Details





Titel:

24 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling en indeling van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van instellingen voor secundair onderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling en indeling van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van instellingen voor secundair onderwijs
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs
Art. 2-8
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 9-10
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989029496  1989029601 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling en indeling van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van instellingen voor secundair onderwijs
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 1989 tot vaststelling en indeling van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van instellingen voor secundair onderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 oktober 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt :
  "Dit besluit is van toepassing op de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de volgende instellingen die door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd en gesubsidieerd worden :
  1° de instellingen voor voltijds secundair onderwijs;
  2° de instellingen voor voltijds secundair onderwijs die deeltijds beroepssecundair onderwijs organiseren;
  3° de instellingen voor voltijds secundair zeevisserijonderwijs die deeltijds secundair zeevisserijonderwijs organiseren.";
  2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "Dit besluit is ook van toepassing op de autonome centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs die door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd en gesubsidieerd worden.".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs
Art.2. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de salarisschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 2 wordt punt 11° opnieuw opgenomen in de volgende lezing :
  "11° het diploma van educatieve master;";
  2° er wordt een paragraaf 3bis ingevoegd, die luidt als volgt :
  " § 3bis. Het diploma van educatieve bachelor in het secundair onderwijs en het diploma van educatief graduaat in het secundair onderwijs worden ook als een bewijs van pedagogische bekwaamheid beschouwd, behalve als aan al de volgende voorwaarden is voldaan :
  1° het betreft een opdracht in een algemeen vak of een gelijknamig technisch of praktisch toegepast vak in de derde graad aso, tso of kso;
  2° het voormelde diploma wordt gecombineerd met een basisdiploma van master als vermeld in artikel 6, § 1, 2bis, van dit besluit, dat uitgereikt is na het academiejaar 2022-2023.
  Als de diploma's gecombineerd worden met het basisdiploma van master als vermeld in het eerste lid, 2°, behoren die diploma's tot de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen.";
  3° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 4. Bij de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen worden het diploma van onderwijzer en van bachelor in het onderwijs : lager onderwijs en van educatieve bachelor in het lager onderwijs en het diploma van kleuteronderwijzer en van bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs en van educatieve bachelor in het kleuteronderwijs ook als een bewijs van pedagogische bekwaamheid beschouwd.
  Bij de volgende ambten worden de diploma's, vermeld in het eerste lid, ook als bewijs van pedagogische bekwaamheid beschouwd :
  1° adjunct-directeur;
  2° beheerder;
  3° coördinator;
  4° directeur;
  5° technisch adviseur;
  6° technisch adviseur-coördinator.".

Art.3. In artikel 5bis, § 2, 2°, b), van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008, wordt het woord "hogeschool" telkens vervangen door de woorden "instelling voor hoger onderwijs" en wordt het woord "hogescholen" telkens vervangen door de woorden "instellingen voor hoger onderwijs".

Art.4. In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° aan punt 2bis worden de woorden "met inbegrip van het diploma van educatieve master" toegevoegd;
  2° er wordt een punt 29ter ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "29ter. het diploma van educatieve bachelor in het lager onderwijs;";
  3° er wordt een punt 30ter ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "30ter. het diploma van educatieve bachelor in het kleuteronderwijs;";
  4° aan punt 35bis worden de woorden "met inbegrip van het diploma van educatief graduaat in het secundair onderwijs" toegevoegd;
  5° er wordt een punt 36ter ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "36ter. het diploma van educatieve bachelor in het secundair onderwijs;".

Art.5. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° aan punt 5, 1°, laatste streepje, worden de woorden "met inbegrip van het diploma van educatief graduaat in het secundair onderwijs" toegevoegd;
  2° aan punt 5, 2°, derde streepje, worden de woorden "en het diploma van educatieve bachelor in het lager onderwijs" toegevoegd;
  3° aan punt 5, 2°, vierde streepje, worden de woorden "en het diploma van educatieve bachelor in het kleuteronderwijs" toegevoegd;
  4° aan punt 5, 2°, voorlaatste streepje, worden de woorden "en het diploma van educatieve bachelor in het secundair onderwijs" toegevoegd;
  5° in punt 24 wordt de zinsnede "Titel V van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II" vervangen door de zinsnede "artikel 3, 16°, van het decreet van 9 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs";
  6° aan het punt 48, eerste alinea, wordt een bepaling toegevoegd, die luidt als volgt :
  "- het diploma van educatief graduaat in het secundair onderwijs;";
  7° in punt 49 en punt 50 wordt na de zinsnede "bachelor in het onderwijs : secundair onderwijs" de zinsnede "en vanaf 1 september 2019 : het diploma van educatieve bachelor in het secundair onderwijs" toegevoegd;
  8° in punt 49 en punt 50, eerste lid, wordt na de woorden "bachelor in het onderwijs : lager onderwijs" de zinsnede "en vanaf 1 september 2019 het diploma van educatieve bachelor in het lager onderwijs" toegevoegd;
  9° in punt 49 en punt 50 wordt na de zinsnede "bachelor in het onderwijs : kleuteronderwijs" de zinsnede "en vanaf 1 september 2019 : het diploma van educatieve bachelor in het kleuteronderwijs" toegevoegd;
  10° aan punt 50, eerste alinea, wordt een bepaling toegevoegd, die luidt als volgt :
  "- en vanaf 1 september 2019 : educatieve master en educatief graduaat in het secundair onderwijs.".

Art.6. Aan artikel 10, § 1bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 november 2007 en 4 september 2009, wordt de volgende zin toegevoegd :
  "Dat geldt ook voor de educatieve bachelor in het secundair onderwijs, met uitzondering van de verkorte educatieve bachelor in het secundair onderwijs.".

Art.7. Artikel 21bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, wordt vervangen door wat volgt :
  "Art. 21bis. De bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen, vermeld in bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd, treden in werking op 1 september 2019.
  De bekwaamheidsbewijzen en salarisschalen die voorafgegaan worden door code 1, hebben uitwerking met ingang van 1 september 2017, met de beperking evenwel dat daaruit tijdens de periode van 1 september 2017 tot en met 31 augustus 2019 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling.".

Art.8. Bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015, wordt vervangen door bijlage 1, die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019.
  Artikel 1 heeft uitwerking met ingang van 1 september 2008.

Art.10. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 29-08-2019, p. 82191)