Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

29 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming



Inhoudstafel:


Art. 1-12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2009203941 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. - In artikel 1 van het besluit van de Regering van 14 mei 2009 inzake jeugdbijstand en jeugdbescherming wordt de bepaling onder 8° vervangen als volgt :
  "8° departement : het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Jeugdbijstand en Jeugdbescherming;"

Art.2. - In artikel 3, 3°, van hetzelfde besluit worden de woorden "gespecialiseerde afdelingen" vervangen door de woorden "departementen".

Art.3. - In artikel 30, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder 4° worden de woorden "de afdeling" vervangen door de woorden "het departement";
  2° in de bepaling onder 5° worden de woorden "de afdeling" vervangen door de woorden "het departement".

Art.4. - In artikel 41, 6°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de afdeling" vervangen door de woorden "het departement".

Art.5. - In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de woorden "de bevoegde afdeling" vervangen door de woorden "het departement".

Art.6. - In artikel 46, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de betrokken afdeling" vervangen door de woorden "het departement".

Art.7. - In hoofdstuk VIII, afdeling 2, van hetzelfde besluit wordt een artikel 46.1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 46.1 - Financiële tegemoetkoming
  § 1 - De jongere die door beslissing van een administratieve of gerechtelijke overheid gedurende minstens dertig opeenvolgende dagen residentieel begeleid wordt, krijgt voor de duur van zijn verblijf een maandelijkse financiële tegemoetkoming in de vorm van een forfaitair bedrag van 53 euro vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin zijn residentiële begeleiding begonnen is.
  Het in het eerste lid vermelde bedrag van de financiële tegemoetkoming is gekoppeld aan de indexering van de wedden van de openbare dienst van de Duitstalige Gemeenschap op basis van de spilindex 138,01.
  Als de jongere de bijslagtrekkende van de kinderbijslag overeenkomstig artikel 28, § 3, en artikel 116 van het decreet van 23 april 2018 betreffende de gezinsbijslagen is, vervalt het recht op de financiële tegemoetkoming vermeld in het eerste lid.
  Zodra de jongere meerderjarig is geworden, licht het departement de jongere in over het gespaarde bedrag, bepaalt het departement samen met de jongere de nadere regels voor de uitbetaling ervan en geeft het departement de jongere advies omtrent de bestemming van dat bedrag.
  Op gemotiveerd verzoek van de jongere kan het departement in uitzonderlijke omstandigheden een uitbetaling toestaan voordat de jongere meerderjarig geworden is.
  § 2 - De biologische ouders van de jongere vermeld in § 1, eerste lid, kunnen bij het departement, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, een aanvraag tot terugbetaling van de volgende kosten indienen :
  1° kosten voor de ritten om het bezoekcontact na te komen;
  2° kosten voor de ritten naar gesprekken met of in opdracht van de dienst voor jeugbijstand, de dienst voor gerechtelijke jeugdbijstand of de dienst voor pleeggezinnen.
  De vervoerskosten die de biologische ouders met het openbaar vervoer hebben gemaakt voor de ritten vermeld in het eerste lid, worden terugbetaald na overlegging van een bewijs van een maatschappij voor openbaar vervoer, ongeacht de afgelegde afstand. De kosten voor ritten met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen worden terugbetaald op basis van de prijs van een rit in 2e klasse.
  De reiskostenvergoeding voor de rit met de eigen wagen wordt berekend overeenkomstig de bepalingen inzake reiskosten die van toepassing zijn op het personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
  De kosten worden eerst terugbetaald nadat het departement de ingediende bewijzen onderzocht heeft.
  De terugbetaling van de kosten vermeld in het eerste lid kan in de volgende gevallen geweigerd worden :
  1° als de biologische ouders hun in artikel 50 bedoelde verplichting om een eigen bijdrage in de kosten voor de onderbrenging te betalen, niet nakomen;
  2° als de biologische ouders overeenkomstig artikel 28, § 2, van het decreet van 23 april 2018 betreffende de gezinsbijslagen bijslagtrekkenden van de kinderbijslag zijn.
  Op gemotiveerd verzoek van de biologische ouders kan het departement in uitzonderlijke omstandigheden een terugbetaling toestaan van kosten die niet in het eerste lid worden vermeld."

Art.8. - In artikel 50 van hetzelfde besluit worden de woorden "de betrokken afdeling" telkens vervangen door de woorden "het departement".

Art.9. - In artikel 55, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de Afdeling" vervangen door de woorden "het departement".

Art.10. - In hoofdstuk VIII, afdeling 3, van hetzelfde besluit wordt een artikel 48.1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 48.1 - Financiële tegemoetkoming
  Artikel 46.1, dat betrekking heeft op de financiële tegemoetkoming, is mutatis mutandis van toepassing op het pleegouderschap."

Art.11. - Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.

Art. 12. - De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.