Details





Titel:

20 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit ter wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende de voorkoming van luchtverontreiniging door schepen en de vermindering van het zwavelgehalte van sommige scheepsbrandstoffen



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2007014129 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 betreffende de voorkoming van luchtverontreiniging door schepen en de vermindering van het zwavelgehalte van sommige scheepsbrandstoffen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 december 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden " en de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2016/802 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen" toegevoegd tussen de woorden "21 november 2012" en de woorden ", wordt verstaan onder";
  2° de bepaling onder 10° wordt vervangen als volgt:
  "10° "de Scheepvaartcontrole": de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar (ambtenaren) die daartoe is (zijn) aangesteld van het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;";
  3° artikel 1 wordt aangevuld met de bepalingen onder 12° tot en met 14°, luidende:
  "12° "Douane": Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën;
  13° "FAPETRO": het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten;
  14° "schip": een schip zoals gedefinieerd in MARPOL.".

Art.2. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 december 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in artikel 3 wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende:
  " § 1/1. Met ingang van 1 maart 2020 mogen er geen scheepsbrandstoffen vervoerd worden om gebruikt te worden aan boord van het schip op de binnenwateren, de Belgische zeewateren en in de Belgische exclusief economische zone waarvan het zwavelgehalte meer is dan 0,50 massaprocent.";
  2° in paragraaf 3 wordt het woord "1,00" vervangen door het woord "0,10";
  3° in paragraaf 3 worden de woorden "en, met ingang van 1 januari 2015, geen scheepsbrandstoffen waarvan het zwavelgehalte meer dan 0,10 massaprocent' opgeheven;
  4° artikel 3 wordt aangevuld met een paragraaf 3/1, luidende:
  " § 3/1. Schepen die de Belgische vlag voeren, mogen, met ingang van 1 maart 2020, geen scheepsbrandstoffen gebruiken en aan boord hebben om te gebruiken aan boord van het schip waarvan het zwavelgehalte meer bedraagt dan 0,50 massaprocent in gebieden anders dan deze vermeld in paragraaf 3 van dit artikel.".
  5° in paragraaf 4, eerste, derde, vierde en laatste lid worden de woorden "de met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld" telkens vervangen door de woorden "de Scheepvaartcontrole".

Art.3. In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 december 2014, worden de woorden "De met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld" vervangen door de woorden "De Scheepvaartcontrole".

Art.4. Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 december 2014, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 8. § 1. De Scheepvaartcontrole controleert of het zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen voldoet aan de bepalingen van de artikelen 3, 5 en 11, derde lid.
  § 2. De Douane en FAPETRO kunnen eveneens controles uitvoeren overeenkomstig paragraaf 1. Zij bezorgen de resultaten van de analyse aan de Scheepvaartcontrole.
  § 3. Elk van de volgende wijzen van monsterneming, analyse en inspectie wordt gebruikt, naargelang van de omstandigheden:
  - monsterneming en analyse van het zwavelgehalte van scheepsbrandstof voor verbranding aan boord in tanks, voor zover uitvoerbaar, en in verzegelde brandstofmonsters, bedoeld door artikel 11, aan boord van schepen;
  - inspectie van het scheepslogboek en van de brandstofleveringsnota's bedoeld door artikel 11.
  § 4. De monsters worden genomen op gezette tijden en frequent genoeg, minstens zoals vastgelegd door de Europese commissie in de uitvoeringshandeling vastgesteld met betrekking tot artikel 6, 1ter, a) van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende een vermindering van het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG zo dat zij representatief zijn voor de brandstof die door Belgische schepen of schepen op de binnenwateren, de Belgische zeewateren en de Belgische exclusief economische zone wordt gebruikt. De monsters worden zonder onnodige vertraging geanalyseerd.".

Art.5. In artikel 8/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 19 december 2014, worden de woorden "De met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld" vervangen door de woorden "de Scheepvaartcontrole".

Art.6. In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 december 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het vierde en het vijfde lid worden de woorden "De met de controle van de scheepvaart belaste dienst van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer" telkens vervangen door de woorden "De Scheepvaartcontrole";
  2° artikel 11 wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "De Scheepvaartcontrole, de Douane en het FAPETRO kunnen stalen nemen in de tanks van het schip, tijdens de levering van brandstofolie aan een schip en in de schepen of andere middelen die worden ingezet voor de levering van brandstofolie aan een schip.".

Art. 7. De minister bevoegd voor financien, de minister bevoegd voor energie en de minister bevoegd voor de Noordzee zijn elk voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.