15 JANUARI 2019. - Ministerieel besluit tot wijziging van artikel 2 van het ministerieel besluit van 3 januari 2012 houdende vaststelling van de vergoeding van de visitatoren die de prestaties van de sociale huisvestingsmaatschappijen beoordelen
Art. 1-2
Artikel 1. Artikel 2 van het ministerieel besluit van 3 januari 2012 houdende vaststelling van de vergoeding van de visitatoren die de prestaties van de sociale huisvestingsmaatschappijen beoordelen, vervangen bij het ministerieel besluit van 15 december 2017, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 2. De vergoeding voor de visitatoren die de prestaties van de SHM's beoordelen, wordt vastgesteld op de volgende wijze:
1° voor een prestatiebeoordeling van een SHM wordt aan elk lid van de visitatiecommissie een bedrag van 5300 euro toegekend, aangevuld met een bedrag van 3000 euro voor de voorzitter van de visitatiecommissie;
2° voor een vergadering op verzoek van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen wordt aan elke visitator die op de vergadering aanwezig is, een bedrag toegekend in verhouding tot de duur van de vergadering, waarbij uitgegaan wordt van een bedrag van 1100 euro voor een volledige dag.
De vergoeding voor de voorzitter van de Visitatieraad, vermeld in artikel 22, § 2, derde lid, van het besluit van 22 oktober 2010, wordt forfaitair vastgesteld op 6000 euro per kwartaal. Als de voorzitter van de voormelde Visitatieraad optreedt als voorzitter van een visitatiecommissie, dekt die forfaitaire vergoeding ook de aanvullende vergoeding van de voorzitter van een visitatiecommissie, vermeld in het eerste lid, 1°.
Als de voorzitter of een lid van de visitatiecommissie verhinderd is, kan hij zich met akkoord van de voorzitter van de voormelde Visitatieraad laten vervangen door een andere visitator. In dat geval stelt de voorzitter het aandeel vast in de vergoeding, berekend conform het eerste lid, 1°, dat aan de plaatsvervanger betaald wordt voor de prestaties die hij geleverd heeft.
Alle vergoedingen, vermeld in het eerste en tweede lid, worden jaarlijks op 1 januari geactualiseerd op basis van de gezondheidsindex. De actualisatie wordt beperkt tot 75 % van het verschil tussen het indexcijfer van de maand december die voorafgaat aan de actualisatie, en het indexcijfer van de maand december van het jaar daarvoor.
De eerste dag van het bezoek van de visitatiecommissie aan de SHM is bepalend voor de berekening van de vergoedingen, vermeld in het eerste lid, 1°. ".
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.