3 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - De opleiding tot verzorgende en zorgkundige
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 5-7
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° verzorgende: een personeelslid dat zorg- en dienstverlening verstrekt op het vlak van persoonsverzorging, huishoudelijke hulpverlening, psychosociale ondersteuning of algemene pedagogische ondersteuning, of het personeelslid dat valt onder de definitie vastgesteld door de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie van verzorgende;
2° zorgkundige: de persoon, vermeld in artikel 59 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;
3° VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";
4° opleidingsverstrekker: de VDAB of de partnerorganisatie waarop de VDAB een beroep doet om de opleiding tot verzorgende en zorgkundige aan te bieden;
5° opleidingsstage: de stage, vermeld in artikel 84 tot en met 84/8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;
6° Vlaamse kwalificatiestructuur: de kwalificatiestructuur, vermeld in artikel 2, 14° van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur;
7° Sector: de representatieve koepelorganisaties van de gezinszorg en de ouderenzorg;
8° Verzorgende-zorgkundige: de uitstroomrichting die toeleidt naar de beroepen van zorgkundige en verzorgende.
HOOFDSTUK 2. - De opleiding tot verzorgende en zorgkundige
Art.2. De opleiding tot verzorgende en zorgkundige leidt de cursisten op tot de gekwalificeerde beroepen verzorgende en zorgkundige, die kwaliteitsvolle en professionele zorg kunnen bieden.
De opleiding tot verzorgende en zorgkundige is modulair opgebouwd en bestaat uit minimaal 1320 uur. De opleiding omvat opleidingsstages zowel in de thuiszorg als in de residentiële zorg. Er wordt gestreefd naar een evenwicht tussen stages in de thuiszorg en stages in de residentiële zorg. Het opleidingsplan bestaat uit de competenties die beschreven zijn in de beroepskwalificaties verzorgende en zorgkundige, zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering volgens de Vlaamse kwalificatiestructuur.
Een bekwaamheidsattest als vermeld in artikel 3, wordt uitgereikt als de competenties die beschreven zijn in de beroepskwalificaties, verworven zijn op het niveau binnen de Vlaamse kwalificatiestructuur, zoals bepaald in de beroepskwalificaties die zijn vastgesteld door de Vlaamse Regering.
De raad van bestuur van de VDAB kan nadere regels bepalen voor het opleidingsplan en de kwaliteit van de opleiding die de opleidingsverstrekker aanbiedt. De raad van bestuur stelt in samenspraak met de sector de inhoud en de duurtijd van de modules vast.
Art.3. § 1. De opleidingsverstrekker levert aan de geslaagde cursisten een bekwaamheidsattest van verzorgende-zorgkundige af, dat is opgesteld conform het model dat de raad van bestuur van de VDAB vaststelt. Het bekwaamheidsattest voor verzorgende-zorgkundige wordt afgeleverd als de cursist slaagt in al de volgende modules:
1° omgangskunde 1 en 2;
2° zorg voor woon- en leefklimaat 1 en 2;
3° zorgvraaggerichte vaardigheden 1 en 2;
4° zorg voor een goed functionerend lichaam 1 en 2;
5° specifieke zorgsituaties 1 en 2;
6° werken in de zorgsector 1 en 2;
7° opleidingsstage;
8° de overige competenties, vermeld in de beroepskwalificaties verzorgende en zorgkundige.
De opleidingsverstrekker levert aan de cursisten die de opleiding gedeeltelijk hebben afgewerkt, een bekwaamheidsattest af van logistiek assistent, dat is opgesteld conform het model dat de raad van bestuur van de VDAB vaststelt. Het bekwaamheidsattest van logistiek assistent wordt afgeleverd als de cursist slaagt in al de volgende modules:
1° omgangskunde 1;
2° zorg voor woon- en leefklimaat 1;
3° zorgvraaggerichte vaardigheden 1;
4° zorg voor een goed functionerend lichaam 1;
5° specifieke zorgsituaties 1;
6° werken in de zorgsector 1;
7° opleidingsstage;
8° de overige competenties, vermeld in de beroepskwalificatie logistiek assistent.
De opleidingsverstrekker levert aan de cursisten die de opleiding gedeeltelijk hebben afgewerkt, een bekwaamheidsattest af van huishoudhulp, dat is opgesteld conform het model dat de raad van bestuur van de VDAB vaststelt. Het bekwaamheidsattest van huishoudhulp wordt afgeleverd als de cursist slaagt in al de volgende modules:
1° omgangskunde 1;
2° zorg voor woon- en leefklimaat 1;
3° zorgvraaggerichte vaardigheden 1;
4° zorg voor een goed functionerend lichaam 1;
5° specifieke zorgsituaties 1;
6° werken in de zorgsector 1;
7° opleidingsstage;
8° de overige competenties, vermeld in de beroepskwalificatie huishoudhulp.
§ 2. Het bekwaamheidsattest van verzorgende-zorgkundige, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, geeft aanleiding tot de beroepskwalificatie van verzorgende.
Het bekwaamheidsattest van verzorgende-zorgkundige, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, geeft aanleiding tot de beroepskwalificatie van zorgkundige.
Het bekwaamheidsattest van logistiek assistent, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, geeft aanleiding tot de beroepskwalificatie van logistiek assistent.
Het bekwaamheidsattest van huishoudhulp, vermeld in paragraaf 1, derde lid, geeft aanleiding tot de beroepskwalificatie van huishoudhulp.
Art.4. De kandidaat-cursist kan vrijgesteld worden van een of meer modules van de opleiding, vermeld in artikel 3, § 1, als hij aan een of meer van de volgende voorwaarden voldoet:
1° hij beschikt over eerder verworven competenties die onderdeel uitmaken van de in dit besluit vermelde beroepskwalificaties. Hij kan die competenties aantonen tijdens een beoordeling die een opleidingsverstrekker of de VDAB organiseert;
2° hij kan aantonen dat hij eerder een evenwaardige opleiding geheel of gedeeltelijk succesvol heeft afgerond;
3° hij beschikt over een relevant opleidingsbewijs, een bekwaamheidsattest, een diploma, een bewijs van beroepskwalificatie of een gelijkwaardig document.
De opleidingsverstrekker geeft een individueel advies aan de VDAB over de toepassing van het eerste lid. De VDAB kent de vrijstelling toe aan de cursist.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.5. Het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 tot regeling van de opleiding tot polyvalent verzorgende en de bijkomende opleidingsmodule tot zorgkundige, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 februari 2011, wordt opgeheven.
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2020.
Voor opleidingen die zijn aangevat voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, blijft de regelgeving gelden zoals die gold op de datum van het begin van de opleiding.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.