3 MEI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van de statutaire of contractuele personeelsleden bevoegd voor de uitoefening van de activiteiten van de Comités tot aankoop van onroerende goederen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-05-2019 en tekstbijwerking tot 08-07-2020)
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1°. de Ordonnantie: de ordonnantie van 23 juni 2016 betreffende de overname van de activiteiten van de Comités tot aankoop van onroerende goederen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
2°. Brussel Fiscaliteit: de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.
Art.2.§ 1. De statutaire of contractuele personeelsleden van niveau A binnen de Directie Patrimoniumdocumentatie van Brussel Fiscaliteit zijn bevoegd om:
1°. de schattingen bedoeld in artikel 5, § 1, van de Ordonnantie te verrichten;
2°. met toepassing van artikel 5, § 2, eerste lid, van de Ordonnantie, over te gaan tot de verwerving of de vervreemding van alle onroerende rechten of goederen;
3°. met toepassing van artikel 5, § 2, tweede lid, van de Ordonnantie, de vervolgingen te verrichten en onteigeningsprocedures te voeren;
4°. met toepassing van artikel 5, § 3, van de Ordonnantie, als instrumenterende derde, akten te verlijden;
5°. met toepassing van artikel 5, § 4, van de Ordonnantie, alle taken en opdrachten uit te voeren die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toevertrouwt aan het Comité tot aankoop van onroerende goederen;
6°. de handelingen bedoeld in artikel 6quinquies van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen te authenticeren.
[1 § 1/1. De statutaire of contractuele agenten die titularis zijn van een graad van rang A4, A4+ of A5 van Brussel Fiscaliteit hebben dezelfde bevoegdheden als deze bedoeld in paragraaf 1.]1
§ 2. De statutaire of contractuele personeelsleden bedoeld in [1 de paragrafen 1 en 1/1]1 dragen de titel van "Commissaris".
----------
(1)<BESL 2020-07-02/03, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 18-07-2020>
Art.3. De statutaire of contractuele personeelsleden van niveau A binnen de Directie Juridische Zaken en Beroepen van Brussel Fiscaliteit zijn, met toepassing van artikel 5, § 2, tweede lid, van de Ordonnantie, bevoegd voor het verrichten van vervolgingen en het voeren van onteigeningsprocedures.
Art.4. § 1. De rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken is bevoegd om:
1°. de dwangbevelen bedoeld in artikel 7, § 4, van de Ordonnantie, uit te vaardigen en uitvoerbaar te verklaren;
2°. de verrichtingen bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Ordonnantie, uit te voeren.
§ 2. In geval van afwezigheid of verhindering van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in paragraaf 1, uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.
Art. 5. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.