Details





Titel:

11 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit nr. 52 met betrekking tot de bewijsregeling inzake de vrijstellingen betreffende de intracommunautaire leveringen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen en met betrekking tot de vrijstelling van intracommunautaire verwervingen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Bewijsregeling inzake de vrijstellingen betreffende de intracommunautaire leveringen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Vrijstelling van intracommunautaire verwervingen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen
Art. 5
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 6-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1992003848 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Bewijsregeling inzake de vrijstellingen betreffende de intracommunautaire leveringen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen
Artikel 1. De in artikel 39bis, eerste lid, van het Wetboek bedoelde vrijstellingen van de belasting zijn afhankelijk van het bewijs, door de leverancier ten aanzien van de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde, dat alle voorwaarden voor de toepassing van die vrijstellingen daadwerkelijk vervuld zijn.

Art.2. Met het oog op het bewijs dat er een levering van goederen heeft plaatsgevonden voor de toepassing van de vrijstellingen bedoeld in artikel 39bis, eerste lid, 1° tot 3°, van het Wetboek, is de leverancier steeds in het bezit van alle documenten waaruit de echtheid van de levering van goederen blijkt. Die documenten omvatten onder meer de contracten, de bestelbons, de facturen en de betalingsdocumenten.

Art.3. § 1. Met het oog op het bewijs dat de goederen verzonden of vervoerd zijn vanuit België naar een andere lidstaat voor de toepassing van de vrijstellingen bedoeld in artikel 39bis, eerste lid, van het Wetboek, is de leverancier steeds in het bezit van alle documenten waaruit de echtheid van de verzending of het vervoer van de goederen vanuit België naar een andere lidstaat blijkt. Die documenten omvatten onder meer de vervoerdocumenten, de facturen van vervoerders, de verzekeringsdocumenten en de betalingsdocumenten met betrekking tot het vervoer.
  § 2. Goederen worden, behoudens tegenbewijs door de administratie, geacht te zijn verzonden of vervoerd vanuit België naar een andere lidstaat wanneer de leverancier in het bezit is van de documenten bedoeld in artikel 45bis van de uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 houdende vaststelling van maatregelen ter uitvoering van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
  § 3. Goederen die het voorwerp uitmaken van een levering bedoeld in artikel 39bis, eerste lid, 1° tot 3°, van het Wetboek worden, behoudens tegenbewijs door de administratie, geacht te zijn verzonden of vervoerd vanuit België naar een andere lidstaat wanneer de leverancier in het bezit is van de volgende documenten waarvan de inhoud niet strijdig is met die van de documenten bedoeld in artikel 2:
  - een bestemmingsdocument met betrekking tot die goederen;
  - de factuur met betrekking tot het vervoer, indien de goederen voor rekening van de leverancier werden vervoerd.
  Het eerste lid is niet van toepassing wanneer de leverancier wist of moest weten dat de goederen niet vanuit België naar een andere lidstaat werden verzonden of vervoerd.

Art.4. § 1. Het bestemmingsdocument bedoeld in artikel 3, § 3, eerste lid, vermeldt:
  1° de naam of de maatschappelijke benaming van de leverancier, het adres van zijn administratieve of maatschappelijke zetel en zijn in artikel 50 van het Wetboek bedoeld btw-identificatienummer;
  2° de naam of de maatschappelijke benaming van de afnemer, het adres en het btw-identificatienummer van een andere lidstaat dan België waaronder de afnemer de intracommunautaire verwerving heeft verricht;
  3° de bevestiging dat het bestemmingsdocument betrekking heeft op de aankomst van goederen die het voorwerp uitmaken van de levering vrijgesteld op grond van artikel 39bis, eerste lid, 1° tot 3°, van het Wetboek;
  4° de plaats van aankomst van de goederen, namelijk het adres in de lidstaat van aankomst, ander dan België;
  5° de gebruikelijke benaming en de hoeveelheid van de goederen en, ingeval van vervoermiddelen, het identificatienummer ervan;
  6° de datum van uitreiking van de factuur evenals het opeenvolgend nummer dat de factuur op eenduidige wijze identificeert of, wanneer de factuur nog niet is uitgereikt, een andere tussen de partijen gebruikte referentie die ondubbelzinnig aan de factuur is verbonden, op voorwaarde dat zowel de leverancier als de afnemer in het bezit zijn van een exemplaar van het document dat die referentie bevat;
  7° de datum van de ontvangst van de geleverde goederen.
  In afwijking van het eerste lid mag een geglobaliseerd bestemmingsdocument worden opgesteld voor alle leveringen vrijgesteld op grond van artikel 39bis van het Wetboek die werden gedaan voor eenzelfde afnemer gedurende een periode die niet meer bedraagt dan drie opeenvolgende kalendermaanden. In dat geval worden de gegevens bedoeld in het eerste lid, 4° tot 7°, vermeld per levering die is vrijgesteld op grond van artikel 39bis van het Wetboek en vermeldt het bestemmingsdocument tevens de periode waarop het betrekking heeft.
  § 2. Het bestemmingsdocument wordt opgesteld door de leverancier, de afnemer of door een persoon die door één van hen naar behoren werd gemachtigd.
  Het bestemmingsdocument wordt gedateerd, ondertekend en bezorgd aan de leverancier uiterlijk binnen de drie maanden na het verstrijken van de periode waarop het document betrekking heeft, door één van de volgende personen:
  1° de afnemer;
  2° een door de afnemer gemachtigde persoon die uit hoofde van zijn functie binnen de onderneming van de afnemer geacht mag worden kennis te hebben van de door de onderneming verrichte aankopen en die op het bestemmingsdocument de melding "in naam van de afnemer" aanbrengt evenals zijn naam en zijn functie binnen de onderneming.
  Ingeval de goederen niet naar een inrichting van de afnemer worden verzonden of vervoerd, wordt het bestemmingsdocument eveneens gedateerd en ondertekend door een persoon van wie de functie binnen de onderneming het mogelijk maakt te attesteren dat de goederen daar effectief zijn aangekomen. Hij brengt op het bestemmingsdocument de melding "in naam van de afnemer" aan, evenals zijn naam, zijn functie en de naam van de onderneming die de inrichting uitbaat.
  § 3. De Minister van Financiën bepaalt de toepassingsmodaliteiten van dit artikel met betrekking tot het papieren of elektronisch formaat van het document, de authenticiteit van de ondertekening en de integriteit van de inhoud.

HOOFDSTUK 2. - Vrijstelling van intracommunautaire verwervingen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen
Art.5. De bepalingen opgenomen in afdeling 2 van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992, met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde, zijn eveneens van toepassing op de intracommunautaire verwervingen van goederen die vrijgesteld zijn op grond van artikel 40, § 1, 1°, b, van het Wetboek.

HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.6. Het koninklijk besluit nr. 52 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen betreffende de intracommunautaire leveringen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen, alsook betreffende de intracommunautaire verwervingen van goederen, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde wordt opgeheven.

Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.

Art. 8. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.