26 JUNI 2019. - Ministerieel besluit houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de gemeenten, de autonome gemeentebedrijven en hun filialen, de (meer)gemeentelijke vzw's, de intercommunales en hun filialen, de politiezones [...] <MB2023-04-28/10, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 25-06-2023>(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-07-2019 en tekstbijwerking tot 15-06-2023)
Art. 1-7
Artikel 1.De ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen met rang A2 of hoger, zijn bevoegd om elke akte van de gemeenteoverheden, de autonome gemeentebedrijven en hun filialen, de (meer)gemeentelijke vzw's, de intercommunales en hun filialen meergemeentelijke politiezones [1 ...]1 op te vragen met het oog op de uitoefening van het administratief toezicht.
----------
(1)<MB 2023-04-28/10, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 25-06-2023>
Art.2. De ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen met rang A1 of hoger zijn bevoegd om de afschriften van de besluiten van de toezichthoudende overheid eensluidend te verklaren.
Art.3. Benevens de Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen, kan de Directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen beslissen dat de gunningen van de opdrachten van aanneming van werken, leveringen en diensten, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of in artikel 12, eerste lid van de ordonnantie van 19 juli 2001 houdende regeling van het administratief toezicht op de politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of in artikel 27, eerste lid, van de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten, onmiddellijk mogen uitgevoerd worden, voor zover de totale waarde van de opdracht lager of gelijk is aan 750.000 euro, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
Deze beslissing wordt onmiddellijk ter kennis gebracht, naargelang het geval, hetzij van de gemeente, hetzij van de politiezone, hetzij van het autonoom gemeentebedrijf.
Bij afwezigheid van de Directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen wordt de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid uitgeoefend door de ambtenaar die hem vervangt.
Art.4. De Directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen of de ambtenaar die hem vervangt kan, wanneer een gemeente, een autonoom gemeentebedrijf of haar filiaal, een (meer)gemeentelijke vzw, een intercommunale of haar filiaal of een politiezone een geschorste beslissing niet gerechtvaardigd of ingetrokken heeft binnen een termijn van veertig dagen die volgt op de kennisgeving van het schorsingsbesluit, de nietigheid van rechtswege van deze beslissing vaststellen.
Art.5. Benevens de Minister bevoegd voor Plaatselijke Besturen kan de Directeur-generaal van Brussel Plaatselijke Besturen of de ambtenaar die hem vervangt voor de akten die onderworpen zijn aan het algemeen schorsings- en vernietigingstoezicht, de aanvankelijke termijn van 30 dagen verlengen met een eenmalige termijn van 15 dagen in uitvoering van de artikelen 9, laatste lid en 10, laatste lid van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de artikelen 24, laatste lid, 25, laatste lid, 46, laatste lid, 47, laatste lid, 84, § 1, laatste lid en 85, laatste lid van de ordonnantie van 5 juli 2018 betreffende de specifieke gemeentelijke bestuursvormen en de samenwerking tussen gemeenten.
Art.6. Het ministerieel besluit van 23 september 2016 houdende delegatie aan bepaalde ambtenaren van Brussel Plaatselijke Besturen in verband met het administratief toezicht op de gemeente, intercommunales, de politiezones en de erkende lokale instellingen voor het beheer van de tijdelijke erediensten, wordt opgeheven.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.