Details





Titel:

18 APRIL 2019. - Ministerieel besluit over de verdeling van de middelen voor de terbeschikkingstelling van budgetten voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor het jaar 2019



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
  2° besluit van 27 november 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget;
  3° budget: een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap.

Art.2. Het agentschap bepaalt voor het jaar 2019 welk aandeel van de middelen die vastgesteld zijn op zijn begroting voor de terbeschikkingstelling van budgetten, nodig zijn voor:
  1° de terbeschikkingstelling van een budget aan de personen met een handicap, vermeld in artikel 37, § 1, van het besluit van 27 november 2015;
  2° de terbeschikkingstelling van een budget conform artikel 56, vierde lid, van het voormelde besluit;
  3° de terbeschikkingstelling van een hoger budget met toepassing van artikel 16 van het voormelde besluit;
  4° de terbeschikkingstelling van een budget conform artikel 27/1 van het besluit van 10 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap met een actieve zorgvraag naar persoonsvolgende financiering;
  5° de terbeschikkingstelling van een hoger budget met toepassing van artikel 16 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 houdende maatregelen voor de uitwerking van de persoonsvolgende budgetten die in het kader van de transitie naar persoonsvolgende financiering ter beschikking zijn gesteld.

Art.3. De middelen die vastgesteld zijn op de begroting van het agentschap voor de terbeschikkingstelling van budgetten na aftrek van het aandeel dat noodzakelijk is voor de automatische terbeschikkingstelling van een budget, vermeld in artikel 2, worden in het jaar 2018 op de volgende wijze verdeeld over de prioriteitengroepen, vermeld in artikel 23 van het besluit van 27 november 2015:
  1° prioriteitengroep 1: 85%;
  2° prioriteitengroep 2: 10%;
  3° prioriteitengroep 3: 5%.
  De resterende middelen, vermeld in het eerste lid, worden, gespreid over het jaar 2019, gebruikt voor de terbeschikkingstelling van budgetten. Na elke kwartaalrapportering worden de resterende middelen, vermeld in het eerste lid, herrekend, rekening houdend met het jaarbedrag van de budgetten die aan al de verschillende groepen, vermeld in het eerste lid, zijn toegekend.

Art. 4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.