28 NOVEMBER 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de aanstelling van de bevoegde dienst en agenten in het kader van de overname van de dienst van de verkeersbelasting op de autovoertuigen en van de belasting op de inverkeerstelling door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Aanstelling van de bevoegde dienst en de bevoegde agenten bedoeld in het Wetboek van de inkomstenbelastingen
Art. 2-6
HOOFDSTUK 3. - Aanstelling van de bevoegde dienst en agenten bedoeld in het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
Art. 7-12
HOOFDSTUK 4. - Aanstelling van de bevoegde dienst en agenten bedoeld in het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
Art. 13-16
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding en uitvoeringsmaatregel
Art. 17-18
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1. De bepalingen van dit besluit zijn uitsluitend van toepassing voor wat betreft de verkeersbelasting op de autovoertuigen en de belasting op de inverkeerstelling, zoals respectievelijk bedoeld in artikel 3, eerste lid, 10° en 11°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten.
HOOFDSTUK 2. - Aanstelling van de bevoegde dienst en de bevoegde agenten bedoeld in het Wetboek van de inkomstenbelastingen
Art.2. De bevoegde dienst zoals bedoeld in de artikelen 323, 335, eerste lid, 336, 337, eerste lid, 340, 355, eerste lid, 356, eerste en tweede lid, 374, eerste lid, 376, § 1, 2°, en § 3, 1° en 2°, 377quater, tweede lid, 418, eerste lid, 419, eerste lid, 6°, en tweede lid, 433, § 1, 1° en 3°, 435, § 1, derde lid, 1°, en vierde lid, en 470/1, eerste, tweede, vierde en vijfde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is telkens de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art.3. De bevoegde agent zoals bedoeld in de artikelen 356, eerste lid, 366, eerste lid, 367, 375, § 1, 376ter, eerste lid, 410, derde lid, en 417 van hetzelfde Wetboek is telkens de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
In geval de betrekking van directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de directeur-diensthoofd met de grootste dienstanciënniteit binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
In geval van afwezigheid van de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de directeur-diensthoofd met de grootste dienstanciënniteit binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art.4. De bevoegde agent zoals bedoeld in de artikelen 298, § 2, 427, 428, 429, 430, 431, 433, § 1, 2°, 434, § 1, eerste lid, 435, § 1, derde lid, 440, tweede lid, 442, eerste en tweede lid, en 443bis, § 2, 3° van hetzelfde Wetboek is telkens de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.
In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art.5. De bevoegde agent zoals bedoeld in de artikelen 298, § 1, 355, eerste lid, 376, § 1, eerste lid, en § 3 van hetzelfde Wetboek is telkens de Directeur van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
In geval de betrekking van de Directeur van de Directie Inkohiering niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, worden de bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.
Art.6. De bevoegde agenten zoals bedoeld in de artikelen 335, eerste en tweede lid, 336, 337, tweede, derde en vierde lid, 374, eerste lid, 379, 398 en 399bis, eerste lid van hetzelfde Wetboek zijn telkens de statutaire of contractuele agenten van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
HOOFDSTUK 3. - Aanstelling van de bevoegde dienst en agenten bedoeld in het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
Art.7. De bevoegde dienst zoals bedoeld in artikel 35 van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen is de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art.8. De voor de invordering bevoegde dienst bedoeld in artikel 36ter, § 2, van hetzelfde Wetboek is de Directie Financieel Beheer van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art.9. De bevoegde agent zoals bedoeld in artikel 36quater, § 2, eerste lid, van hetzelfde Wetboek is de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.
In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art.10. De bevoegde agent zoals bedoeld in artikel 40, eerste lid, van hetzelfde Wetboek is de Directeur van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
In geval de betrekking van de Directeur van de Directie Inkohiering niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, worden de bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.
Art.11. De bevoegde agenten zoals bedoeld in artikel 38, eerste en tweede lid van hetzelfde Wetboek zijn telkens de statutaire of contractuele agenten van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art.12. De bevoegde agenten zoals bedoeld in de artikelen 29, eerste lid, en artikel 102, eerste lid, van hetzelfde Wetboek zijn telkens de statutaire of contractuele agenten van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
HOOFDSTUK 4. - Aanstelling van de bevoegde dienst en agenten bedoeld in het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
Art.13. In artikel 4 van het koninklijk besluit van 8 juli 1970 houdende de algemene verordening betreffende de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen worden de woorden "directeur-generaal van directe belastingen of zijn gemachtigde" vervangen door de woorden "Directeur van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit".
In geval de betrekking van de Directeur van de Directie Inkohiering niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.
In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, worden de bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.
Art.14. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het tweede lid worden de woorden "Administratie der directe belastingen" vervangen door de woorden "Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit";
2° in het derde lid worden de woorden "Administratie der directe belastingen" vervangen door de woorden "Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit".
Art.15. In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de wet van 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid worden de woorden "ambtenaren en beambten van de Administratie der directe belastingen, van de Administratie der douane en accijnzen, van de Administratie van het kadaster, de beëdigde gemeenteambtenaren en -beambten, de rijkswacht, de gerechtelijke agenten bij de parketten, de speciale controleurs van de administratie van het vervoer en de leden van het toezicht" vervangen door de woorden "statutaire of contractuele agenten van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit";
2° in het tweede lid worden de woorden "Minister van Financiën" vervangen door de woorden "Brusselse Hoofdstedelijke Regering" en worden de woorden "der directe belastingen" vervangen door de woorden "van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit of de door hem gedelegeerde agent".
Art.16. In artikel 21, § 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 december 1971 worden de woorden "Administratie der directe belastingen" vervangen door de woorden "Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit".
HOOFDSTUK 4. - Inwerkingtreding en uitvoeringsmaatregel
Art.17. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.
Art. 18. De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.