28 FEBRUARI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het decreet van 3 mei 2012 tot uitvoering van het decreet van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 3 mei 2012 tot uitvoering van het decreet van 27 oktober 2011 betreffende steunverlening voor banencreatie via de bevordering van beroepsovergang naar het statuut van zelfstandige als hoofdactiviteit wordt punt 2° vervangen als volgt:
"2° de Minister: de Minister(s) bevoegd voor Economie en Tewerkstelling;".
Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 2 wordt aangevuld met de punten 3° en 4°, luidend als volgt:
"3° ofwel een diploma van het hoger onderwijs (korte type of lange type) inzake beheer, handel, economie, afgeleverd door onderwijsinrichtingen erkend, gesubsidieerd of georganiseerd door de openbare overheid of elk gelijkwaardig diploma erkend door de Regering;
4° ofwel wanneer de persoon die zich in de hoedanigheid van zelfstandige als hoofdactiviteit wenst te vestigen, meer dan vijftig jaar oud is, een getuigschrift met betrekking tot de basiskennis inzake beheer bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, waarvan de inhoud gedetailleerd wordt in artikel 6 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 ter uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, en een verklaring op erewoord die getuigt van een beroepservaring van minstens drie jaar in dezelfde professionele activiteitensector als die van zijn vestiging als hoofdactiviteit, en dit, binnen acht jaar voor de indiening van de aanvraag;";
2° in paragraaf 4, in het enige lid, wordt het eerste streepje opgeheven;
3° paragraaf 4 wordt aangevuld met twee volgende streepjes, luidend als volgt:
"-de gerechtigden wier activiteit als zelfstandige onder een knelpuntsector valt overeenkomstig de door de "Forem" vastgestelde lijst van de knelpuntberoepen;
- de gerechtigden wier activiteit als zelfstandige onder een sector valt met een technologische meerwaarde, met name in de innovatiesector of de digitale sector.".
Art.3. In artikel 4, § 1,van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) punt 2° wordt vervangen als volgt:
"2° een verklaring op erewoord, gedateerd en ondertekend door de aanvrager, waarin hij verklaart dat hij zich niet in een van de situaties bedoeld in artikel 4, eerste lid, 1e°tot en met 4°, van het decreet bevindt;";
b) punt 3° wordt opgeheven;
c) punt 4° wordt aangevuld met de woorden "zolang de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi", hierna de "Dienst" genoemd, niet beschikt over de toegang tot de authentieke gegevens van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ);";
d) in 6° worden de woorden "voor de personen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1e° van het decreet, een aanslagbiljet van de Federale Overheidsdienst Financiën voor het laatste beschikbare belastingjaar alsmede" opgeheven;
e) punt 7° wordt vervangen als volgt:
"7° voor de personen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 2°, van het decreet, het afschrift van het diploma, van het attest, van de titel of van het getuigschrift bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 1° tot en met 4°;
f) in 9° worden de woorden "artikel 3, punt 3, van Verordening EG nr. 1998/2006 van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de de-minimissteun" vervangen door de woorden "Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun";
g) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt:
"Wat het eerste lid, 7°, betreft, bevat de in artikel 5, § 1, eerste lid, van het decreet bedoelde aanvraag, voor de personen bedoeld in artikel 3, zesde lid, van het decreet, bovendien een verklaring op erewoord gedateerd en ondertekend door de aanvrager. Deze verklaring op erewoord bevestigt dat de aanvrager in de loop van het laatste jaar voor de indiening van zijn aanvraag stappen heeft ondernomen of acties heeft gevoerd om zijn vaardigheden aan te vullen in de sector of in de bedrijfstak waarin hij zich wenst te vestigen en/of inzake beheer in de zin van artikel 3, zesde lid, van het decreet en van artikel 3, § 3, derde en vierde leden. Op verzoek van de "Forem" worden deze stappen, in voorkomend geval, bewezen door de in artikel 3, § 3, vierde lid bedoelde attesten of kwalificaties van opleidings- of onderwijsverstrekkers erkend, gesubsidieerd of georganiseerd door de overheden of door een beroepservaring.
Overeenkomstig artikel 6, eerste lid, 2°, van het decreet en wat betreft de beoordeling van de haalbaarheid van het project en de directe operationele aard ervan, wordt de aanvrager die de ondersteuning heeft genoten van een accountant of een belastingadviseur ingeschreven bij het Instituut van de Accountants en de Belastingsconsulenten of bij het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten, overeenkomstig het akkoordprotocol van 11 december 2018 gesloten tussen de Minister en het Instituut van de Accountants en de Belastingsconsulenten en het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten, vrijgesteld van de verplichting om ter ondersteuning van zijn aanvraag gegevens over de financiële benadering van het project te verstrekken. Wanneer de "Forem" of het Selectiecomité het nodig acht, kan de "Forem" de aanvrager om bijkomende informatie vragen om na te gaan of het project aan de voorwaarde vermeld in artikel 6, 2°, van het decreet voldoet.
In het kader van de behandeling van de aanvragen voor de incentive heeft de Dienst toegang tot de authentieke gegevensbronnen die nodig zijn voor de verificatie van de toekenningsvoorwaarden bepaald bij of krachtens de artikel 3 en 4 van het decreet.
In het kader van de behandeling van de aanvragen voor de incentive kan de Dienst, wanneer dit artikel in de overlegging van een door de aanvrager gedateerde en ondertekende verklaring op erewoord voorziet, in voorkomend geval het bewijs van de inhoud van de verklaring krijgen waarbij hij toegang heeft tot de authentieke gegevensbronnen of waarbij hij de aanvrager om de overlegging van bewijsstukken verzoekt.".
Art.4. In artikel 9, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "een aanslagbiljet van de Federale Overheidsdienst Financiën voor het laatste beschikbare belastingjaar" ingevoegd tussen de woorden "de ingaande en uitgaande factuurboeken" en de woorden ", enz.".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2019.
Art. 6. De Minister van Economie en de Minister van Tewerkstelling zijn belast met de uitvoering van dit besluit.