Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 MAART 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 2 december 2004 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de incentives om de milieubescherming en het duurzame energiegebruik te begunstigen



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2004027295 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 2 december 2004 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de incentives om de milieubescherming en het duurzame energiegebruik te begunstigen, wordt punt 21°, opgeheven bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2018, in volgende lezing hersteld:
  " 21° voertuig: het motorvoertuig, het samenstel van voertuigen of aanhangwagen bedoeld of gebruikt, al dan niet gedeeltelijk, al dan niet uitsluitend, voor het vervoer over de weg van goederen en waarvan het maximaal toegestane totaalgewicht meer dan 3,5 ton bedraagt, met uitzondering van het motorvoertuig, het samenstel van voertuigen of aanhangwagen, gebruikt op beperkte manier op de openbare weg.".

Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/4 ingevoegd, luidend als volgt :
  " Art. 2/4. § 1. De Minister of de gemachtigd ambtenaar kan een premie toekennen aan de onderneming die, naast de voorwaarden bedoeld in artikel 2:
  1° een investering uitvoert, namelijk het monteren van een aardgasaangedreven uitrusting op een voertuig waarvoor de verkeersbelasting in het Waals Gewest verschuldigd is;
  2° een bedrijfszetel heeft, gelegen in het Waalse Gewest.
  De toegelaten investeringen vertegenwoordigen 100 % van de prijs van de motorkit en de brandstoftank benodigd voor de uitrusting bedoeld in lid 1, 1°.
  Het globale bedrag van de premie bedoeld in lid 1 wordt vastgesteld op 30 % van de toegelaten investeringen voor kleine en middelgrote ondernemingen en op 15 % van de toegelaten investeringen voor grote ondernemingen.
  De Minister kan de toegelaten investeringen, bedoeld in lid 1, nader bepalen.
  § 2. De Minister of de gemachtigd ambtenaar kan een premie toekennen aan de onderneming die, naast de voorwaarden bedoeld in artikel 2:
  1° een investering uitvoert, namelijk de aankoop van een nieuw voertuig, aangedreven op samengedrukt aardgas (CNG) waarvoor de verkeersbelasting in het Waals Gewest verschuldigd is;
  2° een bedrijfszetel heeft, gelegen in het Waalse Gewest.
  De toegelaten investeringen worden beperkt tot 30 % van de prijs, met een maximumbedrag van 100.000 euro, van het nieuwe voertuig bedoeld in lid 1, 1°.
  Het globale bedrag van de premie bedoeld in lid 1 wordt vastgesteld op 50 % van de toegelaten investeringen voor kleine en middelgrote ondernemingen en op 40 % van de toegelaten investeringen voor grote ondernemingen.
  De Minister kan de toegelaten investeringen, bedoeld in lid 1, nader bepalen.
  § 3. De Minister of de gemachtigd ambtenaar kan een premie toekennen aan de onderneming die, naast de voorwaarden bedoeld in artikel 2:
  1° een investering uitvoert, namelijk de aankoop van een nieuw voertuig, aangedreven op vloeibaar gemaakt aardgas (LNG) waarvoor de verkeersbelasting in het Waals Gewest verschuldigd is;
  2° een bedrijfszetel heeft, gelegen in het Waalse Gewest.
  De toegelaten investeringen worden beperkt tot 40 % van de prijs, met een maximumbedrag van 120.000 euro, van het nieuwe voertuig bedoeld in lid 1,1°.
  Het globale bedrag van de premie bedoeld in lid 1 wordt vastgesteld op 50 % van de toegelaten investeringen voor kleine en middelgrote ondernemingen en op 40 % van de toegelaten investeringen voor grote ondernemingen.
  De Minister kan de toegelaten investeringen, bedoeld in lid 1, nader bepalen.
  § 4. In afwijking van artikel 15, § 1, lid 1, en § 2, lid 2, wordt de aanvraag tot vereffening van de premies bedoeld in de paragrafen 1 tot 3 ingediend binnen de drie maanden te rekenen van de datum van kennisgeving van de beslissing of binnen de drie maanden te rekenen van de datum van de laatste factuur waarmee de toegelaten investeringen voor de premies bedoeld in de paragrafen 1 tot 3 bewezen worden.
  De onderneming kan maximum dertig investeringen voorleggen.
  De facturen waarmee de toegelaten investeringen voor de premies bedoeld in de paragrafen 1 tot 3 bewezen worden, worden uiterlijk op 31 december 2021 uitgereikt.".

Art.3. In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 14 mei 2009, 26 februari 2015 en 22 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, worden de woorden "in artikel 2/1" vervangen door de woorden "in artikelen 2/1 en 2/4";
  2° in het tweede lid, worden de woorden "in artikel 2/1" vervangen door de woorden "in artikelen 2/1 en 2/4".

Art.4. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een 3°, luidend als volgt:
  "3° in geval van voorafgaande aanvraag van de onderneming met betrekking tot de afstand van de investeringen of de wijziging van de bestemming of van de gebruiksvoorwaarden ervan, bedoeld in artikel 16, lid 1, 3°, van het decreet.".

Art.5. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met drie leden, luidend als volgt :
  " Bij een gedeeltelijke intrekking van de beslissing tot toekenning van de investeringspremie, die plaatsvindt voor de vereffening van de gehele premie, wordt het niet-verschuldigd deel van de investeringspremie, voor zover deze niet hoger is dan het te vereffenen restsaldo, afgetrokken van de vereffening van één of meerdere toekomstige schijven.
  In de gevallen waarin de feiten die aanleiding geven tot terugvordering niet hun oorsprong vinden in een fout of een vrijwillige daad van de onderneming of haar aandeelhouders, kan de Minister of de gemachtigd ambtenaar toelaten dat de incentives behouden worden ter hoogte van de verhouding tussen het aantal jaren van werkelijk gebruik van het aan genoemde incentive onderworpen goed en het in artikel 12 van het decreet voorziene aantal jaren zonder dat er evenwel minder dan drie jaar verstreken mogen zijn sinds het einde van de uitvoering van de investering tot de dag waarop de gebeurtenis plaatsvindt die de intrekking van de incentive verantwoordt.
  De Minister of de gemachtigd ambtenaar kan van de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de investeringspremie afzien wanneer de kost van deze terugvordering hoger dreigt te zijn dan het terug te vorderen bedrag.".

Art. 6. De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.