27 FEBRUARI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in de bepaling onder 1°, worden de woorden "artikel 21sexiesdecies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen" vervangen door de woorden "artikel 59 van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015";
b) in de bepaling onder 2°, worden de woorden "artikel 21quater van voormeld koninklijk besluit nr. 78" vervangen door de woorden "artikel 45 van de voormelde gecoördineerde wet van 10 mei 2015";
c) in de bepaling onder 3°, worden de woorden "artikel 21quinquies, § 1, a) en b) van voormeld koninklijk besluit nr. 78" vervangen door de woorden "artikel 46, § 1, 1° en 2°, van de voormelde gecoördineerde wet van 10 mei 2015".
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "wanneer ze zijn toevertrouwd door een verpleegkundige" worden vervangen door de woorden "wanneer ze zijn gedelegeerd door een verpleegkundige na evaluatie van de patiënt";
2° de bestaande tekst van artikel 2 zal paragraaf 1 vormen en wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende :
" § 2. Zijn alleen ertoe gemachtigd de verpleegkundige activiteiten bedoeld in 2° van de bijlage van dit besluit te verrichten :
1° de personen die vanaf 1 september 2019 voldoen aan de voorwaarden om geregistreerd te worden als zorgkundige, zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige, en voor wie het opleidingsprogramma minstens 150 effectieve uren omvat betreffende de uitvoering van voormelde activiteiten, die maximaal voor de helft worden ingevuld met stage;
2° de personen die vóór 1 september 2019 voldoen aan de voorwaarden om geregistreerd te worden als zorgkundige, zoals bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels om geregistreerd te worden als zorgkundige, bewijzen dat ze met vrucht geslaagd zijn voor een bijkomende opleiding van minstens 150 effectieve uren, die maximaal voor de helft wordt ingevuld met stage en waaruit blijkt dat ze de bekwaamheid hebben verworven voor het verrichten van de verpleegkundige activiteiten bedoeld in 2° van de bijlage van dit besluit.
Deze bijkomende opleiding wordt georganiseerd in samenwerking met een onderwijsinstelling die beantwoordt aan de voorwaarden vastgelegd door de Gemeenschappen om de opleiding tot zorgkundige of verpleegkundige te organiseren."
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) in paragraaf 2, worden de woorden "artikel 21sexiesdecies van het voornoemde koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967" vervangen door de woorden "artikel 59 van de voormelde gecoördineerde wet van 10 mei 2015";
b) in de Nederlandstalige tekst van paragraaf 2, 1°, wordt het woord "toevertrouwd" vervangen door het woord "gedelegeerd";
c) in paragraaf 3, worden de woorden "artikel 21quinquies, § 2, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen" vervangen door de woorden "artikel 46, § 2, van de voormelde gecoördineerde wet van 10 mei 2015".
Art.4. In hetzelfde koninklijk besluit, wordt de bijlage vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.
Art.5. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Bijlage bij het koninklijk besluit van 12 januari 2006 tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen -
"Lijst met de activiteiten die de zorgkundige onder toezicht van de verpleegkundige en binnen een gestructureerde equipe kan verrichten
Activiteit |
1° ) Lijst van 12 januari 2006 |
Het observeren en signaleren bij de patiënt/resident van veranderingen op fysisch, psychisch en sociaal vlak binnen de context van de activiteiten van het dagelijks leven (ADL). |
Het informeren en adviseren van de patiënt/resident en zijn familie conform het zorgplan, voor wat betreft de toegestane technische verstrekkingen. |
Het bijstaan van de patiënt/resident en zijn omgeving in moeilijke momenten. |
Mondzorg. |
Het verwijderen en heraanbrengen van kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen, met uitsluiting van compressietherapie met elastische verbanden. |
Het observeren van het functioneren van de blaassonde en het signaleren van problemen. |
Hygiënische verzorging van een geheelde stoma, zonder dat wondzorg noodzakelijk is. |
De orale vochtinname van de patiënt/resident bewaken en het signaleren van problemen. |
De patiënt/resident helpen bij inname van geneesmiddelen via orale weg, nadat het geneesmiddel door middel van een distributiesysteem, door een verpleegkundige of een apotheker werd klaargezet en gepersonaliseerd. |
De vocht- en voedseltoediening bij een patiënt/resident langs orale weg helpen verrichten, uitgezonderd bij slikstoornissen en bij sondevoeding. |
De patiënt/resident in een functionele houding brengen met technische hulpmiddelen en het toezicht hierop, conform het zorgplan. |
Hygiënische verzorging van patiënten/residenten met een dysfunctie van de ADL, conform het zorgplan. |
Vervoer van patiënten/residenten, conform het zorgplan. |
Toepassing van de maatregelen ter voorkoming van lichamelijke letsels, conform het zorgplan. |
Toepassing van de maatregelen ter voorkoming van infecties, conform het zorgplan. |
Toepassing van de maatregelen ter voorkoming van decubitusletsels, conform het zorgplan. |
Het meten van de polsslag en de lichaamstemperatuur en het meedelen van de resultaten. |
De patiënt/resident helpen bij niet steriele afname van excreties en secreties. |
2° ) Lijst van 1 september 2019 |
Meting van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels, met inbegrip van de glycemie meting door capillaire bloedafname. De zorgkundige moet de resultaten van deze metingen tijdig en accuraat rapporteren aan de verpleegkundige. |
Toediening van medicatie, met uitsluiting van verdovende middelen, die voorbereid is door de verpleegkundige of de apotheker langs volgende toedieningswegen: |
- oraal (inbegrepen inhalatie); |
- rectaal; |
- oogindruppeling; |
- oorindruppeling; |
- percutaan; |
- subcutaan: enkel voor wat betreft de subcutane toediening van gefractioneerde heparine. |
Voeding en vochttoediening langs orale weg. |
Manuele verwijdering van fecalomen. |
Het verwijderen en heraanbrengen van verbanden en van kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen. |