Details





Titel:

22 MAART 2019. - Ministerieel besluit betreffende de regels voor de erkenning en de subsidiëring van groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-05-2019 en tekstbijwerking tot 15-09-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Erkenning
Afdeling 1. - Doelgroep
Art. 2
Afdeling 2. - Werking
Art. 3-5
Afdeling 3. - Kwaliteit
Art. 6
Afdeling 4. - Werkingsgebied
Art. 7
Afdeling 5. - Rapportage
Art. 8
HOOFDSTUK III. - Subsidiëring
Art. 9
HOOFDSTUK IV. - Procedures
Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag
Art. 10
Afdeling 2. - Subsidieaanvraag
Art. 11
HOOFDSTUK V. - Slotbepaling
Art. 12



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° agentschap : het agentschap Kind en Gezin, vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;
  2° besluit van 28 maart 2014 : het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;
  3° groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften : een organisator die conform dit besluit erkend wordt voor de uitvoering van een laagdrempelig aanbod opvoedingsondersteuning voor gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften als vermeld in artikel 40 van het besluit van 28 maart 2014;
  4° specifieke ondersteuningsbehoefte : de mate waarin een kind of jongere behoefte heeft aan specifieke ondersteuning ten gevolge van een aandoening die een beperking met zich meebrengt voor het kind of de jongere en zijn omgeving;
  5° organisator : een natuurlijke persoon, een feitelijke vereniging of een rechtspersoon, al dan niet in de vorm van een samenwerkingsverband.

HOOFDSTUK II. - Erkenning
Afdeling 1. - Doelgroep
Art.2. Een groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften, richt zich tot gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften.

Afdeling 2. - Werking
Art.3. Een groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften, geeft uitvoering aan alle opdrachten, vermeld in artikel 40 van het besluit van 28 maart 2014, en streeft daarbij al de doelstellingen na, vermeld in artikel 41 van het voormelde besluit.

Art.4. De opdrachten, vermeld in artikel 40, 1°, van het besluit van 28 maart 2014, worden uitgevoerd door de organisatie van groepsgerichte activiteiten.

Art.5. De organisator heeft bij de uitvoering van de opdrachten en activiteiten, vermeld in artikel 3, aandacht voor de veranderende wensen en ondersteuningsbehoeften van gezinnen die gerelateerd zijn aan de gezinssituatie en aan de verschillende leeftijden en de verschillende ontwikkelingsfasen van kinderen en jongeren.

Afdeling 3. - Kwaliteit
Art.6. Het groepsgerichte aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften wordt uitgevoerd door een ervaringsdeskundige vrijwilliger op vrijwillige basis.

Afdeling 4. - Werkingsgebied
Art.7. De opdrachten, vermeld in artikel 40 van het besluit van 28 maart 2014, worden uitgevoerd verspreid over de Vlaamse provincies en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.

Afdeling 5. - Rapportage
Art.8. De jaarlijkse rapportage, vermeld in artikel 39 en 54 van het besluit van 28 maart 2014, heeft minstens betrekking op de volgende categorieën van gegevens:
  1° de soort, de frequentie en de spreiding van elke activiteit;
  2° het bereik per activiteit, zowel kwantitatief als kwalitatief.

HOOFDSTUK III. - Subsidiëring
Art.9.[1 Om het subsidiebedrag, vermeld in artikel 61 van het besluit van 28 maart 2014, voor elk erkend en gesubsidieerd groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften vast te stellen, wordt een vast bedrag vermeerderd met een variabel bedrag.
   Het vaste bedrag, vermeld in het eerste lid, bedraagt voor een groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften [2 [3 50.881,50 euro (vijftigduizend achthonderdeenentachtig euro vijftig cent)]3]2.
   Om het variabele bedrag, vermeld in het eerste lid, te berekenen, geldt een basisbedrag dat bestaat uit het aantal minderjarigen in het werkingsgebied, vermenigvuldigd met 0,04 euro (vier cent). Het basisbedrag wordt vermeerderd met het bedrag dat verkregen wordt door de samengestelde indicator te vermenigvuldigen met 20% van het basisbedrag en met een bedrag dat rekening houdt met de evolutie van de geldelijke anciënniteit, vermeld in artikel 61, § 1/1, eerste lid, 3°, van het besluit van 28 maart 2014.
   Het maximale subsidiebedrag dat aan een groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke ondersteuningsbehoeften kan worden toegekend, rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten, bedraagt [4 [5 106.082,15 euro (honderdenzesduizend tweeëntachtig euro vijftien cent)]5]4.
   De subsidie, vermeld in dit artikel, is gekoppeld aan [6 de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2021]6. De bedragen worden geïndexeerd conform de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. De aanpassing wordt telkens gedaan vanaf de tweede maand die volgt op de maand waarin een spilindex wordt bereikt of erop wordt teruggebracht.]1
  ----------
  (1)<MB 2020-03-10/07, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
  (2)<MB 2022-01-25/04, art. 11,1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (3)<MB 2022-01-25/04, art. 11,2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (4)<MB 2022-01-25/04, art. 11,3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
  (5)<MB 2022-01-25/04, art. 11,4°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (6)<MB 2022-01-25/04, art. 11,5°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2021>

HOOFDSTUK IV. - Procedures
Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag
Art.10. De erkenningsaanvraag bevat de volgende gegevens:
  1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator. Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging;
  2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;
  3° het voorstel van werkingsgebied, vermeld in artikel 26, 2°, van het besluit van 28 maart 2014;
  4° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 26, 3° en 4°, van het voormelde besluit;
  5° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
  Het agentschap stelt voor de erkenningsaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking.

Afdeling 2. - Subsidieaanvraag
Art.11. De subsidieaanvraag bevat de volgende gegevens :
  1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator. Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging;
  2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;
  3° als de organisator een feitelijke vereniging is, de identificatie- en contactgegevens van de vertegenwoordiger die zal optreden als ontvanger van de subsidie;
  4° een begroting.
  Het agentschap stelt voor de subsidieaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking.

HOOFDSTUK V. - Slotbepaling
Art. 12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.