6 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2016 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2016 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 4-6
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2016 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen
Artikel 1. In het opschrift van het koninklijk besluit van 16 februari 2016 tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen, worden de woorden "rechtbanken van koophandel" vervangen door de woorden "ondernemingsrechtbanken".
Art.2. In artikel 9 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, worden de woorden "en voor de strafzaken inzake cybercriminaliteit" ingevoegd tussen de woorden "financiële strafzaken" en de woorden "zijn de afdelingen";
2° in het tweede lid, wordt het woord "financiële" telkens opgeheven.
Art.3. Hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 april 2018, wordt aangevuld met een artikel 9/1, luidende :
"Art. 9/1. Voor burgerlijke zaken bedoeld in artikelen 569, 5°, 571, 572 en 1395 van het Gerechtelijk Wetboek is de afdeling Antwerpen exclusief bevoegd.".
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art.4. Alle zaken die reeds aanhangig zijn gemaakt op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, worden verder afgehandeld in de afdeling waar ze werden aanhangig gemaakt.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.