6 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot organisatie van het administratief en financieel beheer van de Administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie Centrale dienst voor Duitse Vertalingen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 25-06-2019 en tekstbijwerking tot 16-07-2021)
HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Beheer
Afdeling I. - Het beheerscomité
Art. 3-8
Afdeling II. - De leidend ambtenaar
Art. 9-10
HOOFDSTUK IV. - Interne controle
Art. 11
HOOFDSTUK V. - Financieel en budgettair beheer
Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art. 12-14
Afdeling II. - Het opmaken van de begroting
Art. 15-16
Afdeling III. - De boekhouding en het afleggen van de rekeningen
Art. 17-18
Afdeling IV. - Het beheer
Art. 19-20
Afdeling V. - De controle
Art. 21-22
HOOFDSTUK VI. - Personeel geworven ten laste van de begroting van de CDDV
Art. 23
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 24-25
HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder:
1° "de CDDV": de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie Centrale Dienst voor Duitse Vertalingen;
2° "de Minister": de Minister van Binnenlandse Zaken;
3° "het beheerscomité": het beheerscomité van de CDDV;
4° "de leidend ambtenaar": het diensthoofd van de CDDV.
HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Art.2. De CDDV heeft onder meer als opdracht :
1° het verzekeren van de Duitse vertaling van koninklijke en ministeriële besluiten voor rekening van de federale ministers, met uitzondering van de Minister van Binnenlandse Zaken;
2° de ondersteuning van de federale ministers bij het opstellen van de lijsten van de koninklijke en ministeriële besluiten die vertaald moeten worden en bij de Duitse vertaling hiervan voor rekening van de federale ministers, met uitzondering van de Minister van Binnenlandse Zaken;
3° het verzekeren van de Duitse vertaling van adviezen, communicaties en formulieren afkomstig van federale overheidsadministraties voor rekening van de federale overheidsadministraties, met uitzondering van de FOD Binnenlandse Zaken.
4° het verzekeren van de Duitse vertaling van koninklijke besluiten, ministeriële besluiten en andere besluiten afkomstig van de federale overheid, voor rekening van de regering van de Duitstalige Gemeenschap.
HOOFDSTUK III. - Beheer
Afdeling I. - Het beheerscomité
Art.3.Het beheerscomité is als volgt samengesteld :
1° de stemgerechtigde leden,
a) de [1 directeur van de Interne Ondersteuningsdienst]1 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn plaatsvervanger;
b) de functionele directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn plaatsvervanger;
c) de leidend ambtenaar, of zijn plaatsvervanger;
d) de vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister, of zijn plaatsvervanger;
2° de leden met raadgevende stem,
a) de Inspecteur van Financiën geaccrediteerd bij de Minister, en die belast is met de dossiers van de CDDV;
b) de vertegenwoordiger van een administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;
c) de secretaris van het beheerscomité;
d) de secretaris-generaal van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, of zijn plaatsvervanger;
De leden bedoeld in het eerste lid, 1°, d), en 2°, b), en de plaatsvervangers worden aangeduid door de Minister van Binnenlandse Zaken, na overleg met de betrokken ministers, voor een periode van vier jaar.
Als een lid ontslag neemt of overlijdt, wordt het onmiddellijk vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
----------
(1)<KB 2021-06-29/12, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 26-07-2021>
Art.4. Het beheerscomité is inzonderheid belast met de volgende opdrachten :
1° het actieplan van de CDDV goedkeuren, alsook het personeelsplan ten laste van de middelen van de CDDV;
2° het jaarlijkse ontwerp van begroting goedkeuren;
3° het jaarlijks investeringsplan en de eventuele wijzigingen ervan goedkeuren;
4° vóór 1 maart van elk jaar de balans, de resultatenrekening, de samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen, de rekening van uitvoering van de begroting en de toelichting van het afgelopen begrotingsjaar goedkeuren;
5° jaarlijks een jaarverslag over de activiteiten en de evolutie van de belangrijkste financiële gegevens indienen bij de Minister;
6° het tariefbeleid bepalen;
7° aan de Koning de retributies voorstellen voor de prestaties die geleverd worden door de CDDV in uitvoering van artikel 2;
8° een huishoudelijk reglement vaststellen;
9° op eigen initiatief of op vraag van de Minister, adviezen geven over de werking van de CDDV.
Art.5.[1 § 1. Het beheerscomité vergadert zo vaak als nodig en ten minste twee keer per jaar.
De voorzitter roept de leden van het comité ten minste vijf werkdagen vooraf op per brief of e-mail, en dit ambtshalve of op gemotiveerd verzoek van de leidend ambtenaar of van ten minste twee stemgerechtigde leden van het comité.
De oproeping vermeldt de dagorde, die met name elk punt moet bevatten dat een lid ten minste tien werkdagen voor de vergadering aan de voorzitter heeft doorgegeven.
§ 2. De zitting van het beheerscomité kan via videoconferentie worden georganiseerd, of met fysieke aanwezigheid.
Wanneer de zitting georganiseerd wordt met fysieke aanwezigheid, komt het beheerscomité bijeen in één van de lokalen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
§ 3. Het beheerscomité kan, in uitzonderlijke omstandigheden van dagelijks beheer, een geldige beslissing nemen op elektronische wijze. Daartoe verstuurt een lid een beslissingsvoorstel elektronisch naar de secretaris, die het elektronische bericht rechtstreeks naar de andere leden doorstuurt, na overleg met de voorzitter.
Elk lid mag binnen de twee werkdagen verzet aantekenen tegen de elektronische stemmingsprocedure en vragen om het beslissingsvoorstel naar de volgende zitting van het beheerscomité te verschuiven. Het lid dat verzet aantekent, brengt de secretaris en de andere leden daarvan elektronisch op de hoogte. Het beslissingsvoorstel wordt dan automatisch op de agenda van de volgende vergadering gezet.
Een elektronisch beslissingsvoorstel bevat alle informatie en documenten die nodig zijn om de voorgestelde beslissing te onderzoeken. De termijn waarbinnen de beslissing genomen moet worden, wordt in het voorstel vermeld. Deze termijn moet minimaal twee werkdagen en maximaal vier werkdagen bedragen.
Het beheerscomité kan een beslissing enkel op geldige wijze goedkeuren als een meerderheid van stemgerechtigde leden aan de stemming deelneemt. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend. De beslissing is enkel geldig als geen enkel lid verzet heeft aangetekend tegen de elektronische stemmingsprocedure, zoals vermeld in het tweede lid.
Het resultaat van deze elektronische stemming wordt opgetekend in de notulen, overeenkomstig artikel 6, § 3.]1
----------
(1)<KB 2021-06-29/12, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 26-07-2021>
Art.6.§ 1. De voorzitter van het beheerscomité is de [1 directeur van de Interne Ondersteuningsdienst]1 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn plaatsvervanger. De vice-voorzitter van het beheerscomité is de functionele directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn plaatsvervanger.
Het beheerscomité beraadslaagt onder het voorzitterschap van de voorzitter of, bij diens afwezigheid, onder dit van de vice-voorzitter.
Het beheerscomité kan slechts geldig beraadslagen als de meerderheid van zijn stemgerechtigde leden aanwezig is.
Indien het quorum bedoeld in het derde lid niet bereikt wordt, kan het comité, na een tweede oproeping, geldig beraadslagen over dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezige leden.
§ 2. De beslissingen van het beheerscomité worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. In geval van staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
§ 3. Van de beraadslagingen van het beheerscomité worden notulen opgesteld die door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend.
----------
(1)<KB 2021-06-29/12, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 26-07-2021>
Art.7. De secretaris van het beheerscomité wordt aangewezen door de voorzitter van het beheerscomité onder het personeel van de CDDV volgens de modaliteiten die vastgesteld worden in het huishoudelijk reglement.
Art.8. Op vraag van één van de leden van het beheerscomité kan de voorzitter andere personen uitnodigen om deel te nemen aan de vergaderingen van het beheerscomité, teneinde een advies te geven over een punt van de dagorde.
De personen bedoeld in het eerste lid zijn niet stemgerechtigd.
Afdeling II. - De leidend ambtenaar
Art.9. § 1. De Minister wijst, op voordracht van de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, een leidend ambtenaar aan van ten hoogste de klasse A3.
§ 2. De leidend ambtenaar is belast met :
1° het vaststellen van de rechten ten bate van de CDDV;
2° het uitoefenen van de bevoegdheden inzake overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten alsook het aangaan van diverse financiële verbintenissen en het goedkeuren van de hieruit voortvloeiende uitgaven en dit binnen de drempel opgenomen in het ministerieel besluit betreffende de overdracht van bevoegdheid inzake de uitgaven van toepassing binnen de Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
De leidend ambtenaar kan in uitvoering van voormeld ministerieel besluit bepaalde bevoegdheden inzake uitgaven delegeren aan één of meerdere personeelsleden binnen de CDDV.
§ 3. De leidend ambtenaar zorgt tevens voor :
1° het dagelijkse administratieve en financiële beheer van de CDDV;
2° de opstelling en opvolging van het actieplan bedoeld in artikel 4, 1°, alsook de opvolging van de door het beheerscomité vastgelegde beleidslijnen;
3° de opstelling van het ontwerp van jaarlijkse begroting;
4° de opstelling van het ontwerp van jaarverslag bedoeld in artikel 4, 5° ;
5° de formulering van voorstellen betreffende de aanwerving van personeel, binnen de perken van de beschikbare middelen van de CDDV
§ 4. De leidend ambtenaar kan, op zijn verantwoordelijkheid, bepaalde taken bedoeld in § 3, 2°, 3° en 4°, overdragen.
§ 5. In geval van afwezigheid of verhindering van de leidend ambtenaar, worden de taken bedoeld in § 3 overgedragen aan een ambtenaar binnen de CDDV, die aangewezen wordt door de leidend ambtenaar.
Art.10. Het beheerscomité kan aan de leidend ambtenaar de in artikel 4, 9°, bedoelde taken overdragen.
HOOFDSTUK IV. - Interne controle
Art.11. De CDDV is onderworpen aan de bestaande interne controle binnen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, alsook aan de in dit besluit voorziene specifieke controlemodaliteiten.
HOOFDSTUK V. - Financieel en budgettair beheer
Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art.12. De middelen van de CDDV bestaan uit :
1° een jaarlijkse dotatie ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting;
2° functionele en exploitatieontvangsten;
3° de beschikbare financiële middelen op het einde van het vorige jaar;
4° de eventuele giften en legaten.
Art.13. Een jaarlijkse dotatie wordt toegekend aan de CDDV om de kosten te dekken.
Art.14. De bepalingen betreffende de comptabiliteit van de Administratieve Diensten met boekhoudkundige autonomie zijn van toepassing op de CDDV.
Afdeling II. - Het opmaken van de begroting
Art.15. De begroting wordt als volgt onderverdeeld, zoals wettelijk bepaald :
- wat de ontvangsten betreft, de raming van de tijdens het begrotingsjaar vastgestelde rechten;
- wat de uitgaven betreft, de kredieten ten belope waarvan tijdens het begrotingsjaar vastgestelde rechten kunnen worden aangerekend in uitvoering van verbintenissen ontstaan of gesloten tijdens het lopende of vorige begrotingsjaren.
De ramingen van de ontvangsten en van de uitgaven worden opgesplitst volgens de economische classificatie.
De op het einde van het begrotingsjaar beschikbare kredieten worden geannuleerd.
Art.16. De voorzitter van het beheerscomité legt het ontwerp van begroting van de CDDV voor aan de Minister.
Het ontwerp van begroting wordt door de Minister doorgestuurd naar de Minister van Begroting op basis van de instructies die door deze laatste gegeven worden in het kader van de begrotingsopmaak.
Afdeling III. - De boekhouding en het afleggen van de rekeningen
Art.17. Op het einde van ieder jaar worden een balans, een resultatenrekening, een samenvattende rekening van de begrotingsverrichtingen, overeenkomstig de economische classificatie, een rekening van uitvoering van de begroting en een toelichting opgesteld.
Uiterlijk op 20 maart van het jaar volgend op het jaar waarop ze betrekking hebben, worden deze rekeningen naar de Minister van Begroting overgemaakt, die deze vóór 31 maart voorlegt aan het Rekenhof.
Art.18. De aan de rechtsmacht van het Rekenhof onderworpen rekenplichtige maakt op het einde van ieder jaar een beheersrekening op van alle uitgevoerde verrichtingen tijdens het afgesloten boekjaar en maakt dit tegen uiterlijk 1 maart over aan het Rekenhof. Bij zijn ambtsneerlegging maakt hij een eindbeheersrekening op.
De rekenplichtige van de CDDV wordt aangesteld conform het ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheden inzake de aanstelling van de gewone rekenplichtigen binnen de FOD Binnenlandse zaken.
Afdeling IV. - Het beheer
Art.19. De begroting wordt beheerd door de leidend ambtenaar, in overleg met de rekenplichtige van de CDDV, onder het gezag van het beheerscomité, met naleving van de regels die op de Administratieve Diensten met boekhoudkundige autonomie van toepassing zijn.
Art.20. De aan de rechtsmacht van het Rekenhof onderworpen rekenplichtige is belast met :
1° de inning van de vastgestelde ontvangsten;
2° de inning van de eventuele giften en legaten;
3° de uitvoering van de betalingen;
4° het beheer en de bewaring van de fondsen en waarden;
5° de opmaak en de bewaring van de documenten bedoeld in de artikelen 17 en 18;
6° het bijhouden van de comptabiliteit en het bewaren van de verantwoordingstukken
7° het periodiek opmaken van een inventaris van het vermogen.
Afdeling V. - De controle
Art.21. § 1. De CDDV is onderworpen aan de controle van de Minister en de Inspecteur van Financiën.
De Inspecteur van Financiën beschikt voor het vervullen van zijn opdracht over de ruimste bevoegdheid.
§ 2. De Inspecteur van Financiën beschikt over een termijn van vier werkdagen om beroep bij de Minister in te dienen tegen de uitvoering van elke beslissing die hij strijdig acht met de wet, de statuten of het algemeen belang. Het beroep is opschortend.
Die termijn gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing genomen werd, voor zover de Inspecteur van Financiën daarop regelmatig uitgenodigd werd, en, in het tegenovergestelde geval, op de dag waarop hij er kennis van heeft gekregen.
Indien de Minister, bij wie het beroep werd ingesteld, binnen een termijn van twintig werkdagen, die ingaat op dezelfde dag als de in het tweede lid bedoelde termijn, geen nietigverklaring uitgesproken heeft, wordt de beslissing definitief.
De nietigverklaring van de beslissing wordt door de Minister aan het beheerscomité betekend.
§ 3. Het Rekenhof kan de comptabiliteit ter plaatse controleren. Het Rekenhof mag zich te allen tijde alle verantwoordingsstukken, staten, inlichtingen of toelichtingen doen verstrekken betreffende de ontvangsten, de uitgaven, het vermogen en de schulden.
Art.22. De uitgaven worden vereffend en betaald zonder voorafgaande tussenkomst van het Rekenhof.
HOOFDSTUK VI. - Personeel geworven ten laste van de begroting van de CDDV
Art.23. Het personeel geworven ten laste van de begroting van de CDDV is onderworpen aan de wetten en reglementen die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van algemeen bestuur.
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art.24. Het koninklijk besluit van 26 februari 2015 tot organisatie van het administratief en financieel beheer van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer Centrale Dienst voor Duitse Vertalingen, wordt opgeheven.
Art. 25. Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.