23 MEI 2019. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 april 2014 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheer-specialisten, stagemeesters en stagediensten
Art. 1-2
Artikel 1. Artikel 8 van het ministerieel besluit van 23 april 2014 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheer-specialisten, stagemeesters en stagediensten, gewijzigd bij het besluit van 13 september 2016, wordt vervangen als volgt:
" § 1. Van de aan in artikel 7 bedoelde stagediensten verbonden stagemeesters treedt, in overleg met de kandidaat-specialist, één stagemeester op als coördinerend stagemeester.
Tijdens de stage kan de coördinerend stagemeester wijzigen in overleg met de kandidaat-specialist en mits toestemming van de minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort.
§ 2. De coördinerend stagemeester heeft didactische, klinische en organisatorische vaardigheden, is erkend in het specialisme waarvoor de kandidaat-specialist na zijn opleiding wenst te worden erkend en heeft een aantoonbare klinische activiteit in het specialisme.
Hij voert klinische wetenschappelijke activiteit uit, die hij kan documenteren.
Hij heeft een functionele band met een faculteit geneeskunde met een volledig leerplan.
Hij kan verbonden zijn aan een erkende extramurale stagedienst, zoals bedoeld in artikel 12/1, of aan een erkende stagedienst van een algemeen of psychiatrisch ziekenhuis.
§ 3. De coördinerend stagemeester stelt een coherent opleidingsprogramma samen in overleg met de andere stagemeesters.
Hij stelt het theoretische vormingspakket samen in overleg met de andere stagemeesters.
Hij organiseert een periodiek overleg met de stagemeesters met betrekking tot het specialisme waarvoor de kandidaat-specialist na zijn opleiding wenst te worden erkend. Dit overleg omvat onder andere de kwaliteitsaspecten van de vorming en de evaluatie van de stages.
Hij begeleidt de kandidaat-specialist bij het opstellen van zijn stageplan en coördineert de volledige opleiding.
Hij ziet er op toe, in overleg met de stagemeesters en de kandidaat-specialist, dat periodiek in voldoende mate de eindtermen worden gehaald en geëvalueerd in het kader van een toenemende autonomie van de kandidaat, met voldoende aandacht voor de transitiefases. Hij stelt in overleg met de stagemeesters en de kandidaat-specialist een verbetertraject op indien deze evaluatie gebreken aantoont.
De coördinerend stagemeester en de kandidaat-specialist sluiten een overeenkomst waarin minstens de wederzijdse verplichtingen zijn opgenomen.
§ 4. De andere stagemeesters bewaken de coherentie en de kwaliteit van de totale opleiding gedurende de stageperiode binnen de stagedienst waaraan ze zijn verbonden.".
Art. 2. In hetzelfde besluit, wordt een artikel 12/1 ingevoegd luidende:
"Art.12/1. § 1. De kandidaat-specialist kan maximum 12 maanden van de stage verrichten in het kader van een erkende stagedienst buiten een ziekenhuis, hierna te noemen extramurale stage, teneinde bepaalde specifieke vaardigheden te verwerven die beter kunnen worden verworven buiten een ziekenhuis.
§ 2. De kandidaat-specialist kan een gedeelte van zijn stage in het kader van een extramurale stage verrichten op voorwaarde dat:
1° een erkend stagemeester verbonden aan de erkende extramurale stagedienst verantwoordelijk is voor de opleiding van de kandidaat-specialist;
2° de erkend stagemeester een minimumactiviteit van 6 halve dagen per week in de extramurale stagedienst heeft;
3° de erkend stagemeester van de extramurale stagedienst minstens 3 jaar erkend is als arts gespecialiseerd in de medische discipline die in de stagedienst wordt beoefend.
Vanaf 1 januari 2024 is de stagemeester bedoeld in het vorige lid ministens 5 jaar erkend als arts gespecialiseerd in de medische discipline die in de stagedienst wordt beoefend;
4° de stagedienst beschikt over een voldoende uitgebouwd systeembreed kwaliteits- en veiligheidsbeleid enerzijds alsook over een voldoende omvangrijk en divers pathologie-aanbod anderzijds om de kandidaat een zo ruim mogelijke ervaring en expertise op zowel diagnostisch als therapeutisch vlak te verschaffen binnen het medische specialisme;
5° de stagemeester de kandidaat, in afwijking van artikel 18, § 3, inschakelt in het systeem van medische permanentie in een nabijgelegen ziekenhuis en erop toeziet dat de kandidaat de zorgcontinuïteit verzekert.".