22 MAART 2019. - Ministerieel besluit betreffende de regels voor de erkenning en de subsidiëring van gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-05-2019 en tekstbijwerking tot 15-09-2023)
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Erkenning
Afdeling 1. - Doelgroep
Art. 2
Afdeling 2. - Werking
Art. 3-6
Afdeling 3. - Kwaliteit
Art. 7-8
Afdeling 4. - Werkingsgebied
Art. 9
Afdeling 5. - Rapportage
Art. 10
HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring
Art. 11
HOOFDSTUK 4. - Procedures
Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag
Art. 12
Afdeling 2. - Subsidieaanvraag
Art. 13
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 14
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Kind en Gezin, opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;
2° besluit van 28 maart 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;
3° gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken: een organisator die conform dit besluit erkend wordt voor de uitvoering van een laagdrempelig, ambulant aanbod preventieve gezinsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen als vermeld in artikel 44 van het besluit van 28 maart 2014;
4° organisator: een natuurlijke persoon, een feitelijke vereniging of een rechtspersoon, al dan niet in de vorm van een samenwerkingsverband;
5° vrouwelijke genitale verminking: elke ingreep die leidt tot een gedeeltelijke of volledige verwijdering van de externe geslachtsorganen van de vrouw of elke andere verwonding van de vrouwelijke geslachtsorganen die wordt toegebracht om niet-medische redenen;
6° gedwongen huwelijk: een huwelijk dat wordt aangegaan zonder vrije toestemming van een of beide echtgenoten of waarbij de toestemming van minstens een van de echtgenoten onder geweld of bedreiging is gegeven;
7° cultuursensitieve benadering: benadering waarbij men zich bewust is van de mogelijke invloeden van de verschillende cultuurachtergronden van mensen.
HOOFDSTUK 2. - Erkenning
Afdeling 1. - Doelgroep
Art.2. Een gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken richt zich tot de volgende doelgroepen:
1° aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen die afkomstig zijn uit landen waar vrouwelijke genitale verminking wordt uitgevoerd;
2° vrouwen en meisjes die vrouwelijke genitale verminking hebben ondergaan;
3° vrouwen en meisjes die het risico lopen om vrouwelijke genitale verminking te ondergaan;
4° vrouwen en meisjes die gedwongen worden te huwen;
5° vrouwen en meisjes die het risico lopen om gedwongen te worden om te huwen;
6° actoren die in contact komen of kunnen komen met de gezinnen, vrouwen en meisjes, vermeld in punt 1° tot en met 5°.
Afdeling 2. - Werking
Art.3. Een gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken geeft uitvoering aan al de opdrachten, vermeld in artikel 44, tweede lid, van het besluit van 28 maart 2014, en streeft daarbij al de doelstellingen na, vermeld in artikel 45 van het voormelde besluit.
Art.4. De opdrachten, vermeld in artikel 44, tweede lid, 1°, van het besluit van 28 maart 2014, worden op de volgende wijzen uitgevoerd:
1° door de organisatie van sensibiliseringsacties;
2° door de organisatie van een telefonisch en digitaal onthaal;
3° door de organisatie van inloopmomenten;
4° door de organisatie van sensibiliseringsactiviteiten in groep;
5° via het aanbieden van ambulante individuele ondersteuning.
Bij de uitvoering van de opdrachten, vermeld in het eerste lid, wordt er expliciet een focus gelegd op een cultuursensitieve benadering.
Art.5. De inloopmomenten en de activiteiten in groep, vermeld in artikel 4, eerste lid, 3° en 4°, vinden in iedere Vlaamse provincie en in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad plaats, in een of meer fysieke locaties die goed bereikbaar, uitnodigend en herkenbaar zijn. Ze worden altijd georganiseerd in partnerschap met de Huizen van het Kind en zijn afgestemd op de lokale noden.
Art.6. De opdrachten, vermeld in artikel 44, tweede lid, 2°, van het besluit van 28 maart 2014, worden als volgt ingevuld:
1° sensibiliseringsacties organiseren;
2° cultuursensitieve vormingen en intervisies voor professionals organiseren;
3° operationeel onderzoek uitvoeren en de kennis uit dit onderzoek verspreiden;
4° samenwerken met partners in de strijd tegen vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken en hen ondersteunen;
5° op nationaal en internationaal niveau betrokken zijn en meewerken in werkgroepen, overlegplatforms en netwerken ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken.
De opdrachten, vermeld in het eerste lid, worden uitgevoerd met het oog op deskundigheidsbevordering van de actoren.
Afdeling 3. - Kwaliteit
Art.7. Een gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken hanteert gezinsvriendelijke openingstijden, met voldoende spreiding en frequentie, en is vrij toegankelijk.
Art.8. Een gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken waakt erover dat de dienstverlening op vrijwillige basis aangeboden wordt.
Afdeling 4. - Werkingsgebied
Art.9. De opdrachten, vermeld in artikel 44 van het besluit van 28 maart 2014, worden verspreid over de Vlaamse provincies en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad uitgevoerd.
Afdeling 5. - Rapportage
Art.10. De jaarlijkse rapportage, vermeld in artikel 39 en 54 van het besluit van 28 maart 2014, heeft minstens betrekking op de volgende categorieën van gegevens:
1° de soort, de frequentie en de spreiding van elke activiteit;
2° het bereik per activiteit, zowel kwantitatief als kwalitatief.
HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring
Art.11.[1 Om het subsidiebedrag, vermeld in artikel 61 van het besluit van 28 maart 2014, voor elk erkend en gesubsidieerd gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken vast te stellen, wordt een vast bedrag vermeerderd met een variabel bedrag.
Het vaste bedrag, vermeld in het eerste lid, bedraagt voor een gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken [2 [3 17.423,47 euro (zeventienduizend vierhonderddrieëntwintig euro zevenenveertig cent)]3]2.
Om het variabele bedrag, vermeld in het eerste lid, te berekenen, geldt een basisbedrag dat bestaat uit het aantal minderjarigen in het werkingsgebied, vermenigvuldigd met 0,02 euro (twee cent). Het basisbedrag wordt vermeerderd met het bedrag dat verkregen wordt door de samengestelde indicator te vermenigvuldigen met 20% van het basisbedrag en met een bedrag dat rekening houdt met de evolutie van de geldelijke anciënniteit, vermeld in artikel 61, § 1/1, eerste lid, 3°, van het besluit van 28 maart 2014.
Het maximale subsidiebedrag dat aan een gezinsondersteunend aanbod ter preventie van vrouwelijke genitale verminking en gedwongen huwelijken kan worden toegekend, rekening houdend met de beschikbare begrotingskredieten, bedraagt[4[5 43.798,90 euro (drieënveertigduizend zevenhonderdachtennegentig euro negentig cent)]5]4.
De subsidie, vermeld in dit artikel, is gekoppeld aan [6 de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2021]6. De bedragen worden geïndexeerd conform de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. De aanpassing wordt telkens gedaan vanaf de tweede maand die volgt op de maand waarin een spilindex wordt bereikt of erop wordt teruggebracht.]1
----------
(1)<MB 2020-03-10/07, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2020>
(2)<MB 2022-01-25/04, art. 10,1°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
(3)<MB 2022-01-25/04, art. 10,2°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
(4)<MB 2022-01-25/04, art. 10,3°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
(5)<MB 2022-01-25/04, art. 10,4°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
(6)<MB 2022-01-25/04, art. 10,5°, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
HOOFDSTUK 4. - Procedures
Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag
Art.12. De erkenningsaanvraag bevat de volgende gegevens:
1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator. Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging;
2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;
3° het voorstel van werkingsgebied, vermeld in artikel 26, 2°, van het besluit van 28 maart 2014;
4° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 26, 3° en 4°, van het voormelde besluit;
5° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
Het agentschap stelt voor de erkenningsaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking.
Afdeling 2. - Subsidieaanvraag
Art.13. De subsidieaanvraag bevat de volgende gegevens:
1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator. Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging;
2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;
3° als de organisator een feitelijke vereniging is, de identificatie- en contactgegevens van de vertegenwoordiger die ontvanger van de subsidie is;
4° een begroting.
Het agentschap stelt voor de subsidieaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling
Art. 14. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.