Details





Titel:

13 APRIL 2019. - Koninklijk besluit betreffende de benaming en de kenmerken van de alternatieve brandstoffen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-04-2019 en tekstbijwerking tot 27-01-2022)



Inhoudstafel:


Art. 1-8, 8/1, 9
BIJLAGE.
N. [1 Bijlage.]1



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit heeft als doel de gedeeltelijke omzetting in Belgisch recht van het artikel 2 en artikel 7 van de Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° alternatieve brandstoffen: brandstoffen of energiebronnen die, althans gedeeltelijk, dienen als vervanging van fossiele oliebronnen in de energievoorziening voor vervoer en die ertoe kunnen bijdragen dat de energievoorziening koolstofvrij wordt en de milieuprestaties van de vervoerssector beter worden. Het betreft hier onder meer:
  a) elektriciteit;
  b) waterstof;
  c) biobrandstoffen, zoals gedefinieerd in artikel 2, 4°, van het koninklijk besluit van 8 juli 2018 houdende bepaling van productnormen voor transportbrandstoffen uit hernieuwbare bronnen;
  d) synthetische en paraffinehoudende brandstoffen;
  e) aardgas, met inbegrip van biomethaan, in gasvorm (compressed natural gas (CNG)) en in vloeibare vorm (liquefied natural gas (LNG));
  f) vloeibaar petroleumgas (LPG).
  2° tankpunt: een tankvoorziening voor bevoorrading van eender welke brandstoffen, met uitzondering van LNG, via een vaste of mobiele installatie;
  3° tankpunt voor LNG: een tankvoorziening voor bevoorrading met LNG, bestaande uit een vaste of mobiele installatie of een offshorefaciliteit of een ander systeem;
  4° elektrisch voertuig: een motorvoertuig, uitgerust met een aandrijving die bestaat uit ten minste één niet-perifere elektromotor als energieomzetter met een elektrisch oplaadbaar energieopslagsysteem, dat extern kan worden opgeladen;
  [1 5° "tankstation": iedere privé of voor het publiek beschikbare installatie waar motorbrandstof vanuit vaste opslagtanks wordt overgeheveld in brandstofreservoirs van motorvoertuigen. Uitgesloten van deze definitie zijn de installaties die dienen voor de exclusieve bevoorrading van de motorvoertuigen die uitsluitend worden gebruikt door de enige exploitant van deze installaties. Eveneens uitgesloten van deze definitie zijn de oplaadpunten voor elektrische voertuigen;
   6° "massavermogen": de verhouding tussen het maximale nettovermogen (in kW) en de massa in rijklare toestand (in ton).]1
  ----------
  (1)<KB 2021-12-09/35, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 06-02-2022>

Art.3. In aanvulling van artikel 2 van het koninklijk besluit van 8 juli 2018 betreffende de benaming en de kenmerken van de gasolie-diesel en van de benzines, voldoen de alternatieve brandstoffen waterstof, aardgas en vloeibaar petroleumgas aan de volgende normen:
  1° waterstof gebruikt voor de wegentoepassingen is conform met de norm NBN EN 17124;
  2° aardgas, met inbegrip van biomethaan, in gasvorm (compressed natural gas (CNG)) en in vloeibare vorm (liquefied natural gas (LNG)), gebruikt voor de wegentoepassingen is conform met de norm NBN EN 16723 deel 2;
  3° vloeibaar petroleumgas (LPG) gebruikt voor de wegentoepassingen is conform met de norm NBN EN 589.

Art.4. Het is verboden een product op de markt te brengen onder de benamingen waterstof, aardgas of vloeibaar petroleumgas, indien het niet de kenmerken bezit bedoeld in artikel 3.

Art.5. Zonder afbreuk te doen aan het facultatief gelijktijdig gebruik van merken of alle andere commerciële benamingen, wordt de benaming, zoals vermeld in artikel 3, aangeduid op de documenten bestemd voor de verkoop en de levering van elk type overeenkomstige alternatieve brandstof.

Art.6. De vereisten van de norm NBN EN 16942 zijn van toepassing voor wat betreft de informatie en identificatoren voor alternatieve brandstoffen, uitgezonderd elektriciteit. De overeenstemmende identificatoren worden toegepast op het niveau van:
  1° elke pomp van elk tankpunt of tankpunt voor LNG, bestemd voor de verkoop van alternatieve brandstoffen, uitgezonderd elektriciteit;
  2° elk voertuig aangedreven door een alternatieve brandstof, uitgezonderd elektriciteit, op of in de onmiddellijke nabijheid van de brandstoftankkleppen;
  3° elke handleiding van voertuigen aangedreven door een alternatieve brandstof, uitgezonderd elektriciteit;
  4° elke verkoper van voertuigen aangedreven door een alternatieve brandstof, uitgezonderd elektriciteit.

Art.7. De vereisten van de norm NBN EN 17186 zijn van toepassing voor wat betreft de informatie en identificator voor de alternatieve brandstof elektriciteit. De overeenstemmende identificator wordt toegepast op het niveau van:
  1° elk oplaadpunt bestemd voor de verkoop van elektriciteit;
  2° elk elektrisch voertuig, op of in de onmiddellijke nabijheid van de brandstoftankkleppen;
  3° elke handleiding van elektrische voertuigen;
  4° elke verkoper van elektrische voertuigen.

Art.8. Elk tankstation waar de in dit besluit vermelde producten worden verkocht, is voorzien, op een duidelijk zichtbare plaats, van een bord met ten minste de volgende onuitwisbare opschriften:
  1° de naam of de bedrijfsnaam van de contactpersoon voor de vragen over de conformiteit van de verkochte producten;
  2° het adres van de maatschappelijke zetel en het ondernemingsnummer van deze contactpersoon.

Art.8/1. [1 § 1. Overeenkomstig de uitvoeringsverordening (EU) 2018/732 van de Commissie van 17 mei 2018 betreffende een gemeenschappelijke methode voor het vergelijken van de eenheidsprijzen van alternatieve brandstoffen overeenkomstig Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad, afficheert elk tankstation waar ten minste drie van de volgende soorten brandstof te koop worden aangeboden: diesel, benzine, waterstof, elektriciteit, CNG, LPG, vanaf de 1ste dag van het kwartaal volgend op de publicatie van dit besluit en ten laatste op de 1ste dag van elk kwartaal, met name op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober van elk jaar, op ten minste één duidelijk zichtbare plaats in de buurt van de pompen en in de winkel van het tankstation, een specifiek document dat driemaandelijks wordt bijgewerkt en dat bedoeld is om de consument te informeren over de gemiddelde prijs per honderd kilometer van de betreffende brandstoffen voor een gemiddelde van de in België, gedurende het voorgaande jaar, drie best verkochte modellen in de best verkochte voertuigcategorie. De bekendmaking van deze informatie mag de consument niet misleiden of in verwarring brengen.
   § 2. De voertuigcategorieën bedoeld in paragraaf 1, worden als volgt omschreven:
   1° segment A: voertuigen met een massavermogen van minder dan 60 kW/ton en een massa in rijklare toestand van minder dan 1,3 ton;
   2° segment B: voertuigen met een massavermogen tussen 60 en 75 kW/ton en een massa in rijklare toestand van minder dan 1,3 ton;
   3° segment C voertuigen met een massavermogen van meer dan 75 kW/ton en een massa in rijklare toestand van minder dan 1,3 ton;
   4° segment D: voertuigen met een massavermogen van minder dan 60 kW/ton en een massa in rijklare toestand tussen 1,3 en 1,6 ton;
   5° segment E: voertuigen met een massavermogen tussen 60 en 75 kW/ton en een massa in rijklare toestand tussen 1,3 en 1,6 ton;
   6° segment F: voertuigen met een massavermogen van meer dan 75 kW/ton en een massa in rijklare toestand tussen 1,3 en 1,6 ton;
   7° segment G: voertuigen met een massavermogen van minder dan 60 kW/ton en een massa in rijklare toestand van meer dan 1,6 ton;
   8° segment H: voertuigen met een massavermogen tussen 60 en 75 kW/ton en een massa in rijklare toestand van meer dan 1,6 ton;
   9: segment I: voertuigen met een massavermogen van meer dan 75 kW/ton en een massa in rijklare toestand van meer dan 1,6 ton;
   De berekening van de gemiddelde prijs van de brandstoffen bedoeld in paragraaf 1, gebeurt als volgt:
   prijs in /100km = gemiddeld verbruik in brandstofeenheid/100km * gemiddelde brandstofprijs in /brandstofeenheid.
   Het gemiddelde verbruik in brandstofeenheid/100km wordt jaarlijks tijdens de bijwerking van het tweede kwartaal door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, als volgt geraamd:
   1° de voertuigcategorie waarin het grootste aantal inschrijvingen van nieuwe voertuigen in het voorafgaande jaar heeft plaatsgevonden, wordt geïdentificeerd;
   2° in die voertuigcategorie worden voor elke brandstof de drie best verkochte modellen geïdentificeerd en dit op basis van de beschikbare gegevens;
   3° het gemiddelde verbruik van die modellen wordt geïdentificeerd dankzij het protocol Worldwide Harmonised Light Vehicles Test Procedures, hierna WLTP genoemd;
   4° een gemiddeld verbruik gewogen volgens de inschrijvingsverhouding wordt vervolgens berekend.
   De gemiddelde brandstofprijzen worden elk kwartaal door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie geëvalueerd door een gemiddelde te berekenen van de dagprijzen die in het kwartaal vóór de evaluatie door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zijn geregistreerd.
   De gegevens die worden gebruikt voor de berekening van de gemiddelde prijs per honderd kilometer zijn afkomstig van:
   1° de autofabrikanten via het protocol WLTP wat betreft het gemiddelde brandstofverbruik van de voertuigen;
   2° de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie wat betreft de gemiddelde brandstofprijzen;
   3° de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wat betreft de best verkochte voertuigcategorie en de best verkochte voertuigmodellen per brandstoftype in de best verkochte voertuigcategorie.
   § 3. Uiterlijk twee weken voor de aanvang van elk kwartaal, met name op 16 december, 16 maart, 16 juni en 16 september van elk jaar wordt het specifieke document, bedoeld in paragraaf 1 ter beschikking gesteld van de tankstations via de website van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. Aan de tankstations die erom verzoeken, wordt een exemplaar van het document via mail of per post opgestuurd.
   Het afficheren van het specifieke document bedoeld in paragraaf 1 kan gebeuren via elektronische of papieren weergave, naar gelang van de keuze van de verantwoordelijke van elk tankstation.
   De minimumafmetingen van het specifieke document bedoeld in paragraaf 1 zijn die van het A3-formaat, namelijk 297 mm bij 420 mm. Aanbevolen wordt een groter formaat te gebruiken voor een betere zichtbaarheid en leesbaarheid.
   Het model van het specifieke document bedoeld in paragraaf 1 bevat ten minste de informatie vermeld in bijlage.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij KB 2021-12-09/35, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2022>


Art.9. De minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Energie, de Minister bevoegd voor Mobiliteit en de minister bevoegd voor Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
N. [1 Bijlage.]1   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 27-01-2022, p. 7317)   ----------   (1)