Details

Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf
Overzicht pdf

Titel:

13 DECEMBER 2019. - Ministerieel besluit tot toekenning van een kledijvergoeding aan het veiligheidspersoneel van de gesloten centra, de chauffeurs van de vervoersdienst Bureau T en de zaalwachters van de Dienst Vreemdelingenzaken(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-12-2019 en tekstbijwerking tot 12-01-2023)

Inhoudstafel:

Art. 1-6
BIJLAGE.
Art. N

Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

Uitvoeringsbesluit(en):

2022034142 

Artikels:

Artikel 1. Het veiligheidspersoneel van de gesloten centra, de chauffeurs van de vervoerdienst Bureau T en de zaalwachters van de Dienst Vreemdelingenzaken kunnen in aanmerking komen voor een forfaitaire kledijvergoeding.

Art.2. § 1. Het personeelslid dient te behoren tot een categorie waarvoor het noodzakelijk is dat het zich op uniforme wijze kleedt om herkenbaar te zijn in zijn functie. De directeur-generaal duidt de personeelsleden aan bedoeld in artikel 1 die herkenbaar moeten zijn in hun functie en die derhalve een forfaitaire vergoeding mogen ontvangen.
  § 2. Het personeelslid kan enkel aanspraak maken op een kledijvergoeding, op voorwaarde dat het zich houdt aan de door de directeur-generaal opgelegde kledijvoorschriften. Op de kledij wordt een permanent logo van de FOD Binnenlandse Zaken gevestigd. De kledijvoorschriften worden vastgesteld volgens het als bijlage bij dit besluit gevoegde tekst.
  § 3. Deze forfaitaire vergoeding dekt alle gemaakte kosten verbonden aan de opgelegde kledijvoorschriften.

Art.3. Indien het personeelslid één van de in het artikel 1 bedoelde functies niet meer uitoefent, wordt de uitbetaling van de vergoeding geschorst, of in voorkomend geval, niet uitgevoerd.

Art.4.[1 § 1. Een personeelslid dat voor de eerste maal een functie uitoefent als bedoeld in artikel 1 en dat aangewezen wordt overeenkomstig artikel 2, § 1, krijgt voor het jaar van het opnemen van de functie een vergoeding van 600 euro.
   Dit bedrag is niet indexeerbaar.
   § 2. Voor een personeelslid dat reeds een functie als bedoeld in artikel 1 uitoefent, bedraagt de vergoeding 450 euro op jaarbasis.
   Dit bedrag is niet indexeerbaar en wordt berekend naar rato van de geleverde prestaties in het kalenderjaar.
   Alle deeltijdse prestaties en alle afwezigheden die minstens 30 opeenvolgende kalenderdagen bedragen, met uitzondering van vakantie- of recuperatieverlof, het ouderschapsverlof, het verlof verbonden aan de bescherming van het moederschap, de afwezigheid door een arbeidsongeval of door een ongeval op de weg naar en van het werk of een beroepsziekte, worden in mindering gebracht. De mindering zal verhoudingsgewijs geschieden.]1
  ----------
  (1)<MB 2022-10-20/15, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.5.§ 1. [1 Het personeelslid bedoeld in artikel 4, § 1]1, ontvangt de volledige vergoeding binnen een periode van 3 maanden na het opnemen van de functie.
  § 2. Voor zover het personeelslid in actieve dienst is, wordt 50% van het verschuldigde bedrag uitbetaald in de periode juni-juli. Het tweede gedeelte wordt uitbetaald in de periode januari-februari van het daaropvolgende kalenderjaar, na de verrekening van de deeltijdse prestaties en afwezigheden. De deeltijdse prestaties en de afwezigheden waarvan sprake zijn die [2 bedoeld in artikel 4, § 2, derde lid]2.
  ----------
  (1)<MB 2022-10-20/15, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
  (2)<MB 2022-10-20/15, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>

Art.6. Het personeelslid is gehouden de bewijsstukken van het bestaan van werkelijke onkosten, bij te houden gedurende maximaal 5 jaar en te verstrekken wanneer de werkgever daarom verzoekt. Indien aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, kan het personeelslid worden gehouden tot terugbetaling van het deel van de forfaitaire vergoeding dat niet overeenstemt met naar behoren gerechtvaardigde gemaakte kosten.

BIJLAGE.
Art. N.