Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 MAART 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoerende maatregelen betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993031193 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het huidige besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

Art.2. Voor de toepassing van het huidige besluit wordt verstaan onder:
  1° oplaadpunt voor normaal vermogen: een oplaadpunt met een vermogen van hoogstens 22 kW waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig, met uitzondering van voorzieningen met een vermogen van hoogstens 3,7 kW, die in particuliere huishoudens zijn geïnstalleerd of waarvan de voornaamste doelstelling er niet in bestaat elektrische voertuigen op te laden, en die niet publiek toegankelijk zijn;
  2° oplaadpunt voor hoog vermogen: een oplaadpunt met een vermogen van meer dan 22 kW waarmee elektriciteit kan worden overgebracht op een elektrisch voertuig;
  3° exploitant: alle publieke en private rechtspersonen of alle natuurlijke personen, die een elektrische oplaaddienst aanbieden op een publiek toegankelijk oplaadpunt;
  4° inrichtingsklassen: de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

Art.3. § 1. Een publiek toegankelijk oplaadpunt kan een oplaadpunt voor normaal vermogen zijn of een oplaadpunt voor hoog vermogen.
  § 2. Alle oplaadpunten voor normaal vermogen met wisselstroom (AC), met uitzondering van draadloze of inductieve apparaten, die met ingang van 18 november 2017 in gebruik worden genomen of worden vernieuwd, zijn vanwege de interoperabiliteit ten minste uitgerust met contactdozen of voertuigconnectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN62196-2. Deze contactdozen kunnen uitgerust zijn met onderdelen zoals mechanische kleppen, waarbij de type 2 compatibiliteit gewaarborgd blijft.
  § 3. Alle oplaadpunten voor hoog vermogen met uitzondering van draadloze of inductieve apparaten, die met ingang van 18 november 2017 in gebruik worden genomen of worden vernieuwd, voldoen ten minste aan de volgende technische specificaties:
  1° oplaadpunten voor hoog vermogen met wisselstroom (AC) voor elektrische voertuigen zijn vanwege de interoperabiliteit ten minste uitgerust met connectoren van het type 2, zoals nader omschreven in norm EN62196-2;
  2° oplaadpunten voor hoog vermogen met gelijkstroom (DC) voor elektrische voertuigen zijn vanwege de interoperabiliteit ten minste uitgerust met connectoren van het gecombineerde AC/DC laadsysteem van het type " Combo 2 ", zoals nader omschreven in norm EN62196-3.
  § 4. Vanwege de interoperabiliteit is een publiek toegankelijk oplaadpunt beheerd door een exploitant die over de volgende mogelijkheden beschikt:
  1° de exploitant kan vrijelijk elektriciteit aankopen bij elke leverancier, onder voorbehoud van diens akkoord;
  2° de exploitant kan aan de cliënten oplaaddiensten van elektrische voertuigen aanbieden op contractuele basis, met inbegrip van diensten in naam en voor rekening van aanbieders van andere diensten.

Art.4. Onverminderd andere voorwaarden opgelegd door de milieuvergunning, zijn de volgende uitbatingsvoorwaarden van toepassing op de waterstoftankpunten voor motorvoertuigen, als bedoeld in rubriek 70 van de inrichtingsklassen:
  1° alle waterstoftankpunten in de open lucht waar gasvormige waterstof kan worden getankt voor gebruik in motorvoertuigen, voldoen aan de technische voorschriften van de ISO/TS 20100 -specificatie voor de brandstofvoorziening met gasvormige waterstof;
  2° de zuiverheid van de waterstof die bij waterstoftankpunten kan worden getankt voldoet aan de technische specificaties van de ISO 14687-2;
  3° waterstoftankpunten maken gebruik van algoritmen en apparatuur die voldoen aan de ISO/TS 20100-specificatie voor de brandstofvoorziening met gasvormige waterstof;
  4° connectoren voor motorvoertuigen voor het tanken van gasvormige waterstof voldoen aan de EN ISO 17268 -norm voor connectieapparatuur voor de brandstofvoorziening van motorvoertuigen op gasvormige waterstof.

Art.5. Artikel 17.1 van de bijlage van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 27 mei 1993 houdende bepaling van het bestek waaraan de Haven van Brussel is onderworpen, wordt aangevuld, in fine, met de volgende alinea:
  " Is inbegrepen in de uitrustingen voor de distributie van elektriciteit, walstroomvoorzieningen voor zeeschepen, inclusief het ontwerp, de installatie en het testen van de systemen, die voldoen aan de technische specificaties van de IEC/ISO/IEEE 80005-1-norm. Men verstaat onder "walstroomvoorzieningen" de voorziening van elektrische stroom aan de wal voor zeeschepen of binnenschepen die aan de kade liggen, door middel van een gestandaardiseerde aansluiting. "

Art. 6. De minister die bevoegd is voor energie en leefmilieu en de Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zijn belast met de uitvoering van dit besluit.