15 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
Art. 1-3
Artikel 1. In het koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt een artikel 7/1 ingevoegd luidend als volgt :
"Art. 7/1. - Hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, zoals toepasselijk vóór 1 januari 2015, is opnieuw van toepassing vanaf de inwerkingtreding van het koninklijk besluit dat huidig artikel 7/1 invoegt, op de werknemers die in toepassing van artikel 6 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 zoals het gold op 31 december 2014 reeds onderbrekingsuitkeringen genoten vóór 1 januari 2015, als deze werknemers een nieuwe aanvraag gebaseerd op voormeld artikel 6 indienen en de volgende voorwaarden vervuld zijn :
- het genot van onderbrekingsuitkeringen tijdelijk werd onderbroken omwille van een vermindering van de arbeidsprestaties groter dan deze genoten vóór 1 januari 2015 of van een schorsing van de arbeidsprestaties voor de specifieke vormen, als bedoeld in artikel 1 van het voormeld besluit van 12 december 2001;
- de nieuwe aanvraag betreft dezelfde vermindering van arbeidsprestaties als deze genoten vóór 1 januari 2015.".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3. De minister die bevoegd is voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.