24 APRIL 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van artikel 5, § 1, van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs in het onderwijs
Art. 1-5
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. § 1. Het referentiekader voor de verantwoordelijkheden van directeurs opgenomen in het standaardambtsprofiel bedoeld in artikel 5, § 1, van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs in het onderwijs, omvat, enerzijds, de lijst van de verantwoordelijkheden, zoals bepaald in artikel 5, § 4, van hetzelfde decreet, die de inrichtende machten verplicht zijn om in de ambtsprofielen bedoeld in artikel 5, § 2, van hetzelfde decreet op te nemen en, anderzijds, een ter informatie verstrekte lijst van de verantwoordelijkheden die de inrichtende machten kunnen gebruiken of aanvullen bij het opstellen van een ambtsprofiel.
In zijn school neemt de directeur de verantwoordelijkheden op zich die voorzien zijn in het ambtsprofiel dat door de inrichtende macht wordt opgesteld in het kader van zijn opdrachtenblad bedoeld in artikel 26 van voormeld decreet van 2 februari 2007, en binnen de perken van de delegaties die hem door zijn inrichtende macht en onder de verantwoordelijkheid van deze macht worden toegekend.
§ 2. De lijst van gedrags- en technische vaardigheden die worden verwacht voor de uitoefening van het ambt van directeur, opgenomen in het standaardambtsprofiel bedoeld in artikel 5, § 1, van voormeld decreet van 2 februari 2007, omvat, enerzijds, de lijst van vaardigheden, zoals gedefinieerd in artikel 5, § 5, van dat decreet, die de inrichtende machten verplicht zijn om in de ambtsprofielen bedoeld in artikel 5, § 2, van hetzelfde decreet op te nemen en, anderzijds, een ter informatie verstrekte lijst van de verantwoordelijkheden die de inrichtende machten kunnen gebruiken of aanvullen bij het opstellen van een ambtsprofiel.
Art.2. Het standaardambtsprofiel van de schooldirecteur, met inbegrip van het referentiekader van de verantwoordelijkheden en de lijst van verwachte technische en gedragsvaardigheden als bedoeld in artikel 1, is opgenomen in de bijlage.
Art.3. Het niveau van beheersing van de in artikel 1, § 2, bedoelde vaardigheden wordt bepaald en beoordeeld inzonderheid op basis van gesprekken, observaties en simulaties, met inaanmerkingneming van het volgende schema:
Competenties | Bij indiensttreding | Tijdens de loopbaan |
Niveau van beheersing | ||
Mogelijkheid om een onbeheerste vaardigheid te verwerven (A) - Elementaire beheersing (B) - Intermediaire beheersing(C) Gevorderde beheersing (D) | ||
Competentie 1 | ||
Competentie 2 | ||
..... |