem deze binnen dertig dagen na ontvangst ervan aan te vullen.
De beslissing van de Minister wordt meegedeeld aan de Administratie binnen negentig dagen na de ontvangst van het volledig dossier.
Art.7. De Administratie vermeldt in de kennisgeving van de in artikel 6, vierde lid, bedoelde beslissing het de-minimiskarakter van de steun.
Art.8. Met inachtneming van Verordening (EU) nr. 717/2014 kan de Minister:
1° de procedure betreffende de steunaanvraag aanvullen;
2° louter procedurele aanvullende voorwaarden toevoegen die vereist worden voor de behandeling van de dossiers m.b.t. de steunaanvraag;
3° de lijst van de bij de steunaanvragen te voegen stukken aanvullen.
Art.9. De producent die overeenkomstig artikel 6, lid 4, een kennisgeving van gunstige beslissing tot toekenning van steun heeft ontvangen, verbindt zich ertoe:
1° alle documenten die de deskundige in staat stelden de verliezen vast te stellen, te bewaren tot het einde van het vijfde jaar na de datum waarop de steun werd toegekend;
2° de Administratie tot het einde van het vijfde jaar na de datum waarop de steun is toegekend, alle gegevens over zijn productie-, verwerkings- of afzetactiviteiten te verstrekken die ze hem zou kunnen vragen;
3° te bewijzen dat het bedrijf de milieunormen naleeft en het voorwerp uitmaak van een globale vergunning of een milieuvergunning.
Art.10. De steun wordt in één keer betaald na ontvangst van een betalingsaanvraag die volgens het door de Minister vastgestelde model wordt ingediend en die die door de producent gedateerd en ondertekend wordt.
Er kan geen enkele nalatigheidsintrest geëist worden betreffende de betalingen verricht in het kader van dit besluit.
HOOFDSTUK III. - Controles, sancties en beroep
Art.11. De aanvrager laat de Administratie toe, een plaatsbezoek af te leggen om na te gaan of de voorwaarden voor de toekenning van de steun worden nageleefd, na verwittiging van de aanvrager door de Administratie. Het verweer tegen deze controle leidt tot de weigering van de toekenning van de steun of tot een verhoudingsgewijze terugbetaling ervan.
Art.12. De Administratie gaat over tot de verificatie van het dossier en van de verbintenissen bedoeld in artikel 9.
In geval van onverschuldigde betaling of niet-naleving van de in artikel 9 bedoelde verbintenissen wordt de steun verlaagd of teruggevorderd in verhouding tot de vastgestelde tekortkoming.
Art.13. Overeenkomstig artikel D.17 van het Wetboek kan de producent binnen vijfenveertig dagen na ontvangst van de door de Administratie overgemaakte beslissing een beroep tegen iedere beslissing genomen krachtens dit besluit bij de Minister indienen.
De Minister of diens afgevaardigde:
1° hoort de verzoeker wanneer laatstgenoemde overeenkomstig artikel D.17, § 2, van het Wetboek vraagt om gehoord te worden;
2° neemt een beslissing inzake het beroep binnen drie maanden na ontvangst ervan.
Art.14. Er wordt geen van de steunbedragen waarin dit besluit voorziet, toegekend aan een producent die kunstmatig de voorwaarden heeft gecreëerd om voor dergelijke steunbedragen in aanmerking te komen die niet in overeenstemming zijn met de doelstellingen van dit besluit.
Art.15. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.
Art.16. De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Verklaring op erewoord van de onderneming
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 12-06-2019, p. 60837)