17 JULI 2019. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de volledige lijst van medische, psycho-medische en paramedische beroepen die officieel erkend zijn voor het stellen van de diagnose waarop een beroep wordt gedaan voor de invoering van redelijke aanpassingen in het gewoon basis- of secundair onderwijs
Art. 1-4
Artikel 1. Overeenkomstig artikel 102/1, § 1, tweede lid, van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren, zijn de beroepen die officieel erkend zijn voor het stellen van de diagnose waarop een beroep wordt gedaan voor de invoering van redelijke aanpassingen in het gewoon basis- of secundair onderwijs, artsen die gemachtigd zijn hun beroep uit te oefenen overeenkomstig de wet op de uitoefening van gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015.
Elke beroepsarts kan deze diagnose alleen stellen binnen zijn vakgebied.
Art.2. Overeenkomstig artikel 102/1, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet, zijn de gezondheidszorgberoepen waarvan de uitoefening wordt geregeld door de wet op de uitoefening van gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, andere dan deze vermeld in artikel 1 van dit besluit, die officieel erkend zijn voor het stellen van de diagnose waarop een beroep wordt gedaan voor het invoeren van redelijke aanpassingen in het gewoon basis- of secundair onderwijs, de volgende:
o Kinesitherapeut;
o Ergotherapeut;
o Logopedist;
o Klinische orthopedagoog;
o Orthoptist-optometrist;
o Psycholoog.
Art.3. Overeenkomstig artikel 5, § 3, van het decreet van 14 juli 2006 betreffende de opdrachten, programma's en het activiteitenverslag van de psycho-medisch-sociale centra, wanneer de aanvraag om redelijke aanpassingen wordt gedaan door de ouders van de minderjarige leerling of door de leerling zelf indien deze de volle leeftijd heeft bereikt of door een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of daadwerkelijk de voogdij heeft over het minderjarige kind, door een lid van de klassenraad of door het psycho-medisch-sociale centrum, is dit laatste eveneens gemachtigd een diagnose te stellen.
Art. 4. De Minister van Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.