Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

14 MAART 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de lijst met actoren die de toelating hebben om het mechanisme van de glijdende huurovereenkomst in de praktijk te brengen



Inhoudstafel:


Art. 1



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Enig artikel. De rechtspersonen die de toelating krijgen om het mechanisme van de glijdende huurovereenkomst in de praktijk te brengen, in toepassing van artikel 263, § 1, 2de lid van de ordonnantie van 27 juli 2017 met het oog op de regionalisering van de huurovereenkomst, zijn:
  1° de sociale verhuurkantoren die krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 houdende organisatie van de sociale verhuurkantoren erkend zijn;
  2° de verenigingen die ijveren voor de integratie via de huisvesting die erkend zijn krachtens het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 7 juli 2016 betreffende de toekenning van subsidies aan verenigingen die ijveren voor de integratie via de huisvesting;
  3° de erkende centra en diensten bedoeld in artikel 3, 2° en 4° van de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor bijstand aan personen;
  4° de partners bedoeld in artikel 1, 8° van het decreet van 13 oktober 2016 betreffende de erkenning en de subsidiëring van partners die hulp verlenen aan rechtzoekenden;
  5° de hulp en diensten zoals bedoeld in artikel 2, 7° van het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie van hulp en dienstverlening aan gedetineerden;
  6° de Centra Algemeen Welzijnswerk bedoeld door artikel 2, 2° van het decreet van 8 mei 1999 betreffende het algemeen welzijnswerk;
  7° de diensten bedoeld in artikel 2, 5° tot 7° van de ordonnantie van 14 juni 2018 betreffende de noodhulp aan en de inschakeling van daklozen;
  8° de initiatieven voor beschut wonen bedoeld in artikel 2, 9° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
  9° de initiatieven van beschut wonen zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten;
  10° de onthaalcentra bedoeld in artikel 2 van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies voor de onthaaltehuizen;
  11° de openbare vastgoedoperatoren;
  12° de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, de centra voor algemeen welzijnswerk en de diensten die actief zijn op het gebied van verslaving erkend krachtens artikels 3, 6 en 9 van het decreet van 5 maart 2009 betreffende het aanbod van ambulante diensten in de domeinen van de Sociale Actie, het Gezin en de Gezondheid;
  13° en de voorzieningen erkend op grond van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg ;
  14° de begeleidingsdiensten, de diensten van inclusief wonen en aangepaste collectieve huisvesting en de erkende verenigingen respectievelijk bedoeld door de artikelen 19, 3°, 62, 1° en 2° en 99 van het decreet van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van personen met een handicap;
  15° de zorgverleners die gemachtigd zijn op grond van het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap;
  16° de voorzieningen erkend op grond van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand;
  17° de voorzieningen erkend op basis van het Besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;
  18° de voorzieningen erkend op grond van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de organisatie van pleegzorg;
  19° De thuiszorgvoorzieningen bedoeld in artikel 2, 14° van het woonzorgdecreet van 13 maart 2009;
  20° de actiediensten in open milieu bedoeld door artikel 2, 30° van het decreet van 18 januari 2018, houdende het wetboek van preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming;
  21° de verenigingen bedoeld in artikel 2, 4° van het decreet van 21 maart 2003 betreffende de armoedebestrijding;
  22° voorzieningen voor de ondersteuning van personen met een visuele beperking die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest actief zijn.