Details





Titel:

12 JUNI 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van de Franse gemeenschap van 15 maart 1993 houdende de verplichtingen tot overleg tussen gelijkaardige inrichtingen in het secundair onderwijs met volledig leerplan



Inhoudstafel:


Art. 1-15



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1993029191 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de titel van het besluit van de Executieve van de Franse gemeenschap van 15 maart 1993 houdende de verplichtingen tot overleg tussen gelijkaardige inrichtingen in het secundair onderwijs met volledig leerplan, worden de woorden "tussen inrichtingen in het secundair onderwijs met volledig leerplan" vervangen door de woorden: "tussen scholen in het secundair onderwijs".

Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het woord " inrichting " telkens vervangen door het woord "scholen".

Art.3. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  " Art. 3. § 1. Elke zoneraad bestaat uit een vertegenwoordiger van elk van de organiserende machten van gewone of gespecialiseerde secundaire scholen van het betrokken karakter.
  Voor elke volledige schijf van 2000 leerlingen die regelmatig op 15 januari van het lopende schooljaar zijn ingeschreven, vaardigt elke inrichtende macht een extra vertegenwoordiger af voor alle secundaire scholen die ze in de regio organiseert.
  Een minimum van twee vertegenwoordigers is echter gewaarborgd voor de inrichtende macht, die als enige het gehele gesubsidieerde onderwijs of het gehele door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs in de zoneraad vertegenwoordigt.
  Elke zoneraad heeft een vertegenwoordiger van het overlegcomité, overeenkomstig artikel 10. Deze vertegenwoordiger heeft geen stemrecht.
  § 2. Het door artikel 25 van het decreet van 29 juli 1992 houdende de organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan vereiste gunstig advies wordt uitgebracht met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden, zonder rekening te houden met de onthoudingen. De beslissing, voorzien door de toepassing van artikel 21, § 1, tweede lid van hetzelfde decreet, wordt met dezelfde meerderheid genomen.
  In de zoneraden van het niet-confessioneel onderwijs is ook een gewone meerderheid vereist voor alle vertegenwoordigers van het onderwijs die door de Franse Gemeenschap worden georganiseerd, enerzijds, en voor alle vertegenwoordigers van de inrichtende machten van het gesubsidieerde onderwijs, anderzijds, de onthoudingen niet meegeteld. "

Art.4. Artikels 6, 7 en 8 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt:
  " Art. 6. Voor de tien overlegzones samen, zoals bedoeld in artikel 1 worden twee Overlegcomités opgericht:
  1° één voor de scholen van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs die een niet-confessioneel onderwijs aanbieden, het Overlegcomité voor niet-confessioneel onderwijs genoemd;
  2° de andere voor de scholen van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs die een confessioneel onderwijs aanbieden, het Overlegcomité voor confessioneel onderwijs genoemd.
  Art. 7. Het Overlegcomité voor niet-confessioneel onderwijs is samengesteld uit:
  a) 6 werkende leden en maximaal 3 plaatsvervangende leden die het onderwijs vertegenwoordigen dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en door Wallonie-Bruxelles-Enseignement (WBE) worden aangesteld;
  b) 6 werkende leden en maximaal 3 plaatsvervangende leden die het officieel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen en die worden aangesteld door de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van scholen van het niet-confessioneel officieel gesubsidieerd onderwijs;
  c) 1 werkend lid en maximaal 1 plaatsvervangend lid die het niet-confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs vertegenwoordigen, aangesteld door de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van de scholen van het niet-confessioneel gesubsidieerd vrij onderwijs.
  Het comité kiest een van zijn leden als voorzitter.
  De mandaten gelden voor een termijn van 4 jaar en zijn hernieuwbaar.
  Het Overlegcomité stelt zijn huishoudelijk reglement op met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden, waarbij de onthoudingen niet in aanmerking worden genomen. Dit voorziet met name in de verkiezing van de voorzitter.
  De voorzitter van het Overlegcomité deelt de lijst mee van de werkende en plaatsvervangende leden van het Comité en de aanpassingen ervan, alsmede het in het vorige lid bedoelde huishoudelijk reglement, aan de minister bevoegd voor het secundair onderwijs.
  Art. 8. Het Overlegcomité voor het confessioneel gesubsidieerd onderwijs bestaat uit 13 werkende leden en maximaal 7 plaatsvervangende leden die het confessioneel gesubsidieerd onderwijs vertegenwoordigen, die worden aangesteld door het vertegenwoordigings- en coördinatieorgaan van de inrichtende machten van de scholen van het confessioneel gesubsidieerd onderwijs.
  Het comité kiest een van zijn leden als voorzitter.
  De mandaten gelden voor een termijn van 4 jaar en zijn hernieuwbaar.
  Het Overlegcomité stelt zijn huishoudelijk reglement op met een meerderheid van twee derde van de aanwezige leden, waarbij de onthoudingen niet in aanmerking worden genomen. Dit voorziet met name in de verkiezing van de voorzitter.
  De voorzitter van het Overlegcomité deelt de lijst mee van de werkende en plaatsvervangende leden van het Comité en de aanpassingen ervan, alsmede het in het vorige lid bedoelde huishoudelijk reglement, aan de minister bevoegd voor het secundair onderwijs. ".

Art.5. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden "bevoegd voor het secundair onderwijs".

Art.6. In hetzelfde besluit wordt afdeling 4, dat wil zeggen de artikelen 11 tot en met 13, opgeheven.

Art.7. Aan artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) aan paragraaf 1, wordt het eerste lid vervangen door een tekst die als volgt luidt:
  "Een school kan de oprichting niet voorstellen:
  1° van een eenvoudige of gegroepeerde basisoptie van het gewoon secundair onderwijs met volledig leerplan of van het gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 4;
  2° van een optie zoals bedoeld in artikel 44 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren;
  3° van een opleiding zoals bedoeld in de artikelen 45, 47 et 49 van het voornoemd decreet van 24 juli 1997,
  Als die:
  1° is opgenomen in de lijst van basisopties en van opleidingen van het secundair onderwijs;
  2° in de genoemde lijst niet wordt vermeld onder een naam die wordt voorafgegaan door de letters NP".
  b) in paragraaf 1, tweede lid, en in paragrafen 2 en 3, wordt het woord "inrichting" vervangen door het woord "school", met uitzondering van paragraaf 3, in de titel van het koninklijk besluit nr. 49 van 2 juli 1982 betreffende de oprichtings-, behouds- en splitsingsnormen en de berekening van het urenkrediet van het secundair onderwijs van het type I en betreffende de fusie van inrichtingen en bepaalde personeelsbetrekkingen van de inrichtingen voor secundair onderwijs met volledig leerplan van type I en type II.

Art.8. In hetzelfde besluit wordt een artikel 24/1 en een artikel 24/2 ingevoegd, die als volgt luiden:
  "Art. 24/1. De oprichting van een nieuwe opleiding zoals bedoeld in artikel 2bis, § 1, 2°, van het decreet van 3 juli 1991 gericht op de organisatie van het alternerend secundair onderwijs vereist het advies van de Zoneraad en het akkoord van het Overlegcomité overeenkomstig de modaliteiten voorzien in artikel 27.
  Art. 24/2. Voor de oprichting van een nieuwe vorm, een nieuw type of een nieuwe functie van vorm 3 is het advies van de Zoneraad en het akkoord van het Overlegcomité vereist, overeenkomstig de in artikel 27 bedoelde modaliteiten".

Art.9. Aan artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) tussen de woorden "creëren van opties" en de woorden "door de" worden volgende woorden gevoegd: "of opleidingen";
  b) het woord "inrichtingen" wordt vervangen door het woord "scholen";
  c) het woord "inrichting" wordt vervangen door het woord "school".

Art.10. Aan artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) paragraaf 2 wordt vervangen door een tekst die als volgt luidt:
  " § 2. Elke Zoneraad zorgt voor het overleg tussen de inrichtende machten:
  1° met betrekking tot de planning van het onderwijs, bedoeld in artikel 24, eerste lid 3°, van het decreet van 29 juli 1992 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs met volledig leerplan;
  2° met betrekking tot de organisatie van de opleidingen bedoeld in artikel 2a, § 1, 1° en 2°, van het decreet van 3 juli 1991 houdende organisatie van het alternerend secundair onderwijs;
  3° met betrekking tot de organisatie van een nieuwe vorm, nieuw type of nieuw beroep van het gespecialiseerd secundair onderwijs van vorm 3.
  Hij onderzoekt de projecten voor het creëren van opties of projecten voor de organisatie van opleidingen van scholen waarvoor hij bevoegd is en geeft de gunstige of ongunstige adviezen zoals voorzien in artikel 25 van voornoemd decreet van 29 juli 1992";
  b) in paragraaf 3 worden de woorden "creëren van basisopties" vervangen door de woorden "creëren van opties of projecten voor de organisatie van opleidingen".
  c) in paragraaf 6, alinea 3 worden de woorden "of de organisatie van opleidingen" gevoegd tussen de woorden "van voorbehouden opties" en het woord" , voor " ;
  d) in paragraaf 8 worden de woorden "overleg voor" geschrapt.

Art.11. Aan artikel 27/1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "inrichtingen" vervangen door het woord "scholen" ;
  b) in paragraaf 2, derde lid, 6°, wordt het woord "inrichting" vervangen door het woord "school";
  c) in paragraaf 7, worden de woorden "Algemene overlegraad" vervangen door de woorden "Algemene Raad voor het secundair onderwijs";
  d) in paragraaf 8,
  - in het eerste lid, worden de woorden "overleg" geschrapt
  - in het vierde lid, 6°, wordt het woord "inrichting" vervangen door het woord "school".

Art.12. Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art.13. In artikel 30 van hetzelfde besluit wordt alinea 3 vervangen door wat volgt:
  "Voor het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd, wordt elk negatief rapport van de inspectiedienst voorgelegd aan de minister, die de WBE-raad kan verzoeken deze optie te sluiten".

Art.14. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019.

Art. 15. De Minister, bevoegd voor secundair onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.