6 MEI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52bis, 58, 58/3 en 63 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63bis en 124bis in hetzelfde besluit(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-05-2019 en tekstbijwerking tot 02-04-2020)
Art. 1-11
Artikel 1. In artikel 27 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, worden een 19° en een 20° ingevoegd, luidende :
"19° niet-toeleidbare werkzoekende: de werkzoekende die de bevoegde dienst voor arbeidsbemiddeling identificeert aan de hand van de internationaal erkende screeningstool ICF - International Classification of Functioning, Disability and Health - en erkent als iemand die te maken krijgt met een combinatie van psychologische, medische en sociale factoren die zijn gezondheid en/of zijn sociale of professionele integratie ernstig aantasten, waardoor hij niet in het normale economische circuit of in het kader van al dan niet bezoldigd aangepast of omkaderd werk kan werken. Het statuut van niet-toeleidbare werkzoekende wordt toegekend voor een periode van twee jaar en is hernieuwbaar met een nieuwe evaluatie door de screeningstool ICF.
De hierboven vermelde screeningstool ICF betreft de tool, die door de bevoegde gewestelijke diensten van arbeidsbemiddeling wordt gebruikt, en die er toe strekt de niet-toeleidbare werkzoekenden te identificeren;
20° beschermingsuitkering: de uitkering die wordt toegekend aan de niet-toeleidbare werkzoekende bedoeld in 19° nadat zijn recht op inschakelingsuitkeringen is vervallen.
Voor de toepassing van dit besluit wordt de beschermingsuitkering gelijkgesteld met een uitkering voor volledige werkloosheid.".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 36sexies ingevoegd, luidende :
"Art. 36sexies. - De werkzoekende van wie het recht op inschakelingsuitkeringen in toepassing van artikel 63 is vervallen, krijgt recht op beschermingsuitkeringen als hij ten laatste op het moment waarop het recht op inschakelingsuitkeringen vervalt, voldoet aan de volgende voorwaarden :
1° hij heeft een specifiek of aangepast begeleidingstraject gevolgd zoals vermeld in artikel 58, § 1, derde lid, 1° of 2°, met minstens een functionele balans, evenals acties, indien nodig intensieve acties, gericht op het verminderen van de impact van de factoren die de integratie op de arbeidsmarkt belemmeren of op het bevorderen van de socioprofessionele inschakeling;
2° hij werd in de loop of na afloop van het traject bedoeld in 1°, geïdentificeerd en erkend als niet-toeleidbare werkzoekende in de zin van artikel 27, 19°;
3° hij werkt op een positieve manier mee aan de specifieke begeleidingsacties die zijn aangepast aan zijn statuut van niet-toeleidbare werkzoekende en die de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling hem voorstelt.
In afwijking van artikel 42, kan de werkzoekende bedoeld in het eerste lid na een onderbreking van de vergoeding opnieuw recht hebben op beschermingsuitkeringen als op het moment van de uitkeringsaanvraag de volgende voorwaarden zijn vervuld :
1° hij heeft in de periode van drie jaar vóór zijn uitkeringsaanvraag minstens één beschermingsuitkering gekregen;
2° hij voldoet opnieuw aan de voorwaarden in het eerste lid, 1° tot 3°;
3° hij werd niet eerder uitgesloten van het recht op beschermingsuitkeringen in toepassing van artikel 63bis, tweede lid, 2°.".
Art.3. In artikel 51, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000, en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 april 2019, wordt een 12° ingevoegd, luidende :
"12° het feit dat de niet-toeleidbare werkzoekende in de zin van artikel 27, 19°, die werkloosheidsuitkeringen of inschakelingsuitkeringen krijgt, weigert om op een positieve manier mee te werken aan de specifieke begeleidingsacties die zijn aangepast aan zijn statuut van niet-toeleidbare werkzoekende en die de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling hem voorstelt.".
Art.4. In artikel 52bis, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk beluit van 2 oktober 1992, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 juni 2014, wordt een 8° ingevoegd, luidende :
"8° het feit dat de niet-toeleidbare werkzoekende in de zin van artikel 27, 19°, die werkloosheidsuitkeringen of inschakelingsuitkeringen krijgt, weigert om op een positieve manier mee te werken aan de specifieke begeleidingsacties die zijn aangepast aan zijn statuut van niet-toeleidbare werkzoekende en die de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling hem voorstelt.".
Art.5. - In artikel 58, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 december 2015, wordt tussen het derde en het vierde lid, een nieuw lid ingevoegd, luidende :
"De volledig werkloze wordt vrijgesteld van de verplichting bedoeld in het tweede lid, 2°, gedurende een periode van hoogstens twee jaar, eventueel hernieuwbaar, waarin hij door de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt erkend als niet-toeleidbare werkzoekende in de zin van artikel 27, 19°.".
Art.6. In artikel 58/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 december 2015, wordt een § 4bis ingevoegd, luidende :
" § 4bis. - De procedure voor de controle van de actieve beschikbaarheid wordt opgeschort gedurende de periode van hoogstens twee jaar, eventueel hernieuwbaar, waarin de werkloze door de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt erkend als niet-toeleidbare werkzoekende in de zin van artikel 27, 19°.
De procedure voor de controle van de actieve beschikbaarheid wordt opnieuw van toepassing vanaf de eerste dag van de derde maand na de maand waarin de periode van erkenning als niet-toeleidbare werkzoekende afloopt of later wanneer de voorwaarden in artikel 58/2 opnieuw zijn vervuld.".
Art.7. In artikel 63 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006 en laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 2, vierde lid, 3° en 4°, worden de woorden "31 december 2019" vervangen door de woorden "31 maart 2020";
2° in § 2 wordt het zesde lid opgeheven;
3° § 6 wordt opgeheven.
Art.8. In hetzelfde besluit wordt een artikel 63bis ingevoegd, luidende :
"Art. 63bis. - Na afloop van het recht op inschakelingsuitkeringen in toepassing van artikel 63, krijgt een jonge werknemer die voldoet aan de voorwaarden in artikel 36sexies de beschermingsuitkering :
1° gedurende de periode waarin hij door de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt erkend als niet-toeleidbare werkzoekende in de zin van artikel 27, 19°, en actief meewerkt aan de specifieke begeleidingsacties die zijn aangepast aan zijn statuut van niet-toeleidbare werkzoekende en die die dienst hem voorstelt;
2° gedurende een bijkomende periode van 24 maanden, berekend vanaf de datum waarop de erkenning als niet-toeleidbare werkzoekende afloopt, als uit een attest van de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling blijkt dat de jonge werknemer opnieuw beschikbaar is voor de arbeidsmarkt.
Gedurende die periode van 24 maanden wordt de jonge werknemer onderworpen aan de bepalingen van dit besluit.
Het recht op een beschermingsuitkering loopt af :
1° op het einde van de periode bedoeld in het eerste lid, 1° of 2°;
2° op de eerste dag van de maand na de maand waarin de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling aan de Rijksdienst heeft meegedeeld dat de niet-toeleidbare werkzoekende in de zin van artikel 27, 19°, niet of niet meer op een positieve manier meewerkt aan de specifieke begeleidingsacties die zijn aangepast aan zijn statuut van niet-toeleidbare werkzoekende en die die dienst hem voorstelt.".
Art.9. In hetzelfde besluit wordt een artikel 124bis ingevoegd, luidende :
"Art. 124bis. - Het dagbedrag van de beschermingsuitkering wordt vastgelegd in overeenstemming met de bepalingen in artikel 124, eerste en tweede lid.".
Art.10.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019.
In afwijking van het eerste lid, kan de niet-toeleidbare werkzoekende ten vroegste vanaf [1 1 oktober 2020]1 van de beschermingsuitkering genieten.
[1 De jonge werknemer bedoeld in artikel 63, § 2, vierde lid, 3° of 4°, van wie het recht op inschakelingsuitkeringen afloopt op 31 maart 2020, in toepassing van artikel 63, § 2, vierde lid, 3° of 4°, zoals gewijzigd door artikel 7 van dit besluit, kan beschermingsuitkeringen krijgen vanaf 1 oktober 2020, als hij ten laatste op 30 september 2020 voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 36sexies, ingevoegd door dit besluit.]1
De bepalingen van artikel 63, § 2, vierde lid, 3° en 4°, zoals laatst gewijzigd door artikel 7 van dit besluit, worden opgeheven vanaf [1 1 oktober 2020]1.
----------
(1)<KB 2020-03-30/04, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 31-03-2020>
Art. 11. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.