Details





Titel:

11 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit betreffende de inzameling van gegevens met het oog op het opstellen van de driemaandelijkse nationale rekeningen



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
  - "wet van 21 december 1994" : de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen;
  - "informatieplichtige" : elk in België btw-plichtig lid van een btw-eenheid, voor zover die laatste in België voor btw-doeleinden een omzetcijfer aangeeft dat op jaarbasis 15 mio. EUR of meer bedraagt.
  - "btw-eenheid" : de btw-eenheid in de zin van artikel 4 § 2 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 1, § 3 van het koninklijk besluit nr. 55 van 9 maart 2007 met betrekking tot de regeling voor belastingplichtigen die een btw-eenheid vormen.
  - "driemaandelijkse nationale rekeningen" : de driemaandelijkse nationale rekeningen bedoeld in artikel 108, eerste lid, d) van de wet van 21 december 1994.

Art.2. De Nationale Bank van België verzamelt de gegevens die dienstig zijn voor de driemaandelijkse nationale rekeningen, door hen op te vragen bij het Instituut voor de Nationale Rekeningen, het Nationaal Instituut voor de Statistiek, de FOD Financiën, of enige andere publiekrechtelijke overheid of instelling die erover beschikt.

Art.3. In afwijking van het vorige artikel zamelt de Nationale Bank van België de hierna volgende gegevens rechtstreeks in bij de informatieplichtigen:
  1° op het vlak van de uitgaande handelingen:
  a) handelingen onderworpen aan een bijzondere regeling;
  b) handelingen waarvoor de btw verschuldigd is door de aangever aan het tarief van 6%;
  c) handelingen waarvoor de btw verschuldigd is door de aangever aan het tarief van 12%;
  d) handelingen waarvoor de btw verschuldigd is door de aangever aan het tarief van 21 %;
  e) diensten waarvoor de buitenlandse btw verschuldigd is door de medecontractant;
  f) handelingen waarvoor de btw verschuldigd is door de medecontractant;
  g) vrijgestelde intracommunautaire leveringen verricht in België en ABC-verkopen;
  h) andere vrijgestelde handelingen en andere handelingen verricht in het buitenland;
  i) bedrag van de uitgereikte creditnota's en de negatieve verbeteringen met betrekking tot de handelingen bedoeld in de punten e) en g);
  j) bedrag van de uitgereikte creditnota's en de negatieve verbeteringen met betrekking tot de handelingen bedoeld in de punten a) tot en met d), f) en h);
  2° op het vlak van de inkomende handelingen, de hierna volgende bedragen, waarbij rekening wordt gehouden met de ontvangen creditnota's en de andere verbeteringen:
  a. bedrag (aftrekbare btw niet inbegrepen) van de aankopen van handelsgoederen, grond- en hulpstoffen;
  b. bedrag (aftrekbare btw niet inbegrepen) van de aankopen van diensten en diverse goederen;
  c. bedrag (aftrekbare btw niet inbegrepen) van de aankopen van bedrijfsmiddelen.

Art.4. De informatieplichtigen maken de gegevens bedoeld in artikel 3 over aan de Nationale Bank van België op driemaandelijkse basis en dit uiterlijk op de twintigste dag van de maand volgend op het kalenderkwartaal waarop de gegevens slaan.

Art.5. De informatieplichtigen kunnen ervoor opteren om de vertegenwoordiger van de btw-eenheid bedoeld in artikel 1, § 3 van het koninklijk besluit nr. 55 van 9 maart 2007 met betrekking tot de regeling voor belastingplichtigen die een btw-eenheid vormen, aan te stellen als mandataris om de gegevens bedoeld in artikel 3 te rapporteren voor hun rekening. In dat geval blijven de individuele informatieplichtigen de uiteindelijke verantwoordelijken voor het verstrekken van deze gegevens.

Art.6. De eerste rapportering van de gegevens bedoeld in artikel 3 door de informatieplichtigen aan de Nationale Bank van België op grond van dit besluit zal betrekking hebben op het eerste kwartaal van 2020.

Art.7. Voor zover de gegevens bedoeld in artikel 3 persoonsgegevens uitmaken in de zin van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, treedt de Nationale Bank van België op als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van deze verordening met betrekking tot de verwerking van deze persoonsgegevens.
  De bewaartermijn die de Nationale Bank van België hanteert voor de persoonsgegevens bedoeld in het voorgaande lid, bedraagt twintig jaar te rekenen vanaf de datum van hun overmaking door de informatieplichtige aan de Nationale Bank van België.

Art. 8. De Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.