Details





Titel:

7 JUNI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft het toelaten van verschillende prijssystemen in een kinderopvanglocatie met het systeem inkomenstarief, en tot wijziging van artikel 8 van het Procedurebesluit van 9 mei 2014



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2013036186  2014035893 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 1 van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, 24 april 2015, 14 oktober 2016, 9 november 2018 en 30 november 2018, wordt punt 13° vervangen door wat volgt:
  "13° opgevangen kind: een kind voor wie er minstens één kinderopvangprestatie is. Er zijn twee soorten opgevangen kinderen:
  a) opgevangen kind met inkomenstarief: het opgevangen kind waarvoor de organisator het systeem inkomenstarief toepast;
  b) opgevangen kind met vrije prijs: het opgevangen kind waarvoor de organisator een vrije prijs vraagt;".

Art.2. In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014, wordt punt 3° vervangen door volgt:
  "3° de organisator moet voldoen aan de voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening zodra een subsidieerbare kinderopvangplaats wordt omgezet in een gesubsidieerde kinderopvangplaats, met uitzondering van de voorwaarde vermeld in artikel 21 die niet geldt voor de kinderopvangplaatsen die de organisator met een vrije prijs organiseert in dezelfde kinderopvanglocatie, en met uitzondering van de voorwaarde, vermeld in artikel 24, waaraan de organisator moet voldoen voor de aanvraag van de subsidie. De organisator bepaalt in welke kinderopvanglocaties van de subsidiegroep hij de specifieke dienstverlening realiseert. De voorwaarden voor de realisatie van specifieke dienstverlening gelden voor alle kinderopvangplaatsen van die kinderopvanglocatie;".

Art.3. In artikel 17, tweede lid, 2°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, wordt de zinsnede "vermeld in artikel 20 tot en met 36" vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 20 tot en met 36/1".

Art.4. In artikel 18, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt punt 2° vervangend door wat volgt:
  "2° alle kinderopvangprestaties van elke kinderopvanglocatie groepsopvang uit de subsidiegroep die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 tot en met 36/1, tellen mee, met uitzondering van de volgende kinderopvangprestaties:
  a) de kinderopvangprestaties 's nachts;
  b) de kinderopvangprestaties waarvoor de organisator ervoor kiest om niet met het systeem inkomenstarief te werken als vermeld in artikel 27, tweede lid;".

Art.5. In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
  "Voor de berekening van de bezetting worden alle kinderopvangprestaties van de opgevangen kinderen met inkomenstarief van de kinderopvanglocaties van dezelfde subsidiegroep, die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 20 tot en met 36/1, in aanmerking genomen.".

Art.6. In artikel 27 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "vermeld in artikel 28 tot en met 36" vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 28 tot en met 36/1";
  2° aan het tweede lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° de kinderen die hij opvangt op de kinderopvangplaatsen bovenop de subsidieerbare kinderopvangplaatsen met subsidie voor inkomenstarief. Dat geldt niet voor de organisator die werkt met kinderbegeleiders in het sociaal statuut van de aangesloten onthaalouders.".

Art.7. Artikel 27/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2017, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 27/1. De organisator die een beroep doet op de mogelijkheid, vermeld in artikel 27, tweede lid, 3°, kan voor de kinderopvang van de kinderen, vermeld in artikel 27, tweede lid, 3°, een vrije prijs vragen aan de gezinnen.
  In het geval, vermeld in het eerste lid, voldoet de organisator aan al de volgende voorwaarden:
  1° voldoende beleidsvoerend vermogen hebben om kwaliteitsvol met twee prijssystemen in één kinderopvanglocatie te werken;
  2° een duidelijk beleid uitgewerkt hebben over zijn aanpak van de combinatie van twee prijssystemen in de kinderopvanglocatie en het gebruik van de vrije prijs. Dat beleid is opgenomen in het huishoudelijk reglement en vermeldt de mogelijkheid en de criteria voor gezinnen om door te schuiven van een vrije prijs naar het systeem inkomenstarief of omgekeerd;
  3° met elke contracthouder voor een bepaald kind maar één schriftelijke overeenkomst hebben. Daarbij kan niet gelijktijdig met het systeem inkomenstarief en met een vrije prijs worden gewerkt;
  4° voor alle opgevangen kinderen met inkomenstarief en alle opgevangen kinderen met vrije prijs eenzelfde dienstverlening bieden;
  5° op een subsidieerbare plaats met subsidie voor inkomenstarief voorrang geven aan een kind uit een gezin dat beantwoordt aan ten minste twee van de kenmerken, vermeld in artikel 22, eerste lid, 1° tot en met 4°.
  Voor de contracthouders van opgevangen kinderen met vrije prijs zijn artikel 28 tot en met 36/1, artikel 40/3 en 40/10 niet van toepassing.
  Als de organisator niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, kan Kind en Gezin beslissen dat de organisator geen gebruik kan maken van de mogelijkheid, vermeld in artikel 27, tweede lid, 3°. ".

Art.8. Artikel 27/2 tot en met 27/6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2017, worden opgeheven.

Art.9. In artikel 40/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "per kinderopvangprestatie op atypische openingsmomenten" vervangen door de woorden "per kinderopvangprestatie van een opgevangen kind met inkomenstarief op atypische openingsmomenten";
  2° in het tweede lid wordt de zin "In afwijking van artikel 17, tweede lid, 2°, tellen alle kinderopvangprestaties mee, met inbegrip van kinderopvangprestaties 's nachts." vervangen door de zin "In afwijking van artikel 17, tweede lid, 2°, tellen, met uitzondering van de kinderopvangprestaties vermeld in artikel 17, tweede lid, 2°, c), alle kinderopvangprestaties mee, met inbegrip van kinderopvangprestaties 's nachts.".

Art.10. In artikel 40/10 van hetzelfde beluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2018, worden de woorden "tellen de kinderopvangprestaties mee voor de subsidie voor inkomenstarief" vervangen door de woorden "tellen de kinderopvangprestaties van de opgevangen kinderen met inkomenstarief mee voor de subsidie voor inkomenstarief".

Art.11. In artikel 8, eerste lid, 5°, van het Procedurebesluit van 9 mei 2014 wordt punt e) vervangen door wat volgt:
  "e) het feit of en voor hoeveel plaatsen de kinderopvanglocatie zal voldoen aan de voorwaarden voor bepaalde subsidies;".

Art.12. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.

Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.