13 MAART 2019. - Ministerieel besluit tot invoering van een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken
Art. 1-10
Artikel 1. In afwijking van de artikelen 19 tot 23 van het Boswetboek van 15 juli 2008 is het éénieder verboden zich in de bossen en wouden te verplaatsen buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek aan de binnenkant van de buitengrenzen van het buffergebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2018 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 11 januari 2019 en 19 februari 2019.
De eventuele machtigingen tot toegang, verkregen op grond van voornoemde artikelen voor de inwerkingtreding van dit besluit, worden opgeschort.
Van het verbod bedoeld in lid 1 kan enkel, binnen de perken van de loutere verrichtingen nodig voor de beheersing van Afrikaanse varkenspest, met name de opsporing van nieuwe haarden, de vernietiging van de wilde zwijnen en het verwijderen van de krengen van dood of neergeschoten aangetroffen wilde zwijnen op voorwaarde dat ze de voorgestelde bioveiligheidsmaatregelen naleven ter voorkoming van de verspreiding van de ziekte, afgeweken worden door: het personeel van het Departement Natuur en Bossen en van het Departement Onderzoek naar het Natuurlijk en Landbouwmilieu van de Waalse Overheidsdienst en iedere persoon, gemandateerd door die Departementen, de houders van het jachtrecht en hun beëdigde wachters, de eigenaars, het personeel van het Sanitair bewakingsnet voor wilde fauna in Wallonië, het personeel van de burgerbescherming, het personeel van de sanitaire ordehandhavingsdiensten, het personeel van de federale en gemeentelijke politie, het personeel ofwel van de gemeentebesturen ofwel van gespecialiseerde bedrijven belast met het optrekken van een afsluiting om de verplaatsingen van de wilde zwijnen in het besmette gebied te beperken.
Die personen is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur na iedere interventie in de omtrek van het buffergebied en het kerngebied.
Art.2. In afwijking van artikel 1 worden toegelaten, interventies die niet verband houden met de beheersing van Afrikaanse varkenspest waarbij, in het buffergebied en in het kerngebied, een toegang buiten de wegen tot de bossen en wouden vereist is, tegen volgende voorwaarden:
1° de interventie wordt verricht in de uitoefening van hun ambt door de hulpdiensten, door de burgerbescherming, de politiediensten, de beambten en beheerders van de watertoevoernetten of gas- of elektriciteitsnetten, door de beambten van Infrabel en door de werknemers van mobiele telefonie-operatoren en door de beambten of afgevaardigden van gemeenschapsinfrastructuren of infrastructuren van openbaar nut;
2° behoudens spoedeisende gevallen waarbij mensenlevens in gevaar zijn, wordt van de interventie vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;
3° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;
4° als er een toegang is buiten de verharde wegen, worden de ontsmettingsmaatregelen van het voertuig, het schoeisel en de uitrustingen na gebruik uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van het Departement Natuur en Bossen;
5° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
6° die personen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen.
Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.
Art.3. In afwijking van artikel 1 worden de personen wier woonst gelegen is in de bossen en wouden in het besmette gebied en die niet over een toegang via een weg beschikken gemachtigd om zich buiten de wegen om tegen de volgende voorwaarden te verplaatsen:
1° de machtiging is beperkt tot de toegang tot deze woonst;
2° de toegang gebeurt via de meest rechtstreekse berijdbare weg;
3° van het gebruikte traject schriftelijk wordt kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;
4° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;
5° als er een toegang is buiten de verharde wegen, worden de ontsmettingsmaatregelen van het voertuig en eventueel het schoeisel uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van het Departement Natuur en Bossen;
6° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
7° de personen bedoeld bij dit artikel en hun voertuigen is het verboden een varkensbedrijf te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens.
Art.4. De eigenaars en bezetters die een terrein hebben gebruikt voor landbouw-, visteelt- of visserijdoeleinden omsloten door de bossen en wouden in het buffergebied en het kerngebied en die geen toegang hebben via een weg, maar door een verharde wegel en die toegang ertoe wensen te hebben zonder dat voor hun interventie het einde van de verbodperiode afgewacht kan worden, dienen een voorafgaandelijke schriftelijke en gemotiveerde aanvraag in bij de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen. Laatstgenoemde kan een toegangsmachtiging verstrekken die minstens de inachtneming van volgende voorwaarden inhoudt:
1° de machtiging is beperkt tot de toegang tot dit omsloten terrein gebruikt voor landbouw-, visteelt- en visserijdoeleinden;
2° van het gebruikte traject schriftelijk wordt kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;
3° het is strikt verboden de verharde wegel te verlaten voor het omsloten landbouwterrein bereikt te hebben;
4° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;
5° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
6° de personen bedoeld bij dit artikel, hun voertuigen en bedrijfstuigen is het verboden een varkensbedrijf te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op iedere interventie op het omsloten landbouwterrein.
Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.
Art.5. In afwijking van lid 1 wordt het verkeer op de verharde wegels toegelaten voor de voertuigen gebruikt bij nachtelijke abundantie-inventarissen met het oog op de evaluatie van de afschotplannen voor dierensoort hert, georganiseerd door het Departement Natuur en Bossen.
Art.6. § 1. In afwijking van artikel 1 kan het verkeer in de zowel privé- als publieke bossen en wouden, buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek voor de inventaris en het merken van de naaldbomen aangetast door de schorskever door de territoriaal bevoegde houtvester tegen volgende minimumvoorwaarden toegelaten worden:
1° de toegang tot de bestanden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;
2° na afloop van iedere interventie worden het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen, evenals de voertuigen die de verharde wegen verlaten hebben, ontsmet overeenkomstig de instructies van het Departement Natuur en Bossen;
3° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
4° de betrokkenen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen;
5° de resultaten van de inventaris van de door de schorskever aangetaste naaldbomen, bedoeld in § 2, 2°, worden aan de houtvester overgemaakt.
De toelating bedoeld in lid 1 heeft niet automatisch het verstrekken van een machtiging tot uitbating van de betrokken bestanden als gevolg.
§ 2. In afwijking van artikel 1 kan het verkeer in de bossen en wouden, buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek voor de exploitatie van de naaldbomen, aangetast door de schorskever, door de territoriaal bevoegde houtvester toegelaten worden.
De verrichtingen bedoeld in lid 1 dienen te gebeuren met inachtneming van volgende minimumvoorwaarden:
1° de toegang tot de bestanden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;
2° het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen die de verharde wegen hebben verlaten, worden ontsmet overeenkomstig de instructies van het Departement Natuur en Bossen;
3° de ontsmetting van de voertuigen en bedrijfstuigen gebeurt op kosten van Wallonië in het kader van een overheidsopdracht, door de Waalse Overheidsdienst gegund aan een gespecialiseerde firma;
4° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen wordt onmiddellijk verwittigd;
5° de betrokkenen, evenals hun voertuigen en bedrijfstuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen.
De houtvester kan bij gemotiveerde beslissing de exploitatie van de bestanden bedoeld in lid 1, 1°, verbieden of opschorten.
Art.7. In afwijking van artikel 1 kan het in de bossen en wouden langs de wegen en verharde wegen omgehakt en opgeslagen hout door hun eigenaar of diens bedienden weggehaald worden zonder dat de gebruikte tuigen de betrokken weg verlaten.
Van de interventie wordt vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester.
Art.8. In afwijking van artikel 1 kunnen de in de bossen en wouden omsloten culturel en/of toeristisch waardevolle gebieden toegankelijk worden gemaakt na machtiging van de territoriaal bevoegde houtvester tegen volgende voorwaarden:
1° de toegang geschiedt enkel via verharde wegen die de gebruikers onder geen enkel beding mogen verlaten;
2° er worden aangepaste tekens aangebracht om dit verbod aanschouwelijk te maken;
3° er wordt aan de bezoekers informatie verstrekt over de risico's in verband met de Afrikaanse varkenspest en met de maatregelen die uitgevoerd dienen te worden om genoemde ziekte zo goed mogelijk in te perken;
4° de betrokkenen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op het bezoek aan de gebieden waarvan sprake.
Art.9. Dit besluit heft het ministerieel besluit van 15 januari 2019 op, houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken.
Art. 10. Dit besluit heeft uitwerking de dag van ondertekening ervan en verstrijkt op 30 juni 2019.