8 MEI 2019. - Ministerieel besluit tot bepaling van de inhoud van de proeven voor de aanwerving van het personeel van de Civiele Bescherming
HOOFDSTUK 1. - De aanwerving van personeel van het basiskader
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - De aanwerving van personeel van het middenkader
Art. 5-8
HOOFDSTUK 3. - De aanwerving van personeel van het hoger kader
Art. 9-12
HOOFDSTUK 4. - De aanwerving van de vrijwilliger - specialist
Art. 13
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 14
HOOFDSTUK 1. - De aanwerving van personeel van het basiskader
Artikel 1. Het vergelijkend examen voor de aanwerving van het personeel van het basiskader, bedoeld in artikel 23, § 3 van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot bepaling van het administratief statuut van het operationeel personeel van de civiele bescherming, bestaat uit drie opeenvolgende proeven :
1° een eerste, schriftelijke proef bestaande uit een cognitieve proef,
2° een tweede, praktische proef bestaande uit een lichamelijke proef en
3° een derde, mondelinge proef, die het interview is bedoeld in artikel 23, § 3, tweede lid van het vermelde koninklijk besluit.
Art.2. De cognitieve proef bedoeld in artikel 1, 1° wordt georganiseerd door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning en bestaat uit een test van de technische redeneervaardigheden van niveau C.
Art.3. De lichamelijke proef bedoeld in artikel 1, 2° bestaat uit een claustrofobie- en oriëntatietest.
Kandidaten moeten al kruipend hun weg zoeken in een doolhof van 50 meter. De doolhof heeft een hoogte van 1 meter, bestaat uit meerdere verdiepingen en bevat verschillende luiken en deuren.
Gedurende de volledige proef dragen de kandidaten een blinddoek en een filtermasker. Er mogen geen hulpmiddelen gebruikt worden.
De kandidaten moeten de doolhof verlaten hebben binnen de 10 minuten na het binnengaan.
Deze proef is eliminerend.
Art.4. Het interview bedoeld in artikel 1, 3° test de competenties omschreven in artikel 23, § 3 van het vermelde koninklijk besluit.
HOOFDSTUK 2. - De aanwerving van personeel van het middenkader
Art.5. Het vergelijkend examen voor de aanwerving van het personeel van het middenkader, bedoeld in artikel 24, § 3 van het vermelde koninklijk besluit, bestaat uit drie opeenvolgende proeven :
1° een eerste, schriftelijke proef bestaande uit een cognitieve proef,
2° een tweede, praktische proef bestaande uit een lichamelijke proef en
3° een derde, mondelinge proef, die het interview is bedoeld in artikel 24, § 3, tweede lid van het vermelde koninklijk besluit.
Art.6. De cognitieve proef bedoeld in artikel 5, 1° wordt georganiseerd door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning en bestaat uit een test van de technische redeneervaardigheden van niveau B.
Art.7. De lichamelijke proef bedoeld in artikel 5, 2° bestaat uit een claustrofobie- en oriëntatietest.
Kandidaten moeten al kruipend hun weg zoeken in een doolhof van 50 meter. De doolhof heeft een hoogte van 1 meter, bestaat uit meerdere verdiepingen en bevat verschillende luiken en deuren.
Gedurende de volledige proef dragen de kandidaten een blinddoek en een filtermasker. Er mogen geen hulpmiddelen gebruikt worden.
De kandidaten moeten de doolhof verlaten hebben binnen de 10 minuten na het binnengaan.
Deze proef is eliminerend.
Art.8. Het interview bedoeld in artikel 5, 3° test de competenties omschreven in artikel 24, § 3 van het vermelde koninklijk besluit.
HOOFDSTUK 3. - De aanwerving van personeel van het hoger kader
Art.9. Het vergelijkend examen voor de aanwerving van het personeel van het hoger kader, bedoeld in artikel 25, § 3 van het vermelde koninklijk besluit bestaat uit drie opeenvolgende proeven :
1° een eerste, schriftelijke proef bestaande uit een cognitieve proef,
2° een tweede, praktische proef bestaande uit een lichamelijke proef en
3° een derde, mondelinge proef, die het interview is bedoeld in artikel 25, § 3, tweede lid van het vermelde koninklijk besluit.
Art.10. De cognitieve proef bedoeld in artikel 9, 1° wordt georganiseerd door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning en bestaat uit een test van het abstract redeneervermogen en een situationele beoordelingstest.
Art.11. De lichamelijke proef bedoeld in artikel 9, 2° bestaat uit een claustrofobie- en oriëntatietest.
Kandidaten moeten al kruipend hun weg zoeken in een doolhof van 50 meter. De doolhof heeft een hoogte van 1 meter, bestaat uit meerdere verdiepingen en bevat verschillende luiken en deuren.
Gedurende de volledige proef dragen de kandidaten een blinddoek en een filtermasker. Er mogen geen hulpmiddelen gebruikt worden.
De kandidaten moeten de doolhof verlaten hebben binnen de 10 minuten na het binnengaan.
Deze proef is eliminerend.
Art.12. Het interview bedoeld in artikel 9, 3° test de competenties omschreven in artikel 25, § 3 van het vermelde koninklijk besluit.
HOOFDSTUK 4. - De aanwerving van de vrijwilliger - specialist
Art.13. Het vergelijkend examen voor de aanwerving van een vrijwilliger-specialist, bedoeld in artikel 26, § 2 van het vermelde koninklijk besluit, bestaat uit een mondeling interview.
Het interview test de competenties omschreven in artikel 26, § 2 van het vermelde koninklijk besluit.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 14. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.