Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 FEBRUARI 2019. - Ministerieel besluit houdende uitvoering van het besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor de omschakeling op biologische aquacultuurproductie



Inhoudstafel:


Art. 1-9
BIJLAGEN.
Art. N1-N2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° het besluit van 21 februari 2019 : het besluit van de Waalse Regering van 21 februari 2019 betreffende de steun voor de omschakeling op biologische aquacultuurproductie;
  2° de aquacultuurvoorziening met een gedeeltelijk recirculatiesysteem: de aquacultuurvoorziening waarin het uit de kweekbassins stromende water, na behandeling, slechts gedeeltelijk opnieuw in het watervoorzieningscircuit van de bassins wordt ingebracht.

Art.2. Overeenkomstig artikel 3, tweede lid, van het besluit van 21 februari 2019 wordt in verband met de in artikel 3, eerste lid, 4°, van het besluit van 21 februari 2019 bedoelde voorwaarden het volgende gepreciseerd :
  1° het ondernemingsplan betreft de nieuwe aquacultuurproductie-eenheid van de aanvrager en de ontwikkeling van de activiteiten van die eenheid over een periode van minimum 3 jaar.
  Dat plan bevat op zijn minst :
  a) een raming van de kosten, omzet en winsten van de nieuwe aquacultuurproductie-eenheid van de aanvrager, geventileerd per soorten producten die door de aanvrager in de handel worden gebracht;
  b) een uitvoerige inventaris van de vanaf de installatie verrichte investeringen en degene die tot het verstrijken van het ondernemingsplan gepland worden;
  c) een analyse van de sterke en zwakke punten, kansen en belemmeringen van de aquacultuurproductie-eenheid;
  d) de omschrijving van de maatregelen, met inbegrip van degene gebonden aan de duurzaamheid van het leefmilieu en aan het doeltreffende gebruik van de hulpbronnen, die nodig zijn voor de ontwikkeling van de activiteiten van het aquacultuurbedrijf, zoals investeringen, opleidingen en adviezen;
  2° de haalbaarheidsstudie die een milieu-evaluatie van de handelingen omvat, wordt geacht vervuld te worden door de toekenning van de milieuvergunning of globale vergunning;
  3° het onafhankelijke afzetrapport waaruit blijkt dat er goede en duurzame marktvooruitzichten voor het product bestaan, en dat betrekking heeft op de belangrijkste door de aanvrager gefokte soort of op een soort die tot dezelfde familie behoort, en dat wordt uitgevoerd in het licht van de economische context in een of meer lidstaten van de Europese Unie.

Art.3. Overeenkomstig artikel 4, vijfde lid, van het besluit van 21 februari 2019, wordt de in de verbintenis inzake biologische productie opgenomen maximale terugwerkende periode op twaalf maanden vastgesteld.

Art.4. Overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit zijn de overeenkomstige modaliteiten van de aquacultuur de volgende :
  1° de aquacultuurvoorzieningen met een gedeeltelijk recirculatiesysteem op voorwaarde dat het niet gaat om gesloten recirculatievoorzieningen voor aquacultuur in de zin van artikel 2, j), van Verordening (EG) nr. 889/2008 en dat het percentage behandeld water dat opnieuw ingebracht wordt in het watervoorzieningscircuit van de kweekbassins of -vijvers gebruikt voor de biologische productie niet meer dan 60 % bedraagt;
  2° de polycultuur bedoeld in artikel 2, o), van Verordening (EG) nr. 889/2008 op voorwaarde dat alle soorten betrokken bij die polycultuur door het gemachtigde controleorgaan als biologische productie gecertificeerd worden;
  3° de kweek met exemplaren van hetzelfde geslacht op voorwaarde dat de verrichte sortering artikel 25nonies van Verordening (EG) nr. 889/2008 en artikel 15, paragraaf 1, c), van Verordening (EG) nr. 834/2007 in acht neemt;
  4° de aanwezigheid van broedkamers en kweekkamers waarin de kweek van zowel biologische als niet-biologische juvenielen op hetzelfde bedrijf wordt toegestaan, overeenkomstig artikel 25quater van Verordening (EG) nr. 889/2008;
  5° de aanwezigheid op hetzelfde bedrijf van zowel biologische als niet-biologische eenheden voor de dierlijke aquacultuurproductie, voor wat betreft de opkweek, overeenkomstig artikel 25quater van Verordening (EG) nr. 889/2008;
  6° indien de biologische productie-eenheid bevoorraad wordt door een waterafname in een waterloop bedraagt de in artikel 6 ter, lid 2, van Verordening (EG) nr. 889/2008 bedoelde minimumscheidingsafstand twee kilometer langs de waterloop tussen de overstorten van de stroomopwaartse eenheden en de waterafname van de biologische productie-eenheid.

Art.5. Overeenkomstig de artikelen 5, tweede lid, en 12, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de lijst van de soorten en hun houderijpraktijken alsmede de voor steun toegestane minimumgewichten in bijlage 2 vastgesteld.

Art.6. Overeenkomstig artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit wordt het minimumbedrag van de steun op 2.000 euro vastgesteld.

Art.7. Overeenkomstig artikel 7, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de selectiecriteria van de steunaanvragen in bijlage 1 vastgesteld.
  De toekenning van de steun voor de krachtens het eerste lid geselecteerde aanvragen geschiedt in chronologische volgorde op basis van de datum van de kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag overeenkomstig artikel 8 van het besluit van 21 februari 2019.

Art.8. Overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van hetzelfde besluit bedraagt de termijn voor de kennisgeving van de ontvankelijkheid van de aanvraag maximum twintig werkdagen.

Art.9. Overeenkomstig artikel 10, § 4, derde lid, van hetzelfde besluit wordt het forfaitaire bedrag van de steun voor de omschakeling op biologische aquacultuurproductie, uitgedrukt in euro per kubieke meter van het volume van de bij een verbintenis inzake biologische productie betrokken kweekbassins en -vijvers, in bijlage 2 bij dit besluit vastgesteld.
  Het maximumbedrag van de in aanmerking komende steun per begunstigde wordt naar gelang van de soort en van de houderijpraktijken betrokken bij de verbintenis inzake biologische productie vastgesteld als volgt :
  1° 25.000 euro, voor de soorten a) tot en met f) van artikel 2 van bijlage 2 indien de verbintenis betrekking heeft op de productiecyclus zoals bepaald in artikel 2, p), van Verordening (EG) nr. 889/2008;
  2° 21.000 euro, voor de soorten a) tot en met f) van artikel 2 van bijlage 2 indien de verbintenis betrekking heeft op een opkweek verricht tijdens een periode van minstens twaalf maanden;
  3° 12.000 euro, voor de soorten a) tot en met f) van artikel 2 van bijlage 2 indien de verbintenis betrekking heeft op een opkweek verricht tijdens een periode van achtentwintig dagen;
  4° 25.000 euro, voor de soorten a) tot en met f) van artikel 2 van bijlage 2 indien de verbintenis betrekking heeft op de laatste levensstadia tot de oogst.
  De voor steun in aanmerking komende maximumbedragen die in het tweede lid worden vastgesteld mogen in het kader van eenzelfde verbintenis niet gecumuleerd worden.

BIJLAGEN.
Art. N1. BIJLAGE 1. - Selectiecriteria voor de steun voor de omschakeling op biologische aquacultuurproductie


Selectiecriterium(a) Minimale selectiescore
Relevantie van de handeling ten opzichte van de doelstellingen bepaald in artikel 53 van Verordening (EU) nr. 508/2014 7 / 10
Art. N2. BIJLAGE 2. - Minimum verkoopgewicht en forfaitair bedrag van de steun
  Artikel 1. De minimale verkoopgewichten die door de begunstigde moeten worden bereikt, betreffen de cumulatieve verkopen gedurende de eerste drie jaar van de verbintenis inzake biologische productie voor de soorten, vijvers en kweekvijvers waarop deze verbintenis betrekking heeft, en worden uitgedrukt in kilo's per kubieke meter water in deze kweekbassins en -vijvers.
  Art. 2. De forfaitaire bedragen van de overheidssteun, de soorten, de houderijpraktijken en de in artikel 1 bedoelde minimale verkoopgewichten die in aanmerking komen voor steun voor de omschakeling op biologische productie, zijn de volgende :


Toegelaten soorten
  
Toegelaten houderijpraktijken Verkocht minimumgewicht (kg/m3) Forfaitair steunbedrag (EUR/m3)
a) Beekforel, Salmo trutta fario;
  b) Regenboogforel, Oncorhynchus mykiss;
  c) Donauzalm, Hucho hucho;
  d) Bronforel, Salvelinus fontinalis;
  e) Trekzalm, Salvelinus alpinus
  f) Vlagzalm, Thymallus thymallus.
  
Kweek in bassins en in vijvers (met uitzondering van de kweekkooien); 0,7 60,00