Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 JUNI 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van een tegemoetkoming aan de bosuitbaters en aan de eigenaren die schade geleden hebben wegens het verkeersverbod in de bossen en wouden, in het door Afrikaanse varkenspest besmette gebied



Inhoudstafel:

TITEL I. - Algemene bepalingen
Art. 1
Titel II. - Steun verleend aan de bosuitbaters
HOOFDSTUK I. - Voorwaarden voor het toekennen van de steunmaatregel en verplichtingen van de bosuitbaters
Art. 2-5
HOOFDSTUK II. - Berekeningsmethodes
Art. 6
Titel III. - Steun toegekend aan de boseigenaren
HOOFDSTUK I. - Voorwaarden voor het toekennen van de steunmaatregel en verplichtingen van de boseigenaren
Art. 7-10
HOOFDSTUK II. - Berekeningsmethodes
Art. 11
Titel IV. - Gemeenschappelijke bepalingen
HOOFDSTUK I. - Onderzoek van de aanvraag, kennisgeving van de beslissing, beroepsmogelijkheid en betaling van de vergoeding
Art. 12-16
Titel V. - Slotbepalingen
Art. 17-18
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

TITEL I. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° Verordening (EU) nr. 1470/2013 van 18 december 2013 : Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de minimissteun;
  2° Boswetboek : het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek ;
  3° Dienst : het Departement Natuur en Bossen van de Waalse Overheidsdienst Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;
  4° ministerieel besluit van 15 januari 2019: het ministerieel besluit van 15 januari 2019 houdende een tijdelijk verbod op het verkeer in bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken ;
  5° ministerieel besluit van 13 maart 2019: het ministerieel besluit van 13 maart 2019 houdende een tijdelijk verbod op het verkeer in bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken ;
  6° de Minister : de Minister bevoegd voor de bossen ;
  7° " OEWB " : de " Office économique wallon du Bois ".

Titel II. - Steun verleend aan de bosuitbaters
HOOFDSTUK I. - Voorwaarden voor het toekennen van de steunmaatregel en verplichtingen van de bosuitbaters
Art.2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten en met inachtneming van de voorwaarden en verplichtingen, vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1470/2013 van 18 december 2013, wordt, in de vorm van een subsidie, steun verleend aan de bosuitbaters die verhinderd zijn geweest om toegang te krijgen tot hun boskavels, gelegen in ofwel het kerngebied ofwel het buffergebied, overeenkomstig de opeenvolgende verkeersverboden in wouden en bossen, geldend van 17 september 2018 tot en met 15 januari 2019 in het kader van de maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest.
  Met deze steun worden gedekt :
  1° de waardevermindering van zowel loof- als naaldhout, reeds geveld op het tijdstip van inwerkingtreding van het verkeersverbod, en die niet afgevoerd zijn kunnen worden ;
  2° de waardevermindering van epicea's die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het verkeersverbod gezond waren, en die vervolgens in waarde zijn gedaald wegens overwoekering door schorskevers, bij gebreke van mogelijkheid tot exploitatie en afvoer ;
  3° de waardevermindering van epicea's die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het verkeersverbod reeds aangetast waren, en die bijkomend in waarde zijn gedaald bij gebreke van mogelijkheid tot exploitatie en afvoer.

Art.3. Voor de steun als bedoeld in artikel 2 kan in aanmerking komen :
  1° de natuurlijke persoon die een activiteit van boseuitbater uitvoert, als hoofd -of nevenactiviteit, die het recht verworven heeft om aan bosuitbating te doen op een perceel gelegen in één van de gebieden waar een verkeersverbod in bos en woud geldt wegens de maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest en die ondersteund door boekhoudstukken aantoont dat hij een activiteit van bosexploitant uitoefent en blijft uitoefenen in het lopende en in het laatst afgelopen kalenderjaar ;
  2° de rechtspersoon die :
  a) minstens één bedrijfszetel heeft in het Waalse Gewest en een activiteit uitoefent als bosuitbater ;
  b) het recht verworven heeft om bossen uit te baten op een perceel gelegen in één van de gebieden waarin een verkeersverbod in bossen en wouden is opgelegd wegens maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest en
  c) boekhoudstukken voorlegt die aantonen dat hij een activiteit als bosuitbater uitoefent en blijft uitoefenen in het lopende kalenderjaar en in de laatste twee afgelopen kalenderjaren.

Art.4. Om voor de steun in aanmerking te kunnen komen, moet de aanvrager tegelijk voldoen aan volgende voorwaarden :
  1° de boskavel hebben verworven, waarop de steun betrekking heeft te rekenen van 1 januari 2016 in de gevallen bedoeld in artikel 2, lid 1, 1° en 2°, en te rekenen van 1 juli 2018 in het geval bedoeld in artikel 2, lid 1, 3°, en hoe dan ook voor het verkeersverbod in de bossen, opgelegd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 september 2018 ;
  2° daadwerkelijk verhinderd zijn geweest om toegang tot het perceel te krijgen ten gevolge van de opeenvolgende verkeersverboden opgelegd sinds 17 september 2018, in het kader van de maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest ;
  3° al dan niet tegelijk met zijn steunaanvraag de toelating hebben gevraagd voor de toegang bepaald in artikel 4, § 2, van het ministerieel besluit van 15 januari 2019 of voor de toegang bepaald in artikel 6, § 2, van het ministerieel besluit van 13 maart 2019 ;
  4° betreffende, specifiek, het niet-uitgebaat, nog staand aangetast naaldhout, het afschrift van de verkoopscatalogus per categorie medegedeeld hebben, waarin de naaldhoutsoorten opgenomen zijn, vallend onder het besluit van 31 maart 2019, en elk nuttig gegeven voorleggen waaruit de gezondheidstoestand van de betrokken bomen half september 2018 blijkt.
  Betreffende lid 1, 2°, is de voorwaarde niet vervuld als de aanvrager de hoedanigheid heeft van beroepsmatige uitbater, als zijn kavel in het buffergebied is gelegen en hij niet de in het ministerieel besluit van 12 oktober 2018 tot invoering van een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken bedoelde toelating tot toegang bij de houtvester heeft aangevraagd, of als hij ze aangevraagd en gekregen heeft.

Art.5. De steunaanvraag wordt bij aangetekend schrijven aan de Dienst en aan " OEWB " gericht tegen 31 december 2019 en bevat volgende gegevens :
  1° identificatie, hoedanigheid en persoonsgegevens van de aanvrager ;
  2° identificatie van de boskavel(s) waarop de aanvraag betrekking heeft, met alle nuttige gegevens : plaatsnaam, volledig kadastraal perceelsnummer, boscompartiment, enz., evenals hun nauwkeurige ligging op schaal 1/10.000e ;
  3° datum en bewijs van aankoop van de boskavel(s) waarop de aanvraag betrekking heeft, en afschrift van de verkoopscatalogus of van het bericht van verkoop ;
  4° identificatie en persoonsgegevens van de verkoper ;
  5° volume en prijs van aankoop van de kavel(s), rekening houdend met de geschatte kwaliteit van de bossen en bestemming (timmerhout voor houtzagerijen, stookhout, vezelhout) ;
  6° percentage van aangetast hout op 15 september 2018 enerzijds en op het tijdstip van indiening van de aanvraag, anderzijds, op grond van elk mogelijk verantwoordingsgegeven of, bij ontstentenis, van een verklaring op erewoord ;
  7° in het geval bedoeld in artikel 2, lid 2, 1°, de opgave van het initieel uit te baten houtvolume, het reeds uitgebate en afgevoerde volume, het nog af te voeren omgehakte volume, en de raming van die volumes per houtsoort ;
  8° in voorkomend geval, de opgave van de naam en de adresgegevens van de verzekeringsmaatschappij die de aanvrager dekt voor de risico's verbonden aan de bosuitbating of de inkomstenderving, en mededeling op eigen initiatief, zo spoedig mogelijk, van het bedrag van de sommen geïnd in het kader van de verzekering ter dekking van dezelfde kosten als huidige steun, gestaafd met ieder nuttig stuk ;
  9° als het hout door de aanvrager herverkocht wordt, mededeling van het verkregen verkoopbedrag, gestaafd door ieder nuttig stuk, om er rekening mee te houden in de bepaling van de restwaarde ;
  10° de indiening van een verklaring op erewoord, in- en aangevuld zoals vermeld in bijlage 1.
  Als de gegevens, hierboven opgegeven, geheel dan wel gedeeltelijk reeds aan " OEWB " medegedeeld zijn in het kader van de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, gorganiseerd in november 2018, kan de aanvrager enkel de gegevens mededelen die hij als ontbrekend aangemerkt heeft.
  " OEWB " kijkt het steunaanvraagdossier na op grond van de gegevens verstrekt door de aanvrager en licht de Dienst in over het resultaat van zijn onderzoek.
  " OEWB " licht de aanvrager in over de onontvankelijkheid of de onvolledigheid van zijn aanvrager, binnen een termijn van twintig werkdagen te rekenen van de ontvangst van de aanvraag. De aanvrager dient, op straffe van onontvankelijkheid van zijn aanvraag, de ontbrekende informatie te verstrekken binnen een termijn van tien werkdagen te rekenen van de ontvangst van het verzoek van " OEWB " om het dossier verder aan te vullen.

HOOFDSTUK II. - Berekeningsmethodes
Art.6. § 1. De waardevermindering waar voor elke kavel rekening mee wordt gehouden, is die welke plaatsgevonden heeft in de loop van hoogstens de zes maanden volgend op de inwerkingtreding van het toegangsverbod voor deze kavel.
  Als de toelating bedoeld in artikel 4, § 2, van het ministerieel besluit van 15 januari 2019 of de toelating bedoeld in artikel 6, § 2, van het ministerieel besluit van 13 maart 2019 evenwel door de houtvester is geweigerd, wordt de periode waarmee rekening wordt gehouden voor de schatting van de waardevermindering verlengd tot aan de datum waarop de toelating tot toegang uiteindelijk is afgeleverd.
  § 2. Afhankelijk van de toestand bepaald bij artikel 2, lid 2, die op de aanvrager van toepassing is, past de Minister één van volgende door " OEWB " bepaalde berekeningsmethodes toe :
  1° voor wat betreft het initiële waardeverlies van omgehakt loof- en naaldhout die niet afgevoerd konden worden, bestaat de waarde van het gezaagd en gestapeld hout uit, enerzijds, de intrinsieke waarde van het hout (deel grondstof), waarbij wordt opgeteld de waarde van het werk dat reeds geleverd is op deze, omgehakte en gestapelde, houtstukken (deel prestaties).
  1. Het deel grondstof wordt berekend als volgt :
  Voor elke aangekochte kavel, gelegen in het gebied met een verkeersverbod, afhankelijk van het feit dat de kavel op de kapping volledig is omgehakt dan wel of er een slechts een deel op de kapping overblijft, verschilt de berekeningsmethode van het deel grondstof :
1e geval : de aangekochte kavel wordt volledig omgehakt en is op de kapping blijven liggen.
  In dat geval komt de waarde van het hout op de kapping overeen met de totale aankoopprijs van de kavel (kosten meegerekend, BTW niet meegerekend).
2e geval : enkel een deel van de aangekochte kavel is omgehakt en blijft nog op de kapping liggen (bepaalde stukken zijn reeds afgevoerd of staan nog steeds recht).
  In dat geval wordt de waarde van het omgehakte, nog gestapelde hout geschat met methodes die verschillen al naar gelang de houtkavels bestaan uit één of meerdere soorten, uit rondhout of kronen :
  a) vormde één enkele soort de omgehakte kavel, dan wordt de waarde van het hout geschat door het volume dat nog op de kapping ligt, te vermenigvuldigen met de gemiddelde aankoopprijs van de betrokken kavel ;
  b) de omgehakte kavel bestond uit meerdere houtsoorten :
  i. het overig hout is rondhout : de waarde van het hout wordt geschat door het volume van elke soort die nog op de kapping ligt te vermenigvuldigen met de prijs van één m3 van de betrokken soort, met als grondslag de gemiddelde prijs van deze soort afgestemd op het volume van de gemiddelde boom van de kavel (jaar van verkoop) ;
  ii. overig hout bestaat uit kruinen, alle rondhout is afgevoerd : de waarde van de kruinen wordt geschat door het volume van de kruinen die op de kapping zijn blijven liggen, te vermenigvuldigen met een forfaitair bedrag van 14€/m3.
  2. De waarde van het werk dat reeds geleverd is op het omgehakte, op de kapping gebleven hout wordt bepaald als volgt :
  Voor elke aangekochte kavel, gelegen in het gebied met een verkeersverbod, al naar gelang de uitbater de uitbatingswerkzaamheden in onderaanneming heeft laten uitvoeren of ze zelf heeft gedaan, verschilt de berekeningsmethode van het deel prestaties :
  a) 1e geval : de uitbatingsprestaties verliepen in onderaanneming.
  In dat geval wordt het bedrag van het deel prestaties bepaald op basis van de facturen van de onderaannemers en de betaalbewijzen.
  b) 2e geval : de uitbatingsprestaties zijn uitgevoerd door de getroffen uitbater zelf. Hij heeft voor de uitbating geen facturen ter beschikking voor deze kavels.
  In dat geval wordt het bedrag van het deel prestaties met forfaits bepaald. Deze forfaits zijn vastgelegd aan de hand van informatie uit de sector zelf en aan de hand van uitbatingsfacturen, die " OEWB " mocht ontvangen in het kader van aangiften van schadegevallen. Daarvoor gelden volgende forfaits :


Forfaits Loof Naald
Vellen en verzagen 7€/m3 10€/m3
Uitslepen 7€/m3 5€/m3
2° wat betreft het initiële waardeverlies van gezaagd loof- en naaldhout dat naar een opslag is afgevoerd zonder dat verdere afvoer doorgang heeft kunnen vinden, wordt de waarde van het hout, dat op de opslagplaats is blijven liggen, als volgt berekend :
1e geval : na heropening van de toegang tot de opslagplaats bleef het hout onverkocht.
  De waarde van dat hout wordt berekend door aftrek van de gemiddelde marge van de betrokken onderneming, van de initiële voorraadwaarde bij verkoop. De initiële voorraadwaarde bij verkoop wordt bepaald door de verkoopprijs van de verzameling gecentraliseerd en gestockeerd hout (marge inbegrepen) terwijl het winstmargepercentage berekend wordt door het totaal van de brutomarge van de drie laatste werkjaren te delen door de totale omzet van de drie laatste werkjaren.
  Voorbeeld: Initiële waarde van de voorraad bij de verkoop / 1,075 (als de winstmargepercentage 7,5% bedraagt).
2e geval : Het hout wordt verkocht na heropening van de toegang tot de opslagplaats met een vermindering van de verkoopprijs.
  Het geleden verlies wordt berekend door het verschil te berekenen tussen de initiële waarde van de voorraad bij de verkoop en de waarde van de gedane verkoop, waarvan de gemiddelde winstmarge van de onderneming wordt afgetrokken ;
  3° voor wat betreft het initiële waardeverlies van nog niet uitgebaat, nog staand, door de schorskever aangetast naaldhout is de berekeningsmethodologie de volgende :
  1. De initiële waarde van één m3 sparrehout van de betrokken kavel bepalen
  Voor iedere kavel, aangekocht in een gebied met verkeersverbod, zijn twee methodes mogelijk om de gemiddelde prijs voor 1m3 sparrehout te bepalen, al naar gelang het volume van de kavels bestaat uit meer of minder dan 80% sparrehout :
  a) 1e geval : de kavel bestaat uit 80%, en meer, van het volume sparrehout
  De gemiddelde prijs van de m3 sparrehout van de kavel wordt berekend, door de aankoopprijs van de kavel te delen door het totale volume van de kavel (op basis van de verkoopscatalogus) ;
  b) 2e geval : de kavel bestaat uit minder dan 80% van het volume sparrehout (of de waarden van de aankoopprijzen worden als abnormaal beschouwd)
  De prijs van de m3 sparrehout van de kavel wordt bepaald op grond van de gemiddelde sparrehoutprijzen in functie van het volume van de gemiddelde boom van de kavel (jaar van de verkoop).
  2. Het volume door de schorskever aangetast hout in elke kavel schatten
  Voor elke kavel wordt een telling te velde van het aantal, door de schorskever aangetast hout, vermenigvuldigd met het volume van de gemiddelde boom van de kavel, verricht om het volume, dat door de schorskever is aangetast, te schatten (zonder kubering van het aangetast hout).
  3. Het volume van door de schorskever aangetast sparrehout sinds de verkoop berekenen (op grond van informatie uit de catalogus of van interpretatie van satellietfoto's indien beschikbaar)
  Als er aanwijzingen bestaan, dat een volume hout reeds bij de verkoop, in de catalogus door de schorskever was aangetast, dan wordt het totaalvolume van door de schorskever aangetast hout verminderd met het initieel aangetaste hout om het volume te berekenen dat nadeel heeft geleden.
  4. De restwaarde van één m3 door de schorskever aangetast sparrehout bepalen
  Er worden drie verschillende waarde bepaald, op grond van de omtrekklassen op 1m50 (en omgerekend vanuit het gemiddeld hout van de betrokken kavel) :
  -< 60 : 5€/m3
  -< 90 : 10€/m3
  -< 90 : 15€/m3
  5. Berekening van het bedrag van het nadeel
  Het bedrag van het geleden nadeel stemt overeen met het volume van sparrehout dat sinds de verkoop door de schorskever is aangeast, vermenigvuldigd met het verschil tussen de waarde van 1m3 sparrehout van de kavel bij de aankoop (zie punt 1) en de restwaarde van 1m3 door de schorskever aangetast hout (zie punt 4).
  § 3. De steun bedoeld in paragraaf 2 neemt de vorm aan van een kapitaalsubsidie waarvan het bedrag hoogstens overeenstemt met 100% van het vastgesteld verlies, betaalbaar in één enkele schijf.
  Het totaalbedrag van de steun, bedoeld in lid 1, overschrijdt niet het globale maximumbedrag van 200.000 euro over een periode van drie belastingjaren, waarvan het bedrag afgetrokken wordt van iedere de minimis steun die is toegekend in de loop van het lopende jaar en de twee voorgaande jaren, afgaand op de informatie uit de verklaring op erewoord bedoeld in artikel 5, lid 1, 10°, van dit besluit.
  § 4. Het bedrag van de steun aan de bosuitbaters is niet samenvoegbaar met andere steunvormen die hetzelfde voorwerp tot doel hebben.

Titel III. - Steun toegekend aan de boseigenaren
HOOFDSTUK I. - Voorwaarden voor het toekennen van de steunmaatregel en verplichtingen van de boseigenaren
Art.7. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten wordt er steun verleend aan de boseigenaren die verhinderd zijn om de verkoop af te ronden van hun boskavels, gelegen ofwel in het kerngebied, ofwel in het buffergebied overeenkomstig de opeenvolgende verkeersverboden die van kracht waren van 17 september 2018 tot 15 januari 2019 in het kader van de maatregelen ter bestrijding van de Afrikaanse varkenspest.
  Met deze steun worden gedekt :
  1° de waardevermindering van epicea's die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het verkeersverbod gezond waren, en die vervolgens in waarde zijn gedaald wegens overwoekering door schorskevers, bij gebreke van mogelijkheid tot verkoop, en dan exploitatie en afvoer ;
  2° de waardevermindering van epicea's die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het verkeersverbod reeds aangetast waren, en die bijkomend in waarde zijn gedaald bij gebreke van mogelijkheid tot verkoop, en dan exploitatie en afvoer.

Art.8. In aanmerking voor de steun bedoeld in artikel 7 kan komen, de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van de bossen op een perceel gelegen in één van de gebieden waarin het verkeersverbod in de wouden en bossen is opgelegd in het kader van de maatregelen ter bestrijding van de Afrikaanse varkenspest en die, met behulp van een verkoopcatalogus die uiterlijk is vastgelegd op 17 september 2018, aantoont dat hij zijn bossen net te koop wilde aanbieden.

Art.9. Om voor de steun in aanmerking te kunnen komen, moet de aanvrager tegelijk voldoen aan volgende voorwaarden :
  1° de eigendomstitel voorleggen van het perceel gelegen in het besmette gebied waarin, in het kader van de maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest, het verkeersverbod in bossen en wouden geldt ;
  2° het afschrift van de verkoopscatalogus per categorie mededelen, waarin de naaldhoutsoorten opgenomen zijn, uiterlijk vastgelegd op 17 september 2018, en elk nuttig gegeven voorleggen waaruit de gezondheidstoestand van de betrokken bomen op 17 september 2018 blijkt ;
  3° bij elk rechtsmiddel aantonen dat de aanvrager net zijn naaldhout te koop wilde aanbieden, voor de beslissing tot verkeersverbod in de wouden en bossen van 17 september 2018.

Art.10. De steunaanvraag wordt bij aangetekend schrijven aan de Dienst en aan " OEWB " gericht tegen 31 december 2019 en bevat volgende gegevens :
  1° identificatie, hoedanigheid en persoonsgegevens van de aanvrager ;
  2° identificatie van de boskavel(s) waarop de aanvraag betrekking heeft, met alle nuttige gegevens : plaatsnaam, volledig kadastraal perceelsnummer, boscompartiment, enz., evenals hun nauwkeurige ligging op een schaal 1/10.000e ;
  3° afschrift van de verkoopscatalogus ;
  4° afschrift van de aankondiging of elk bewijsgegeven waaruit blijkt dat de aanvrager net zijn naaldhout te koop wilde aanbieden, voor de beslissing tot verkeersverbod in de wouden en bossen van 17 september 2018 ;
  5° geschat volume en verkoopprijs van de kavel(s), rekening houdend met de geschatte kwaliteit van het hout ;
  6° percentage van aangetast hout op 17 september 2018, op grond van elk mogelijk verantwoordingsgegeven of, bij ontstentenis, van een verklaring op erewoord ;
  7° in voorkomend geval, de opgave van de naam en de adresgegevens van de verzekeringsmaatschappij die de aanvrager dekt voor de risico's verbonden aan de bosuitbating of de inkomstenderving, en mededeling op eigen initiatief, zo spoedig mogelijk, van het bedrag van de sommen geïnd in het kader van de verzekering ter dekking van dezelfde kosten als huidige steun, gestaafd met ieder nuttig stuk ;
  8° als het hout door de aanvrager herverkocht wordt, mededeling van het verkregen verkoopbedrag, gestaafd door ieder nuttig stuk, om er rekening mee te houden in de bepaling van de restwaarde.
  " OEWB " kijkt het steunaanvraagdossier na op grond van de gegevens verstrekt door de aanvrager en licht de Dienst in over het resultaat van zijn onderzoek.
  " OEWB " licht de aanvrager in over de onontvankelijkheid of de onvolledigheid van zijn aanvrager, binnen een termijn van twintig werkdagen te rekenen van de ontvangst van de aanvraag. De aanvrager dient, op straffe van onontvankelijkheid van zijn aanvraag, de ontbrekende informatie te verstrekken binnen een termijn van tien werkdagen te rekenen van de ontvangst van het verzoek van " OEWB " om het dossier verder aan te vullen.

HOOFDSTUK II. - Berekeningsmethodes
Art.11. § 1. De waardevermindering waar voor elke kavel rekening mee wordt gehouden, is die welke plaatsgevonden heeft in de loop van hoogstens de zes maanden volgend op de inwerkingtreding van het toegangsverbod voor deze kavel.
  § 2. Al naar gelang de toestand bepaald bij artikel 7, lid 2, die op de aanvrager van toepassing is, past de Minister de volgende door " OEWB " bepaalde berekeningsmethode toe.
  1. De initiële waarde van één m3 sparrehout van de betrokken kavel bepalen
  Voor iedere kavel, gelegen in een gebied met verkeersverbod, zijn twee methodes mogelijk om de gemiddelde prijs voor 1m3 sparrehout te bepalen, al naar gelang het volume van de kavels bestaat uit meer of minder dan 80% sparrehout :
  a) 1e geval : de kavel bestaat uit 80%, en meer, van het volume sparrehout
  De gemiddelde prijs van de m3 sparrehout van de kavel wordt berekend, door de aankoopprijs van de kavel te delen door het totale volume van de kavel (op basis van de verkoopscatalogus) ;
  b) 2e geval : de kavel bestaat uit minder dan 80% van het volume sparrehout (of de waarden van de aankoopprijzen worden als abnormaal beschouwd)
  De prijs van de m3 sparrehout van de kavel wordt bepaald op grond van de gemiddelde sparrehoutprijzen in functie van het volume van de gemiddelde boom van de kavel (jaar van de verkoop).
  2. Het volume door de schorskever aangetast hout in elke kavel schatten
  Voor elke kavel wordt een telling te velde van het aantal, door de schorskever aangetast hout, vermenigvuldigd met het volume van de gemiddelde boom van de kavel, verricht om het volume, dat door de schorskever is aangetast, te schatten (zonder kubering van het aangetast hout).
  3. Het volume van door de schorskever aangetast sparrehout sinds de verkoop berekenen (op grond van informatie uit de catalogus of van interpretatie van satellietfoto's indien beschikbaar)
  Als er aanwijzingen bestaan, dat een volume hout reeds door de schorskever aangetast, beschikbaar is, dan wordt het totaalvolume van door de schorskever aangetast hout verminderd met het initieel aangetaste hout om het volume te berekenen dat nadeel heeft geleden.
  4. De restwaarde van één m3 door de schorskever aangetast sparrehout bepalen
  Er worden drie verschillende waarde bepaald, op grond van de omtrekklassen op 1m50 (en omgerekend vanuit het gemiddeld hout van de betrokken kavel) :
  -< 60 : 5€/m3
  -< 60 - 90 : 10€/m3
  -< 90 : 15€/m3
  5. Berekening van het bedrag van het nadeel
  Het bedrag van het geleden nadeel stemt overeen met het volume van sparrehout dat sinds de mededeling van de catalogus door de schorskever is aangetast, vermenigvuldigd met het verschil tussen de waarde van 1m3 sparrehout van de kavel bij de aankoop (zie punt 1) en de restwaarde van 1m3 door de schorskever aangetast hout (zie punt 4).
  § 3. Onverminderd de berekeningsmethode vastgesteld in paragraaf 2 wordt het totaalbedrag van de steun, toe te kennen per betrokken boseigenaar, beperkt tot een globaal maximumbedrag van 200.000,00 euro over een periode van drie belastingjaren.

Titel IV. - Gemeenschappelijke bepalingen
HOOFDSTUK I. - Onderzoek van de aanvraag, kennisgeving van de beslissing, beroepsmogelijkheid en betaling van de vergoeding
Art.12. De Dienst onderzoekt de steunaanvraag op grond van de gegevens, verstrekt door de aanvrager en nagekeken door " OEWB ", overeenkomstig artikel 5 voor de bosexploitanten en artikel 9 voor de boseigenaren, maar eveneens op grond van de gegevens en de stukken waartoe hij toegang heeft of waarover hij beschikt. De gekregen informatie kan ook verder worden nagegaan of aangevuld met lucht- of satellietfoto's.
  Louter door de indiening van zijn aanvraag geeft de aanvrager de Dienst en " OEWB " eveneens de toelating om op het terrein na te gaan of de toekenningsvoorwaarden in acht worden genomen, zonder voorafgaandelijke toestemming. Wie tegen de controle ingaat of onjuiste liggingsgegevens verstrekt, stelt zich bloot aan de weigering of terugvordering van de toe te kennen vergoeding.

Art.13. Nadat " OEWB " elk individueel dossier van de aanvrager heeft nagegaan en dit aan de Dienst heeft medegedeeld en na onderzoek ervan door de Dienst, geeft deze kennis van de beslissing over de steunaanvraag en het bedrag van de toegekende steun, binnen een terrmijn van dertig dagen te rekenen van de ontvangst van de door " OEWB " volledig geachte aanvraag.

Art.14. De aanvrager beschikt over een termijn van dertig dagen, te rekenen van de ontvangst van de kennigeving, om een beroep tegen de medegedeelde beslissing in te dienen, waarmee hij betwist: ofwel de weigering tot toekenning van de steun ofwel de feitelijke gegevens die bij de berekening van de geleden waardevermindering zijn betrokken, ofwel de verrichte berekening.
  Het beroep wordt bij de inspecteur-generaal van het Departement Natuur en Bossen ingediend, en wordt met elk nuttig stuk gestaafd.
  Op eigen kosten kan de aanvrager, voor de schatting van de waardevermindering, een beroep doen op een onafhankelijk deskundige. In dat geval wordt de omstandige oplijsting van de gevolgde methodologie en de in overweging genomen gegevens schriftelijk verstrekt.
  Wanneer de aanvrager er bij de beroepsindiening om verzoekt, wordt hij gehoord door de inspecteur-generaal van het Departement Natuur en Bossen.
  Het beroepsdossier, met als bijlage het advies van de inspecteur-generaal van het Departement Natuur en Bossen wordt aan de Minister overgemaakt.
  De Minister neemt een beslissing over het beroep, binnen een termijn van één maand te rekenen van de ontvangst van het beroep. Hij maakt, samen met de kennisgeving van de beslissing over het beroep, een afschrift van zijn beslissing aan de bosexploitant over.
  De indiening van een beroep schort de betaling, bedoeld in artikel 15, op totdat kennis is gegeven van de beslissing over het beroep, zonder dat dit evenwel een verlenging inhoudt van de periode waarmee rekening wordt gehouden vor de waardevermindering waarvan sprake in de artikelen 6 en 11.

Art.15. § 1. Ten opzichte van de bosuitbaters wordt de steun in zijn geheel vereffend op het einde van de uitbating en de afvoer van het hout.
  De aanvrager deelt de beëindiging van de uitbating en de afvoer van het hout aan de Dienst mee, door een afschrift van de ontheffing van uitbating.
  § 2. Ten opzichte van de boseigenaren wordt de steun in zijn geheel vereffend zodra de kennisgeving door de Dienst aan de boseigenaar is medegedeeld en volgens de nadere regels bepaald in artikel 8.
  § 3. Het steunbedrag bedoeld bij de paragrafen 1 en 2 wordt van rechtswege door de Dienst verminderd :
  - om rekening te houden met het bedrag dat de uitbater geïnd heeft van een verzekeringsmaatschappij als deze dezelfde in aanmerking komende kosten dekt, en ;
  - overeenkomstig de nadere regels bepaald in artikel 6, § 3, om te voorkomen dat de toegekende steun het globaal maximumbedrag van 200.000 euro niet overschrijdt.
  Er kan geen enkele verwijlinterest worden bedongen als één van de betalingen, overeenstemmend met de regels van dit besluit, wordt geschorst of bij een achterstand in het uitvoeren ervan.
  § 4. De betaling van de steun ten opzichte van de bosuitbaters wordt vergezeld van een de minimis-attest dat de gerechtigde van de Dienst krijgt volgens model in bijlage 2.

Art.16. § 1. Wordt door de Dienst of " OEWB " vastgesteld dat de aanvrager naliet informatie mede te delen of onjuiste informatie als bedoeld in artikel 5, lid 1, 8° tot 10°, of in artikel 10 meedeelde, wordt de steun ofwel geweigerd ofwel bij alle rechtsmiddelen, compensatie inbegrepen, teruggevorderd.
  Ten opzichte van de bosuitbaters houdt de niet-inachtneming van de voorwaarden en instructies van de toelating bedoeld in artikel 4, § 2, van het ministerieel besluit van 15 januari 2019 of in artikel 6, § 2, van het ministerieel besluit van 13 maart 2019, eveneens de niet-betaling van de vergoeding bedoeld in artikel 10 in.
  § 2. De gerechtigde die de steun terug moet betalen overeenkomstig paragraaf 1 betaalt de initieel geïnde som terug, aangepast op grond van de index der consumtieprijzen, waarbij het initiële indexcijfer, het indexcijfer is dat gold op datum van betaling van de vergoeding. Het terug te betalen bedrag wordt op rekening van de algemeen ontvanger van de Waalse Overheidsdienst gestort, volgens nadere regels die aan gerechtigde worden medegedeeld.

Titel V. - Slotbepalingen
Art.17. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020.

Art.18. De Minister bevoegd voor Bossen en Landelijke Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N.
  (NOTA : geen Nederlandse versie, zie Franse versie)