26 FEBRUARI 2019. - Ministerieel besluit [tot nadere precisering van de voorwaarden waaronder een aanpassingspremie wordt verleend, vermeld in artikel 5.196 tot en met 5.207 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021] (Opschrift gewijzigd door MB2020-12-03/22, art. 69, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 07-03-2019 en tekstbijwerking tot 15-07-2022)
HOOFDSTUK 1. - Definitie
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Algemene voorwaarden
Art. 2-4
HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden met betrekking tot de uitgevoerde aanpassingswerken
Art. 5-7
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 8
HOOFDSTUK 1. - Definitie
Artikel 1.
<Opgeheven bij MB 2020-12-03/22, art. 70, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
HOOFDSTUK 2. - Algemene voorwaarden
Art.2.De administrateur-generaal van het agentschap is gemachtigd het modelformulier, vermeld in [1 artikel 5.201 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021]1, op te maken.
----------
(1)<MB 2020-12-03/22, art. 71, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art.3.Het agentschap zal op basis van de gegevens van bewoning vermeld in het Rijksregister nagaan of de bewoner [1 , vermeld in artikel 5.196, eerste lid, 3°, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021,]1 de premiewoning bewoont als hoofdverblijfplaats.
----------
(1)<MB 2020-12-03/22, art. 72, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
Art.4. Het agentschap vraagt de inkomensgegevens rechtstreeks op bij de bevoegde dienst van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Ambtenaren van de Europese Unie of andere internationale organisaties leggen de attesten voor, uitgaande van hun werkgever, die de noodzakelijke gegevens bevatten op basis waarvan het belastbaar inkomen en de van belasting vrijgestelde beroepsinkomsten uit het buitenland of verworven bij een Europese of internationale instelling kunnen worden vastgesteld.
Aanvragers die in het buitenland werken leggen in voorkomend geval het buitenlandse aanslagbiljet voor waaruit het belastbaar inkomen en de van belasting vrijgestelde beroepsinkomsten kunnen worden vastgesteld.
HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden met betrekking tot de uitgevoerde aanpassingswerken
Art.5.De volgende twee categorieën van werkzaamheden worden in aanmerking genomen:
1° technische [2 en sanitaire uitrusting]2:
a) het maken van een badkamer (met minstens een douche en een wastafel) die aangepast is aan de noden van de 65-plusser. Een tweede badkamer kan alleen gesubsidieerd worden als ze zich bevindt op een andere woonverdieping dan de eerste badkamer;
b) het plaatsen van een toilet en zo nodig een tweede toilet op een andere woonverdieping dan het eerste toilet;
c) het installeren van een traplift of rolstoelplateaulift;
d) het aanbrengen van [2 ...]2 mechanische hulpmiddelen om zich te verplaatsen in de woning voor zover het elementen zijn die vast verankerd zijn aan het gebouw;
e) het aanbrengen van handgrepen en steunmiddelen in de sanitaire lokalen;
f) het automatiseren van de bestaande toegangsdeur, garagepoort of rolluiken;
2° verbouwingswerkzaamheden met het oog op het creëren van voldoende ruimte en veilig beloopbare vloeren en trappen in de woning:
a) het toegankelijk maken van de woning door het aanbrengen van hellende vlakken, het verbreden van de toegangsdeur (al dan niet met automatische bediening) en het wegwerken van hinderlijke toegangsdrempels;
b) het creëren van voldoende ruimte in de woning door het aanpassen van de gangbreedte en de deuropeningen of het vergroten of functioneel herschikken van woonvertrekken of sanitaire lokalen;
c) het overbruggen van niveauverschillen in de woning door het verhogen of verlagen van vloeren zodat er geen niveauverschillen meer zijn op de woonverdieping;
d) het overbruggen van de verdiepingshoogte door het plaatsen van veilig beloopbare trappen;
e) verbouwings- en inrichtingswerkzaamheden om in de woning een entiteit in te richten waarin de 65-plusser zelfstandig en afzonderlijk kan wonen.
----------
(1)<MB 2022-04-26/05, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 25-06-2022>
(2)<MB 2022-04-26/06, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 25-07-2022>
Art.6. Als de aanvraag betrekking heeft op een bestaande of een nieuwe zorgwoning met toepassing van artikel 4.2.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, wordt de tegemoetkoming voor de zorgwoning berekend op de kostprijs van de werkzaamheden, vermeld in artikel 6 van dit besluit, ongeacht of de werkzaamheden betrekking hebben op de hoofdwooneenheid of op de ondergeschikte wooneenheid, of op beide samen.
Art.7.De aanvrager is verplicht op eenvoudig verzoek van het agentschap de originelen van de facturen [1 , vermeld in artikel 5.203, tweede lid, van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021,]1 aan het agentschap voor te leggen.
----------
(1)<MB 2020-12-03/22, art. 73, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2021>
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2019.