29 MAART 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 2016 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de georganiseerde sportsector, wat betreft het integriteitsbeleid van de sportfederaties
Art. 1-3
Artikel 1. In het besluit van de Vlaamse Regering van 16 september 2016 tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor de georganiseerde sportsector wordt een artikel 7/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 7/1. § 1. Om in aanmerking te komen voor een algemene werkingssubsidie, voert de sportfederatie een integriteitsbeleid uit als vermeld in artikel 11, § 1, eerste lid, 3° /1, van het decreet van 10 juni 2016. In het kader daarvan neemt de sportfederatie maatregelen om het kwaliteitsbeleid, preventiebeleid en reactiebeleid op het vlak van de fysieke, psychische en seksuele integriteit van personen te verbeteren, om risico's te verkleinen en om incidenten te voorkomen en correct af te handelen. De sportfederatie neemt minstens de volgende maatregelen, die ze implementeert en stimuleert in haar werking:
1° organiseren van een aanspreekpunt integriteit, door:
a) een of meer personen of een organisatie als aanspreekpunt integriteit aan te stellen en te zorgen voor een duidelijk mandaat van het aanspreekpunt integriteit;
b) het aanspreekpunt integriteit te ondersteunen en het intern kenbaar te maken;
c) de werking van het aanspreekpunt integriteit te evalueren;
2° preventie, vorming en sensibilisering organiseren;
3° voorzien in een adviesorgaan dat proactief en reactief advies kan verlenen aan het bestuur en aan het aanspreekpunt integriteit van de sportfederatie;
4° een of meer gedragscodes hanteren, afhankelijk van de context;
5° beschikken over een handelingsprotocol zodat een duidelijk stappenplan en procedure beschikbaar zijn bij vragen, meldingen of incidenten;
6° beschikken over een tuchtrechtelijk systeem, specifiek voor grensoverschrijdend gedrag, door:
a) in het tuchtreglement van de sportfederatie een rubriek over grensoverschrijdend gedrag op te nemen;
b) te beschikken over of door te verwijzen naar een tuchtrechtelijk orgaan dat beschermend en sanctionerend kan optreden;
7° via haar sportclubondersteuning een integriteitsbeleid op clubniveau voeren door in haar sportclubs het werken met laagdrempelige aanspreekpersonen, gedragscodes en een handelingsprotocol te stimuleren.
§ 2. Ter uitvoering van artikel 11, § 1, eerste lid, 3° /2, van het decreet van 10 juni 2016 houden de taken van het aanspreekpunt integriteit, vermeld in paragraaf 1, 1°, het volgende in:
1° overeenkomstig artikel 2, 2° /1, van het decreet van 10 juni 2016 wordt met eerste opvang en doorverwijzing het fungeren als contactpunt in gevallen van grensoverschrijdend gedrag, het registreren van meldingen en het doorverwijzen indien nodig, bedoeld;
2° overeenkomstig artikel 2, 2° /1, van het decreet van 10 juni 2016 wordt met de coördinatie van interne procedures ter bevordering van de integriteit van personen het volgen van het handelingsprotocol, vermeld in paragraaf 1, 5°, bedoeld;
3° overeenkomstig artikel 2, 2° /1, van het decreet van 10 juni 2016 wordt met de preventie en ondersteuning en het tegengaan van vormen van grensoverschrijdend gedrag het sensibiliseren en het ondersteunen van de sportfederatie en haar sportclubs bedoeld door maatregelen voor te stellen om het preventiebeleid en interne procedures te optimaliseren.
De sportfederatie rapporteert in het werkingsverslag over de uitvoering van de taken van het aanpreekpunt integriteit, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°. ".
Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven, is belast met de uitvoering van dit besluit.