Details





Titel:

29 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit betreffende de vergoedingen van pluimvee afgemaakt of geslacht in het kader van de bestrijding van het influenzavirus type H3(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-10-2019 en tekstbijwerking tot 01-04-2021)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2021020672 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities die worden gegeven in de volgende besluiten:
  1° het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza;
  2° het koninklijk besluit van 17 juni 2013 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren en tot vaststelling van de toelatingsvoorwaarden voor inrichtingen voor pluimvee.

Art.2. § 1. In toepassing van artikel 3 en 4 van het koninklijk besluit van 4 juli 2019 betreffende de bestrijding van influenza van het type H3 bij pluimvee kan het Fonds, wanneer een bevel tot slachten, afmaken, vernietigen of verwerken afgeleverd werd door het Voedselagentschap, binnen de perken van het daartoe bestemde begrotingsartikel, aan de eigenaar een vergoeding toekennen voor het waardeverlies geleden als gevolg van de destructie of de verwerking van broedeieren, en het slachten of het afmaken van het pluimvee, en voor zover de verantwoordelijke voor de betrokken beslagen de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza, het ministerieel besluit van 16 mei 2019 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het aviaire influenzavirus type H3 tegen te gaan, en het ministerieel besluit van 6 juni 2019 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het influenzavirus type H3 tegen te gaan, heeft nageleefd.
  Wanneer onverminderd andere wetgeving, het pluimvee of de eieren in de voedselketen gebracht mogen worden, in voorkomend geval na het ondergaan van een ad hoc behandeling, dan verdient deze weg de voorkeur.
  Op vraag van de houder, en na bevestiging door het Voedselagentschap, in het geval van klinische symptomen of de onmogelijkheid voor de slachthuizen om de slachtingen uit te voeren binnen de termijnen voorzien in het koninklijk besluit van 4 juli 2019 betreffende de bestrijding van influenza van het type H3 bij pluimvee of omwille van technische redenen, neemt het Voedselagentschap de praktische organisatie van de afmaking ten laste.
  § 2. De vergoeding bedoeld in paragraaf 1 wordt berekend als volgt:
  V = R * (Vw - Vs), waarbij:
  V = vergoeding
  R = refactiecoëfficiënt: 90%
  Vw = vervangingswaarde
  Vs = slachtwaarde of restwaarde eieren
  De vergoeding wordt toegekend voor de levende dieren aanwezig op het moment van de bemonstering die een positief resultaat voor het H3-virus aan het licht heeft gebracht en voor de eieren aanwezig of geproduceerd vanaf die datum.
  Indien de bemonstering die een positief resultaat voor het H3-virus aan het licht heeft gebracht, plaatsgevonden heeft vóór de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 4 juli 2019 betreffende de bestrijding van influenza van het type H3 bij pluimvee, wordt een vergoeding toegekend voor het levend pluimvee aanwezig op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 4 juli 2019 betreffende de bestrijding van influenza van het type H3 bij pluimvee en voor de eieren aanwezig of geproduceerd vanaf die datum.
  Het aantal stuks pluimvee en eieren dat voor de vergoeding in aanmerking komt, wordt bepaald door de Dienst Sanitair Beleid Dieren en Planten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op basis van de bewijsstukken die door aanvrager van de vergoeding overgemaakt worden, en op basis van de informatie die door het Voedselagentschap gekend is op het moment dat het bevel tot afmaken, slachten, vernietigen of verwerken wordt gegeven.
  De eigenaar van het pluimvee en/of de eieren die in aanmerking komen voor een vergoeding, dient een vergoedingsaanvraag in bij de Dienst Sanitair beleid Dieren en Planten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, inbegrepen alle bewijsstukken ter staving van het aantal stuks pluimvee en eieren op het moment van de bemonstering of op het moment van het in voege treden van het koninklijk besluit van 4 juli 2019 betreffende de bestrijding van influenza van het type H3 bij pluimvee.
  § 3. De vervangingswaarde van het pluimvee en/of van de eieren die in aanmerking komen voor een vergoeding, wordt vastgesteld aan de hand van de laatste door de Raad van het Fonds goedgekeurde vergoedingstabellen.
  § 4. Indien er voor een soort of categorie pluimvee de in paragraaf 3 vernoemde vergoedingstabellen niet bestaan, wordt de vervangingswaarde vastgesteld door een deskundige zoals bedoeld in artikel 61, § 4 van het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza, vervangen bij het ministerieel besluit van 8 mei 2013.
  § 5. De vervangingswaarden, zoals bedoeld in paragraaf 4, worden beperkt tot de plafonds zoals bedoeld in het ministerieel besluit van 10 maart 1999 tot vaststelling van de refactiecoëfficiënt en de maximumbedragen van pluimvee, eieren en ander vogels dan pluimvee bedoeld in artikel 18 van het koninklijk besluit van 28 november 1994 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende aviaire influenza en de ziekte van Newcastle, aangevuld door het koninklijk besluit van 15 december 2003.

Art.3. Binnen de grenzen van het hiervoor beschikbare budget draagt het Voedselagentschap, wanneer het krachtens artikel 2 en 3 van het koninklijk besluit van 4 juli 2019 betreffende de bestrijding van het influenzavirus type H3 bij pluimvee en artikel 2 van dit besluit, een bevel tot afmaken, slachten, vernietigen of verwerken heeft uitgevaardigd, zonder introductie in de voedselketen, de kosten voor het afmaken, slachten en vernietigen van pluimvee, alsmede de kosten voor de vernietiging van eieren die zelfs na verwerking niet in de voedselketen terecht mogen komen, op voorwaarde dat de verantwoordelijke voor de betrokken beslagen de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 mei 2008 betreffende de bestrijding van aviaire influenza, het ministerieel besluit van 16 mei 2019 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het aviaire influenzavirus type H3 tegen te gaan, en het ministerieel besluit van 6 juni 2019 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het influenzavirus type H3 tegen te gaan, heeft nageleefd.

Art.4.[1 Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking op 31 december 2021.]1
  ----------
  (1)<KB 2021-03-15/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 31-12-2020>

Art. 5. De minister bevoegd voor de veiligheid van de voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.