13 FEBRUARI 2019. - Ministerieel besluit tot specificatie van competenties en vaststelling van een beoordelingssysteem, vermeld in artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Competentiegroepen
Art. 2-5
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 6
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° algemene arbeidsmarktcompetentie: de competentie die bijdraagt tot het goed functioneren van alle werkenden op de huidige en de toekomstige arbeidsmarkt, over de grenzen van statuten, functies, organisaties en sectoren heen;
2° basiscompetentie: de competentie die relevant is voor alle werkenden en cruciaal is om inzetbaar te zijn in de huidige en toekomstige arbeidsmarkt. Ze verkleint de afstand tot de arbeidsmarkt;
3° beroepsspecifieke competentie: de theoretische kennis en/of de praktische kennis en vaardigheid die in een bepaald (vak)technisch gebied nodig is om de kerntaken van een functie of beroep uit te oefenen.
HOOFDSTUK 2. - Competentiegroepen
Art.2. Een opleiding leidt tot het verwerven van een basiscompetentie, wanneer ze voldoet aan minstens één van de volgende voorwaarden:
1° ze is gericht op basisgeletterdheid, rekenvaardigheid en/of ICT-basisvaardigheid;
2° ze betreft een opleiding Nederlands, Frans, Duits of Engels, die geënt is op het Europees Referentiekader voor Talen en leidt tot de verwerving van het niveau B1 of lager van het Europees Referentiekader voor Talen en is onderhevig aan extern toezicht op het kwaliteitsniveau van de opleiding;
3° ze betreft een opleiding Nederlands voor anderstaligen.
Onder Europees Referentiekader voor Talen, vermeld in het eerste lid, 2°, wordt verstaan: een standaard om taalbekwaamheid in te schatten, zoals gepubliceerd door de Raad van Europa.
Art.3. Een opleiding leidt tot het verwerven van een beroepsspecifieke competentie, wanneer ze voldoet aan minstens één van de volgende voorwaarden:
1° ze is gericht op het aanleren van competenties die deel uitmaken van een knelpuntberoep zoals gepubliceerd in de lijst van knelpuntenberoepen op de VDAB-website;
2° ze is gericht op het aanleren van technologische, technische, exact-wetenschappelijke of wiskundige kennis en de toepassing ervan in beroepen.
STEM-opleidingen en zorg STEM-opleidingen die gepubliceerd worden op de onderwijskiezer website voldoen aan deze voorwaarde.
3° ze speelt in op een toekomstig sectoraal tekort aan competenties aangetoond door een competentieprognose uitgevoerd volgens de methodiek van het VLAMT of door een op wetenschappelijk verantwoorde, onderbouwde en aantoonbare wijze;
4° ze leidt tot een wettelijk verplicht attest of certificaat dat in België vereist is voor de uitoefening van een beroep.
Onder STEM, Onderwijskiezer en VLAMT, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°, worden verstaan:
1° STEM: Science, Technology, Engineering, Mathematics;
2° Onderwijskiezer is een website van de Centra voor Leerlingbegeleiding bedoeld voor iedereen die op zoek is naar objectieve, onafhankelijke en kwaliteitsvolle informatie over het onderwijslandschap.
3° VLAMT: Vlaamse Arbeidsmarktonderzoek voor de Toekomst.
Art.4. Een opleiding leidt tot het verwerven van een algemene arbeidsmarktcompetentie, wanneer ze voldoet aan minstens drie van de volgende voorwaarden:
1° ze is gericht op de competentiepijler `communicatie en samenwerking', en leidt tot de volgende competentie: effectief en efficiënt uitwisselen van informatie in een werkcontext. Hieronder wordt verstaan taalopleidingen specifiek gericht op een werkcontext en opleidingen rond persoonlijke interactie (mening uiten, omgaan met andere culturen, assertiviteit, omgaan met conflicten, onderhandelen en werken in teams);
2° ze is gericht op de competentiepijler `sociaal overleg en arbeidsverhoudingen in de onderneming', en leidt tot de volgende competentie: op een actieve en democratische manier kunnen deelnemen aan sociaal overleg. Hieronder wordt verstaan een opleiding rond sociaal overleg, sociale wetgeving, het proces van sociale verkiezingen en het functioneren van de sociale overlegorganen de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk;
3° ze is gericht op de competentiepijler `omgaan met informatie', en leidt tot de volgende competentie: kritisch en systematisch kunnen opzoeken, verwerken en gebruiken van relevante informatie. Hieronder wordt verstaan een opleiding rond het gericht opzoeken van informatie, het gebruik van kantoor software, het verwerven van inzicht in de bediening, mogelijkheden en beperkingen van technologie en rond het evalueren van de betrouwbaarheid van informatiebronnen;
4° ze is gericht op de competentiepijler `ontwikkelingspotentieel', en leidt tot de volgende competentie: kunnen identificeren en benutten van mogelijkheden om als werkende het eigen functioneren op de arbeidsmarkt te blijven verbeteren. Hieronder wordt verstaan een opleiding over competentiegericht denken, het omgaan met feedback, het leren uit ervaring, over het kennismanagement en kennisoverdracht en het leren omgaan met een veranderende omgeving;
5° ze is gericht op de competentiepijler `ondernemingszin en ondernemerschap', en leidt tot de volgende competentie: kunnen ontwikkelen en vertalen van ideeën naar producten of diensten en naar activiteiten om de werking van de organisatie te optimaliseren. Hieronder wordt verstaan een opleiding financieel, economisch en juridisch inzicht (financiële analyse en marketing), HR-management (werving en selectie, leiderschap en coachen, opleidingen plannen), werkorganisatie (projectmanagement, productiviteit en zelfsturing) en ethisch en duurzaam ondernemen.
Art.5. Een opleiding wordt beschouwd als een opleiding die leidt tot het verwerven van één van de groepen van competenties, vermeld in artikel 2, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding, als ze leidt tot het behalen van één van de volgende diploma's:
1° een eerste diploma van secundair onderwijs;
2° een eerste diploma gegradueerde;
3° een eerste bachelordiploma;
4° een eerste masterdiploma;
5° een eerste beroepskwalificatie van hoogstens niveau 7 van de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Onder Vlaamse kwalificatiestructuur, vermeld in het eerste lid, 5°, wordt verstaan: de kwalificatiestructuur zoals bepaald in het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 6. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2019.