Details





Titel:

20 DECEMBER 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de stopzetting van de ZEV-premie, de verlenging van de energieleningen voor niet-commerciële instellingen en coöperatieve vennootschappen en de sloop en heropbouwpremie, en de aanpassing van de parameters voor de berekening van de onrendabele top(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-12-2019 en tekstbijwerking tot 21-08-2020)



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2020040371 



Artikels:

Artikel 1. Aan artikel 7.8.1 van het Energiebesluit van 19 november 2010, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 januari 2016 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016, 13 januari 2017, 9 juni 2017, 9 maart 2018, 30 november 2018 en 28 juni 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 2, eerste lid wordt in de tabel de laatste kolom opgeheven;
  2° aan paragraaf 2 wordt een vierde lid toegevoegd dat luidt als volgt:
  "In afwijking van het eerste en derde lid komen voor premiejaar 2019 enkel zero-emissievoertuigen in aanmerking voor zover het voertuig uiterlijk op 31 december 2019 werd besteld.";
  3° in paragraaf 4 worden tussen de woorden "Dienst voor Inschrijving van Voertuigen (DIV)" en de woorden "aan via een webapplicatie" de woorden "en niet later dan 31 oktober 2020" ingevoegd.

Art.2. In artikel 7.9.2, § 3, eerste lid, 2° van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2017, wordt de datum "31 december 2019" vervangen door de datum "31 december 2020".

Art.3. Aan artikel 7.12.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2019 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1 wordt tussen de woorden "de Vlaamse Gemeenschap" en de woorden "en tot het" de zinsnede "of de middelen die door de minister daartoe, na beslissing van de Vlaamse Regering, in het Energiefonds worden gereserveerd," ingevoegd;
  2° in paragraaf 2, 3° wordt de datum "31 oktober 2019" vervangen door de datum "31 december 2020";
  3° in paragraaf 3, tweede lid wordt tussen de datum "1 augustus 2019" en het woord "premieaanvragen" de zinsnede ", en vervolgens vanaf 1 januari 2020 telkens per kwartaal," ingevoegd.

Art.4. In artikel 12.3.17/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Onverminderd artikel 7.12.1, § 4 kan de premie ook verkregen worden voor dossiers waarvan de aanvraag tot het verkrijgen van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen, vermeld in artikel 7.12.1, werd ingediend vanaf 1 november 2019, maar voor de inwerkingtreding van dit lid, op voorwaarde dat de aanvraag, op straffe van onontvankelijkheid, alsnog werd ingediend voor 1 april 2020.".

Art.5. In punt 3 van bijlage III/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019, wordt in de tabel de rij


R 5 5 5 5 5 5 7,5 7,5 7,5 7,5 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
vervangen door de rij


R 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 4,75 6,5 6,5 6,5 6,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Art.6. In punt 3 van bijlage III/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018, wordt in de tabel de rij


r  12 12 12 12 12 12 12
vervangen door de rij


r  10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5
Art.7. In bijlage III/3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 3 wordt in de tabel de rij


R 5 7,5 12 12 5 7,5 12 12 12 12 12 5
vervangen door de rij


R 4,75 6,5 10,5 10,5 4,75 6,5 10,5 10,5 10,5 10,5 10,5 4,75
2° aan punt 3.1.6 worden de volgende zinnen toegevoegd:
  "Voor de categorie zon zal het Vlaams Energieagentschap voor het aandeel zelfafname van de geproduceerde elektriciteit een percentage van minstens 50% hanteren. Dat betekent niet dat er voor projecten met een lagere zelfafname geen onrendabele top wordt berekend, maar wel dat in de steunberekening voor dergelijke projecten met een lagere zelfafname het voormelde minimumpercentage wordt gehanteerd.
  Voor de berekening van de zelfafname kan lokaal gebruik ook in rekening worden gebracht. Hieronder wordt verstaan elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen die na de productie ervan:
  1° hetzij wordt geïnjecteerd in een directe lijn en door de eindafnemer wordt afgenomen via die directe lijn;
  2° hetzij achter het aansluitingspunt of koppelpunt met het elektriciteitsdistributienet wordt geïnjecteerd en daarbij ter plaatse of nabij door een eindafnemer afgenomen en verbruikt wordt op een locatie gelegen achter ofwel hetzelfde aansluitingspunt van de eindafnemer met het elektriciteitsdistributienet, ofwel achter hetzelfde koppelpunt van een gesloten distributienet met het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoersnet van elektriciteit.".

Art.8. Bijlage III/1 en bijlage III/2 bij het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij artikel 5 en 6, zijn van toepassing op projecten met startdatum vanaf 1 april 2020.
  In afwijking van artikel 6.2/1.5 van het Energiebesluit van 19 november 2010 zorgt het Vlaams Energieagentschap er voor dat over de representatieve projectcategorieën, vermeld in artikel 6.2/1.2 en 6.2/1.4 van het Energiebesluit van 19 november 2010, uiterlijk op 1 februari 2020 een definitief rapport aan de minister wordt bezorgd voor wat betreft projecten met startdatum vanaf 1 april 2020. De procedure, vermeld in artikel 6.2/1.5, § 1, eerste lid en § 2, derde lid van het Energiebesluit van 19 november 2010, is van overeenkomstige toepassing.
  In afwijking van artikel 6.2/1.6, tweede lid van het Energiebesluit van 19 november 2010 worden de bandingfactoren die aangepast zijn naar aanleiding van het rapport, vermeld in het tweede lid, voor nieuwe projecten van toepassing vanaf 1 april 2020.

Art.9. Bijlage III/3 bij het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij artikel 7, 1° van dit besluit, is van toepassing op de projecten waarvoor vóór 1 januari 2020 nog geen definitieve aanvraag voor een projectspecifieke bandingfactor is ingediend, conform artikel 6.2/1.7, § 2, tweede lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010.
  Bijlage III/3 bij het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij artikel 7, 2°, van dit besluit, is van toepassing op de projecten waarvoor op 1 januari 2020, conform artikel 6.2/1.7, § 2, vierde lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, door de minister, bevoegd voor het energiebeleid, of door de Vlaamse Regering, nog geen voorlopige of definitieve bandingfactor werd toegekend.
  Bijlage III/3 bij het Energiebesluit van 19 november 2010, zoals gewijzigd bij artikel 7, 2°, van dit besluit, is niet van toepassing op de actualisatie van lopende projecten die op 1 januari 2020 al een [1 voorlopige of]1 definitieve bandingfactor hebben.
  ----------
  (1)<BVR 2020-07-10/34, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 31-08-2020>

Art.10. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020, met uitzondering van artikel 1 dat in werking treedt op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.