20 MEI 2019. - Ministerieel besluit houdende diverse bepalingen betreffende consulaire bijstand
HOOFDSTUK I. - Overlijden van een Belg in het buitenland
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Ernstig ongeval overkomen aan een Belg
Art. 5
HOOFDSTUK III. - Ernstig misdrijf waarvan een Belg in het buitenland het slachtoffer is
Art. 6
HOOFDSTUK IV. - De onrustwekkende verdwijning van een Belg in het buitenland
Art. 7
HOOFDSTUK V. - Aanhouding of hechtenis van een Belg in het buitenland
Art. 8-9
HOOFDSTUK VI. - Extreme noodtoestand waarin een Belg in het buitenland zich bevindt
Art. 10-13
HOOFDSTUK VII. - Zware consulaire crisis
Art. 14
HOOFDSTUK VIII. - Bijzondere bepalingen betreffende de niet-vertegenwoordigde Europese onderdanen
Art. 15
BIJLAGEN.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Overlijden van een Belg in het buitenland
Artikel 1. De post bevestigt het overlijden van een landgenoot dat plaatsvond in het buitenland aan de directie Bijstand of de wachtdienst van de FOD Buitenlandse Zaken met het formulier "Inlichtingenformulier omtrent het overlijden van een landgenoot" in bijlage 1.
Het contacteren van de lokale politie gebeurt via het aanspreekpunt van de Directie van de operaties inzake de bestuurlijke politie (DAO) of rechtstreeks, indien deze werkwijze niet mogelijk zou zijn.
Art.2. Voor het opvolgen van het luik "uitvaart", stelt de familie een vertegenwoordiger aan.
Art.3. De volgende informatie wordt door de FOD Buitenlandse Zaken overgemaakt aan de woordvoerder van de familie:
Plaats en datum van overlijden;
Korte beschrijving van de omstandigheden;
Lokalisatie van het stoffelijk overschot.
De overdracht van informatie kan zowel schriftelijk als mondeling gebeuren.
Art.4. Het model van lijkenpas wordt opgesteld krachtens het besluit van de Regent van 20 juni 1947 betreffende het vervoer van lijken, zoals blijkt uit de template "Lijkenpas" in bijlage 2.
Een model van begeleidingsbrief voor het vervoer van de as gaat in bijlage 3, het "Begeleidend schrijven voor transport van urne".
HOOFDSTUK II. - Ernstig ongeval overkomen aan een Belg
Art.5. Indien een Belg in het buitenland het slachtoffer is van een ernstig ongeval, dient de beroepspost de volgende informatie mee te delen aan de directie Bijstand of de wachtdienst van de FOD Buitenlandse Zaken, die het zal overmaken aan de naasten:
- Naam en voornaam van het slachtoffer;
- Geboorteplaats en -datum;
- Rijksregisternummer;
- Plaats en datum van het ongeval;
- Korte beschrijving van het ongeval en de gezondheidstoestand;
- Contactgegevens van het ziekenhuis/de arts.
In eerste instantie wordt die informatie door de beroepspost langs de snelste weg aan de directie Bijstand of de wachtdienst doorgegeven, maar ze zal nadien steeds het onderwerp uitmaken van een schriftelijke communicatie, via het formulier "Ernstig ongeval" in bijlage 4.
HOOFDSTUK III. - Ernstig misdrijf waarvan een Belg in het buitenland het slachtoffer is
Art.6. De ernst van het misdrijf wordt beoordeeld door de bevoegde beroepspost ter plaatse. Deze houdt hierbij rekening met de psychische en fysische gevolgen voor het slachtoffer en zijn omgeving.
HOOFDSTUK IV. - De onrustwekkende verdwijning van een Belg in het buitenland
Art.7. Het inlichten van de naasten die in België wonen gebeurt via de directie Slachtofferhulp van de woonplaats van betrokkenen.
De cel Vermiste Personen van de Federale Politie wordt eveneens ingelicht door de directie Bijstand.
HOOFDSTUK V. - Aanhouding of hechtenis van een Belg in het buitenland
Art.8. De post maakt zo snel mogelijk het inlichtingenformulier "Inlichtingen over de gevangene" in bijlage 5 over aan de directie Bijstand.
Indien de directie Bijstand door de beroepspost ingelicht wordt van de vrijlating van de aangehouden of gedetineerde Belg, kan zij de Belgische gerechtelijke autoriteiten hiervan inlichten.
Art.9. Voor zover de lokale overheid het toelaat, worden er in landen buiten de Europese Unie met een hardship coëfficiënt vijf en/of een verwijderingscoëfficiënt vijf en hoger, minstens twee consulaire bezoeken per kalenderjaar georganiseerd. In landen met lagere coëfficiënten wordt er minstens één consulair bezoek per kalenderjaar georganiseerd.
HOOFDSTUK VI. - Extreme noodtoestand waarin een Belg in het buitenland zich bevindt
Art.10. De extreme noodtoestand wordt bevestigd door betrokkene in het formulier "Aanvraag tot repatriëring of bijstand" in bijlage 6.
Art.11. Indien er geen duurzame oplossing ter plaatse voor de Belg gevonden wordt, gaat de beroepspost samen met de directie Bijstand na of de Belg in nood alle mogelijkheden heeft uitgeput om zelf een oplossing te vinden voor zijn terugkeer. De directie Bijstand contacteert hiervoor de verzekeringsmaatschappijen, de naasten, het OCMW van de laatste woonplaats in België, en de werkgever.
Art.12. Bij ontbreken van een oplossing zoals bepaald in artikel 11, onderzoekt de beroepspost de praktische modaliteiten en de financiële implicaties van een eventuele repatriëring.
Indien de Belg in kwestie meerderjarig is en ingeschreven is in België en de financiële gevolgen beperkt zijn, kan de beroepspost de nodige maatregelen nemen om tot een individuele repatriëring over te gaan.
Indien aan deze voorwaarden niet voldaan is, kan de directie Bijstand toch, op basis van de beschikbare inlichtingen, de nodige maatregelen nemen om een individuele repatriëring te organiseren, indien de Belg in kwestie :
1. de oplossing die hem ter plaatse werd geboden niet heeft geweigerd.
2. zichzelf niet moedwillig in de extreme noodtoestand heeft gebracht.
3. niet nagelaten heeft een eerdere individuele repatriëring terug te betalen.
4. zich niet verzet heeft tegen de repatriëring bij een eerdere poging tot repatriëring.
De individuele repatriëring kan niet tot doel hebben de Belg te onttrekken aan een systeem van sociale zekerheid waar hij zou onder vallen, noch aan onderhoudsverplichtingen die familieleden zouden hebben.
Dit artikel is niet van toepassing op repatriëring of evacuatie in groep in grote crisissituaties; in die gevallen zullen ad hoc beslissingen genomen worden in functie van de situatie ter plaatse.
Dit artikel is evenmin van toepassing op medische repatriëringen, waarvoor consulaire diensten niet over de expertise of de nodige middelen beschikken.
Art.13. De directie Bijstand zal indien nodig de diensten van het Rode Kruis en van het OCMW van de laatste woonplaats in België verzoeken om de opvang van de Belg te organiseren.
HOOFDSTUK VII. - Zware consulaire crisis
Art.14. Eén maal per jaar, na de zomer en ten laatste half november, dienen de posten een geactualiseerde versie van het crisisdossier van het land of van de landen van hun consulair ressort naar het crisiscentrum te sturen.
Tussentijds kunnen het crisisdossier en een of meerdere bijlagen het onderwerp uitmaken van tussentijdse aanpassingen telkens de omstandigheden het vereisten (bijvoorbeeld bij rotatie van personeel binnen de post, bij wijziging van contactpersonen ter plaatse, bij aanpassing van het crisisplan,...).
HOOFDSTUK VIII. - Bijzondere bepalingen betreffende de niet-vertegenwoordigde Europese onderdanen
Art.15. De individuele repatriëring van een niet-vertegenwoordigde Europeaan zal het voorwerp uitmaken van een voorafgaandelijk akkoord van de Europese Lidstaat waarvan hij de nationaliteit heeft.
BIJLAGEN.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54487)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54488)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54489)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54490)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54491)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54492)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54493)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54494)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54495)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54496)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54497)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54498)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54499)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54500)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54501)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54502)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54503)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54504)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54505)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54506)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54507)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54508)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2019, p. 54509)