Details





Titel:

17 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toegang tot en organisatie van de educatieve graduaatsopleiding voor secundair onderwijs(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-08-2019 en tekstbijwerking tot 14-10-2020)



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De student van de educatieve graduaatsopleiding voor secundair onderwijs, vermeld in artikel II.112 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, kiest uit de volgende lijst minstens één onderwijsvak, binnen de mogelijkheden die de hogeschool aanbiedt:
  1° agrarische technieken;
  2° autorijtechnieken;
  3° autotechniek;
  4° bakkerij;
  5° bio-esthetiek;
  6° bloemschikken;
  7° bouw;
  8° carrosserie;
  9° centrale verwarming;
  10° diamant;
  11° elektriciteit;
  12° elektromechanica;
  13° elektronica;
  14° glastechnieken;
  15° goud;
  16° grafische technieken;
  17° haartooi;
  18° hedendaagse dans;
  19° hotel;
  20° hout;
  21° instrumentenbouw;
  22° klassieke dans;
  23° koeltechniek;
  24° kunststoffen;
  25° lassen - constructie;
  26° leder;
  27° mechanica;
  28° metaal;
  29° meubelmakerij;
  30° nautische technieken
  31° sanitair;
  32° Rijn- en binnenvaart
  33° scheepswerktuigkunde;
  34° scheepvaart;
  35° schilderen en decoratie;
  36° schrijnwerkerij;
  37° slagerij;
  38° steen- en marmerbewerking;
  39° tandtechniek;
  40° uurwerkmaken;
  41° veiligheidstechniek;
  42° verkoop;
  43° verzorging;
  44° voeding;
  45° zeemanschap.
  De onderwijsvakken hedendaagse dans en klassieke dans kunnen enkel in samenwerking met een School of Arts met onderwijsbevoegdheid voor de professionele bacheloropleiding dans.

Art.2. Ter uitvoering van artikel II.112, § 2, van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 wordt de vakinhoudelijke startbekwaamheid die nodig is om de educatieve graduaatsopleiding voor secundair onderwijs te kunnen aanvatten, aanzien als nuttige ervaring.

Art.3.De toegang tot de educatieve graduaatsopleiding voor secundair onderwijs, vermeld in artikel II.112 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, wordt beperkt tot kandidaten die vakinhoudelijke startbekwaamheid kunnen bewijzen.
  De volgende kandidaten worden toegelaten tot de educatieve graduaatsopleiding:
  1° een kandidaat met vijf jaar professionele ervaring in het betrokken onderwijsvak van de educatieve graduaatsopleiding;
  2° een kandidaat met drie jaar professionele ervaring in het betrokken onderwijsvak van de educatieve graduaatsopleiding en een studiebewijs als vermeld in artikel II.176 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013, of een beroepscertificaat van VDAB in het domein van het onderwijsvak;
  3° [1 in afwijking van punt 2° worden voor de onderwijsvakken hedendaagse dans en klassieke dans kandidaten toegelaten met drie jaar professionele ervaring als danser, als ze daarbij beschikken over een diploma van het kunstsecundair onderwijs studierichting Dans of Ballet, of een diploma dat daarmee gelijkwaardig is.]1
  ----------
  (1)<BVR 2020-09-04/19, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2020>

Art.4. De hogescholen die een educatieve graduaatsopleiding voor secundair aanbieden, controleren of de kandidaat voldoende vakinhoudelijke bekwaamheid bezit. Die hogescholen bepalen binnen de VLHORA hiervoor een gemeenschappelijke procedure. Deze procedure bevat minimaal het bepalen van de startbekwaamheid, de beoordeling van de vakbekwaamheid - die waar mogelijk gebaseerd is op de relevante beroepskwalificaties - tijdens de opleiding, de toegangsprocedure, zoals bepaald in artikel 3, en een beroepsmogelijkheid.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2019.

Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.