5 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende goedkeuring van de wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie
Art. 1-3
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. De wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie, die aangenomen werd door de Raad op 15 oktober 2018, 19 november 2018 en 14 maart 2019, en die als bijlage bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019.
Art.3. De minister-president, bevoegd voor het algemeen regeringsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. Wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie, aangenomen door de Raad op 15 oktober 2018, 19 november 2018 en 14 maart 2019
Artikel 1. Aan deel XIV van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen wordt een artikel XIV 35, toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. XIV 35. Het contractuele personeelslid heeft recht op een aanvullend pensioen, dat de werkgever financiert met vaste bijdragen van 3% van het salaris.
Voor de berekening van de bijdrage, vermeld in het eerste lid, wordt het gemiddelde genomen van het voltijdse brutomaandsalaris van de eerste en de laatste tewerkstellingsmaand van het kalenderjaar, verhoogd met de haard- of standplaatstoelage en vermenigvuldigd met de factor 13,82.
Het recht, vermeld in het eerste lid, wordt opgebouwd naar rata van de prestaties. De periodes van afwezigheid door ziekteverlof, moederschapsrust, vader- of meemoederschapsverlof en geboorteverlof worden gelijkgesteld met werkelijk geleverde prestaties.
Het aanvullend pensioen wordt bij pensionering uitbetaald in de vorm van een eenmalig kapitaal, tenzij het personeelslid de omzetting in rente vraagt. Als het personeelslid overlijdt voor hij met pensioen gaat, worden de verworven reserves uitbetaald aan de begunstigde(n).
De volgende personen zijn uitgesloten van de aanvullende pensioenregeling, vermeld in het eerste tot en met het vierde lid:
1° het personeelslid met een arbeidsovereenkomst voor studenten;
2° het personeelslid dat niet onder de Belgische Sociale Zekerheid ressorteert.
Het contractuele personeelslid valt onder de aanvullende pensioentoezegging vanaf de datum van de contractuele indiensttreding en ten vroegste vanaf 1 januari 2018.".
Art. 2. Artikel 1 treedt in werking op 1 juli 2019.