Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

21 FEBRUARI 2019. - Besluit tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen



Inhoudstafel:


Art. 1
HOOFDSTUK 1. - Schrapping van rubrieken en termen
Art. 2-3
HOOFDSTUK 2. - Toevoeging van rubrieken
Art. 4
HOOFDSTUK 3. - Vervanging van benaming van rubrieken en/of van de klasse
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Invoeren van termen in de rubrieken
Art. 6-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999031224 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit strekt tot wijziging van de bijlage "inrichtingsklassen" van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC ID II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen.

HOOFDSTUK 1. - Schrapping van rubrieken en termen
Art.2. Schrapping van rubrieken
  De volgende rubrieken worden geschrapt: 2, 4 A, 5 A, 6 A, 8 A, 9, 11, 24, 35 A, 35 B, 36 A, 36 B, 43 A, 43 B, 61 A, 61 B, 69 A, 69 B, 84, 95 A, 95 B, 99 B, 106 E, 118, 124 A, 124 B, 128 A, 128 B, 129 A, 129 B, 129 C, 131, 139, 141 A, 141 B, 144 A, 144 B, 152A, 152B, 154 A en 154 B.

Art.3. Schrapping van termen
  De volgende termen worden geschrapt:
  1° in rubriek 1, de termen "(openbare en particuliere) voor gevogelte en andere kleine dieren, voor slachtdieren en andere grote dieren";
  2° in de rubrieken 37 A, 65 A, 82 A, 86 A, 87 A, 117 A, 119 A, 127 A, 137 A, de termen "en die minder dan 7 personen tewerkstellen";
  3° in de rubrieken 37 B, 65 B, 82 B, 86 B, 87 B, 117 B, 119 B, 127 B, 137 B, de termen "of die 7 of meer mensen tewerkstellen";
  4° in de rubriek 55 2 B, de termen "tot en met 1 MW";
  5° in de rubrieken 66 A en 66 B, de termen "meststoffen, met inbegrip van uitsluitend chemische meststoffen";
  6° in de rubriek 109 A, de termen "of voor de productie van voorwerpen uit papier of karton";
  7° in rubriek 130, de termen "waarbij met name gebruik wordt gemaakt van: - alkylering - aminering met ammoniak - condensatie - dehydrogenering - verestering - halogenering en fabricage van halogenen - hydrogenering - hydrolyse - oxidatie - polymerisatie - ontzwaveling, synthese en omzetting van zwavelhoudende verbindingen - nitratie en synthese van stikstofhoudende verbindingen - synthese van fosforhoudende verbindingen - distillatie - extractie - solvatatie - menging";
  8° in rubriek 157, de termen "en smelting van spiegelglas".

HOOFDSTUK 2. - Toevoeging van rubrieken
Art.4. De volgende rubrieken worden toegevoegd:


Rub. Nr.OmschrijvingKl.
71 CGassamenpersingsstations (met uitzondering van luchtcompressoren en inrichtingen opgenomen in rubriek 70)1B
 Gasuitzettingsstations (met uitzondering van uitzettingsposten waarvoor het gas niet verwarmd hoeft te worden) 
71 DIndustriele inrichtingen voor gasscheiding, fysische gasverwerking1B
97 CNiet in een andere rubriek vermelde inrichtingen voor het bewerken van materiaal-oppervlakken, voorwerpen of producten met behulp van organische solventen, met name voor de aanmaak, het bedrukken, het bekleden, het ontvetten, het waterdichtmaken, het lijmen, het verven, het reinigen of impregneren, met een solventenverbruik van meer dan 150 kg per uur of meer dan 200 ton per jaar1B
105 AWerkplaatsen voor textielontvetting (chemisch reinigen) met behulp van niet-ontvlambare organische solventen, waarbij slechts één machine wordt gebruikt.1C
105 BWerkplaatsen voor textielontvetting (chemisch reinigen) met behulp van ontvlambare organische solventen.1B
 Werkplaatsen voor textielontvetting (chemisch reinigen) met behulp van organische solventen: waarbij meer dan één machine wordt gebruikt
  
 
109 CWerkplaatsen voor de productie van voorwerpen uit papier of karton met een drijfkracht: van 2 tot en met 20 kW2
109 DWerkplaatsen voor de productie van voorwerpen uit papier of karton met een drijfkracht: van meer dan 20 kW1B
176Fabricage van koolstof (harde gebrande steenkool) of elektrografiet door verbranding of grafitisering1B
HOOFDSTUK 3. - Vervanging van benaming van rubrieken en/of van de klasse

Art.5. De benaming en de klasse van de volgende rubrieken vervangt deze van de rubrieken met hetzelfde nummer:
Rub. Nr.OmschrijvingKl.
3Stationaire batterijen van accumulatoren en UPS-eenheden (UPS = Uniterruptible Power Supply), verbonden met eenzelfde circuit en waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, en de spanning van de klemmen, uitgedrukt in V, hoger is dan 10.0003
10 ADe kweek, de opvang, het hoeden of het houden van dieren met uitzondering van de vogels die zijn opgenomen in rubriek 115, de bijenkorven waarvan sprake is in rubriek 133 en de vissen:3
 - van 6 tot en met 30 kleine dieren (honden, katten, konijnen, chinchilla's, hangbuikzwijnen, nertsen, schapen, geiten en dwerggeiten, slangen, pluimvee, ...) of
  
 
 - 1 groot dier (paarden, pony's, ezels, koeien, damherten, varkens, zeugen, ...) 
10 BDe kweek, de opvang, het hoeden of het houden van dieren met uitzondering van de vogels die zijn opgenomen in rubriek 115, de bijenkorven waarvan sprake is in rubriek 133 en de vissen:2
 - van 31 tot en met 300 kleine dieren (honden, katten, konijnen, chinchilla's, hangbuikzwijnen, nertsen, schapen, geiten en dwerggeiten, slangen, pluimvee, ...) of,
  
 
 - van 2 tot en met 30 grote dieren (paarden, pony's, ezels, koeien, damherten, varkens, zeugen, ...) 
10 CDe kweek, de opvang, het hoeden of het houden van dieren met uitzondering van de vogels die zijn opgenomen in rubriek 115, de bijenkorven waarvan sprake is in rubriek 133 en de vissen:1B
 - van meer dan 300 kleine dieren (honden, katten, konijnen, chinchilla's, hangbuikzwijnen, nertsen, schapen, geiten en dwerggeiten, slangen, pluimvee, ...) of,
  
 
 - van meer dan 30 grote dieren (paarden, pony's, ezels, koeien, damherten, varkens, zeugen, ...), maar,
  
 
 - minder dan 900 zeugen of dan 3.000 opfokvarkens van meer dan 30 kg
  
 
13 AWerkplaatsen voor het plaatsen van mechanische, elektrische of elektronische hulpstukken (open daken, alarmsystemen, airconditioning, hifi, ...) op motorvoertuigen; werkplaatsen voor het onderhoud (olieverversing, afstellen van de motor, afstellen van de stuurgeometrie, vervangen van banden, schokdempers, ruiten, ...), voor het testen en het herstellen van motorvoertuigen (met uitzondering van lakwerk), met een drijfkracht: kleiner dan of gelijk aan 20 kW2
13 BWerkplaatsen voor het plaatsen van mechanische, elektrische of elektronische hulpstukken (open daken, alarmsystemen, airconditioning, hifi, ...) op motorvoertuigen; werkplaatsen voor het onderhoud (olieverversing, afstellen van de motor, afstellen van de stuurgeometrie, vervangen van banden, schokdempers, ruiten, ...), voor het testen en het herstellen van motorvoertuigen (met uitzondering van lakwerk), met een drijfkracht groter dan 20 kW1B
14 AZwembaden en andere baden (met uitzondering van zwembaden en baden uitsluitend voor privégebruik) met een kuipoppervlakte van minder dan of gelijk aan 200 m22
 Andere badinrichtingen 
16 AFabrieken van blokken, tegels, platen, buizen, bakstenen, enz., uit beton of cement; inrichtingen voor het fabriceren van keramische producten door middel van verhitting, met name dakpannen, bakstenen (gewone of vuurvaste), tegels, aardewerk of porselein,2
 met een drijfkracht: van 2 tot en met 20 kW
  
 
16 BFabrieken van blokken, tegels, platen, buizen, bakstenen, enz., uit beton of cement;.inrichtingen voor het fabriceren van keramische producten door middel van verhitting, met name dakpannen, bakstenen (gewone of vuurvaste), tegels, aardewerk of porselein, met een drijfkracht: groter dan 20 kW1B
18 AWerkplaatsen voor houtbewerking en voor de fabricage van artikelen uit hout of gerestaureerd hout, met een drijfkracht: van 2 tot en met 20 kW2
21 AWerkplaatsen voor de bereiding en de conditionering van dranken, bierbrouwerijen, mouterijen, stokerijen en werkplaatsen waar bijbehorende activiteiten plaatsvinden, met een drijfkracht: kleiner dan of gelijk aan 20 kW2
21 BWerkplaatsen voor de bereiding en de conditionering van dranken, bierbrouwerijen, mouterijen, stokerijen en werkplaatsen waar bijbehorende activiteiten plaatsvinden, met een drijfkracht: groter dan 20 kW1B
25 AWasserijen, wassalon met het totaal elektrisch vermogen : van 10 tot en met 100 kW2
 Manuele ontvlekking met oplosmiddelen
  
 
25 BWasserijen, wassalons met het totaal elektrisch vermogen: van meer dan 100 kW1B
31Productie van cement en kalk (kalk-, cementovens)1B
 Productie van magnesiumoxide in ovens
  
 
52Vaste inrichtingen voor het verwijderen van parasieten en het ontsmetten met behulp van cyanide, cyaanzuur of andere giftige producten1B
56 AAfvalwaterzuiveringsstations (septische putten, ministation, waterbekkens, zuiveringsstation, ...), systemen voor het verspreiden van afvalwater of effluenten in het milieu (lozing in oppervlakte, draineerbuizen, zinkputten, ...), met een capaciteit:2
 kleiner dan 2.000 inwonersequivalenten 
56 BAfvalwaterzuiveringsstations (septische putten, ministation, waterbekkens, zuiveringsstation, ...), systemen voor het verspreiden van afvalwater of effluenten in het milieu, met een capaciteit:1B
 van 2.000 tot en met 30.000 inwonersequivalenten
  
 
64 AElektrische ovens met een nominaal vermogen van 20 tot en met 200 kW3
64 BElektrische ovens met een nominaal vermogen groter dan 200 kW2
68 AParkings al dan niet overdekt, gelegen buiten de openbare weg, voor motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, ...) of aanhangwagens, van 10 tot en met 50 parkeerplaatsen2
68 BParkings al dan niet overdekt, gelegen buiten de openbare weg, voor motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, ...) of aanhangwagens, van 51 tot en met 400 parkeerplaatsen1B
70 AInrichtingen en compressoren voor het vullen van verplaatsbare recipiënten, van welke aard ook, met samengeperst vloeibaar gemaakt of onder een druk hoger dan 1 kg/cm2 opgelost gehouden gas (met uitzondering van luchtcompressoren en inrichtingen voor het vullen van airconditioningsystemen van voertuigen): van 2 tot en met 20 kW2
70 BInrichtingen en compressoren voor het vullen van verplaatsbare recipiënten, van welke aard ook, met samengeperst vloeibaar gemaakt of onder een druk hoger dan 1 kg/cm2 opgelost gehouden gas (met uitzondering van luchtcompressoren en inrichtingen voor het vullen van airconditioningsystemen van voertuigen): van meer dan 20 kW1B
71 ALuchtcompressoren met een vermogen van 2 tot en met 10 kW3
71 BLuchtcompressoren met een hoger vermogen dan 10 kW2
78 AArtisanale zeepziederijen met een drijfkracht kleiner dan of gelijk aan 20 kW2
78 BVervaardiging van dierlijke en plantaardige oliën en vetten, zeepziederijen met een drijfkracht groter dan 20 kW1B
85 AInrichtingen (laboratoria of productie-eenheden) die biologisch of scheikundig werk van welke aard ook uitvoeren, in het bijzonder onderzoeken, experimenten, analyses, toepassingen of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole van producten voor didactische of diagnostische doeleinden, en die niet genoemd worden in de van toepassing zijnde wetgeving inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen en/of pathogene organismen2
85 BInrichtingen (laboratoria of productie-eenheden) die biologisch of scheikundig werk van welke aard ook uitvoeren, in het bijzonder onderzoeken, experimenten, analyses, toepassingen of ontwikkeling van producten, kwaliteitscontrole van producten voor didactische of diagnostische doeleinden, en die genoemd worden in de van toepassing zijnde wetgeving inzake het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen en/of pathogene organismen1B
88 1° AOpslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 21 ° C:2
 - opslagplaatsen tot en met 500 lr bij ingegraven tank,
  
 
 - opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van 50 tot en met 500 l in de andere gevallen
  
 
88 1 BOpslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 21 ° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site groter is dan 500 l1B
88 2 AOpslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 21 ° C maar niet hoger dan 55 ° C:3
 - opslagplaatsen tot en met 500 l bij ingegraven tank,
  
 
 - opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van 100 tot en met 500 l in de andere gevallen
  
 
88 2 BOpslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 21 ° C maar niet hoger dan 55 ° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van meer dan 500 l tot en met 10.000 l2
88 2° COpslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 21 ° C maar niet hoger dan 55 ° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van meer dan 10.000 l1B
88 3° AOpslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55 ° C maar niet hoger dan 100 ° C:3
 - opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site kleiner dan of gelijk aan 10.000 l bij ingegraven tanks of tanks bestemd voor de bevoorrading van voertuigen,
  
 
 - opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van 3.000 tot en met 10.000 l in de andere gevallen
  
 
88 3° BOpslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55 ° C maar niet hoger dan 100 ° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van 10.000 tot en met 50.000 l2
88 3 COpslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55 ° C maar niet hoger dan 100 ° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site groter dan 50.000 l1B
88 4° AOpslagplaatsen voor zware stookolie, minerale of synthetische olie en voor gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt in een volgens de norm NBN 52017 of gelijkwaardig gesloten recipiënt van meer dan 100 ° C:3
 - opslagplaatsen tot en met 10 000 l bij ingegraven tank of tanks die bestemd zijn voor de bevoorrading van voertuigen,
  
 
 - opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van 3.000 tot en met 10.000 l bedraagt in de andere gevallen
  
 
88 4° BOpslagplaatsen voor zware stookolie, minerale of synthetische olie en voor gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt in een volgens de norm NBN 52017 of gelijkwaardig gesloten recipiënt van meer dan 100 ° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van 10.000 l tot en met 100.000 l2
88 4° COpslagplaatsen voor zware stookolie, minerale of synthetische olie en voor gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt in een volgens de norm NBN 52017 of gelijkwaardig gesloten recipiënt van meer dan 100 ° C: opslagplaatsen met een totale capaciteit op de site groter dan 100.000 l1B
89Kansspelinrichtingen (casino's, speelzalen met meer dan 10 speelautomaten) met uitzondering van kermisattracties of inrichtingen op liefdadigheidsfeesten2
93 AWerkplaatsen voor de synthese, de productie, de vulkanisering, de bewerking van synthetische materialen, kunststof, rubber of soortgelijke materialen, met een drijfkracht: kleiner dan of gelijk aan 20 kW2
93 BWerkplaatsen voor de synthese, de productie, de vulkanisering, de bewerking van synthetische materialen, kunststof, rubber of soortgelijke materialen, met een drijfkracht: groter dan 20 kW1B
94 AOpslagplaatsen voor synthetische materialen, kunststof, rubber (banden,...) of soortgelijke materialen, met een totale voor opslag bestemde oppervlakte op de site van 100 tot en met 2.000 m22
94 BOpslagplaatsen voor synthetische materialen, kunststof, rubber (banden,...) of soortgelijke materialen, met een totale voor opslag bestemde oppervlakte op de site van meer dan 2.000 m21B
97 AInrichtingen voor oppervlaktebehandeling door onderdompeling van metalen of kunststoffen door middel van een elektrolytisch, chemisch of fysisch procedé in kuipen met een totale inhoud van 10 tot en met 200 l2
97 BInrichtingen voor oppervlaktebehandeling door onderdompeling van metalen of kunststoffen door middel van een elektrolytisch, chemisch of fysisch procedé in kuipen met een totale inhoud groter dan 200 l1B
98 ALas- en/of snijbrandwerkplaatsen met meer dan 5 las- of snijbrandersposten2
98 BWerkplaatsen voor het thermisch bewerken van metalen en andere materialen (met uitzondering van industriële smeltovens)1B
 Roosten en sinteren van ertsen, inclusief zwazelhoudende ertsen
  
 
99Inrichtingen voor het ontvetten van metalen en kunststoffen door besproeiing2
102Inrichtingen voor het smelten van metalen, met uitzondering van werkplaatsen met minder dan 3 werkposten en horend bij juwelenzaken1B
103Inrichtingen voor de winning van ruwe non-ferrometalen uit erts of ertsconcentraat of een ander materiaal (met uitzondering van afvalstoffen) met metallurgische, elektrolytische of chemisch processen met een capaciteit van minder dan of gelijk aan 100.000 t/jaar ruwe non-ferrometalen;1B
 Inrichtingen voor het roosten en sinteren van ertsen
  
 
106 AOpslagplaatsen voor afvalstoffen van dierlijke oorsprong van categorie 3 (met uitzondering van keukenafval en etensresten): van 25 tot en met 1.000 kg2
106 BOpslagplaatsen voor afvalstoffen van dierlijke oorsprong van categorie 1 en 2 (met uitzondering van dierenkadavers): tot en met 1.000 kg2
106 COpslagplaatsen voor dierenkadavers: van 250 tot en met 1.000 kg2
106 DOpslagplaatsen voor afvalstoffen van dierlijke oorsprong van categorie 1, 2 of 3: meer dan 1.000 kg1B
108Opslagplaatsen voor papier of karton met een totale oppervlakte van meer dan 1.000 m22
109 BInrichtingen bestemd voor de productie van papier of karton of voor de verwerking van papier of karton met een drijfkracht groter dan 20 kW maar een productiecapaciteit van minder dan 200 ton per dag voor de inrichtingen bestemd voor de productie van papier of karton1B
112 AOpslagplaatsen van gewasbeschermingsmiddelen (in de zin van artikel 3, 4°, a, van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) met een totale capaciteit:2
 - kleiner dan of gelijk aan 100 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik;
  
 
 - tussen 100 en 1.000 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik 
112 BOpslagplaatsen van gewasbeschermingsmiddelen (in de zin van artikel 3, 4°, a, van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) met een totale capaciteit:1B
 - groter dan 100 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik;
  
 
 - groter dan 1.000 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik
  
 
113Fabrieken, werkplaatsen voor de productie, het formuleren, het conditioneren van gewasbeschermingsmiddelen (in de zin van artikel 3, 4°, a, van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest)1B
114Werkplaatsen voor het ontwikkelen of bewerken van lichtgevoelige emulsies (met uitzondering van automatische fotocabines voor pasfoto's of voor instantontwikkeling)3
121 AOpslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen of bereidingen (voorzien van een gevarenaanduiding H) die niet in een andere rubriek zijn opgenomen, met een totale capaciteit op de site:3
 - van 300 tot en met 1.000 kg voor als ontvlambaar, schadelijk of irriterend beschouwde stoffen of bereidingen met uitzondering van die welke sub d) staan vermeld
  
 
 - van 100 tot en met 300 kg voor andere stoffen of bereidingen met uitzondering van die welke sub d) staan vermeld 
121 BOpslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen of bereidingen (voorzien van een gevarenaanduiding H) die niet in een andere rubriek zijn opgenomen, met een totale capaciteit op de site:2
 - van meer dan 1.000 tot en met 5.000 kg voor als ontvlambaar, schadelijk of irriterend beschouwde stoffen of bereidingen met uitzondering van die welke sub d) staan vermeld
  
 
 - van meer dan 300 tot en met 1.000 kg voor andere stoffen of bereidingen met uitzondering van die welke sub d) staan vermeld 
121 COpslagplaatsen voor gevaarlijke stoffen of bereidingen (voorzien van een gevarenaanduiding H) die niet in een andere rubriek zijn opgenomen, met een totale capaciteit op de site:1B
 - van meer dan 5.000 kg voor als ontvlambaar, schadelijk of irriterend beschouwde stoffen of bereidingen met uitzondering van die welke sub d) staan vermeld
  
 
 - van meer dan 1.000 kg voor andere stoffen of bereidingen met uitzondering van die welke sub d) staan vermeld
  
 
121 DOpslagplaatsen met een totale capaciteit op de site van meer dan: 100 kg arseentrioxide, arseen (III) zuur of de zouten daarvan, 10 kg poedervormige 4,4-methyleen-bis (2-chlooraniline) en/of de zouten daarvan, 150 kg methylisocyanaat, 300 kg kooloxychloride (fosgeen), 200 kg arseentrihydride (arsine), 200 kg fosfortrihydride (fosfine), 1 kg polychloordiben-zofuranen en polychloordiben-zodioxinen (met inbegrip van TCDD, uitgedrukt in TCDD-equivalent), 1 kg van de volgende carcinogenen: 4-aminobifenyl en/of de zouten daarvan, benzidine en/of de zouten daarvan, di(chloormethyl)-ether, chloormethyleter en methyleter, dimethylcarbamoylchloride, dimethylnitrosamine, hexamethylfosforzuurtriamide 2-naftylamine en/of de zouten daarvan en 1,3-propaansultan 4-nitrodi-fenyl1B
123 AOpslagplaatsen voor ruwe minerale producten (met uitzondering van asbest), niet-energetische mineralen, met een totale voor opslag bestemde capaciteit op de site: van 100 tot en met 1.000 m22
123 BOpslagplaatsen voor ruwe minerale producten (met uitzondering van asbest), niet-energetische mineralen, met een totale voor opslag bestemde capaciteit op de site: groter dan 1.000 m21B
126 AWerkplaatsen voor de bereiding, het conditioneren of het formuleren van farmaceutische producten of cosmetica (met uitzondering van apotheken) met een drijfkracht: van 2 tot en met 20 kW2
126 BWerkplaatsen voor de bereiding, het conditioneren of het formuleren van farmaceutische producten of cosmetica (met uitzondering van apotheken) met een drijfkracht: groter dan 20 kW1B
133 ABijenkorven voor 3 tot 4 productieve bijenkolonies3
133 BBijenkorven voor 5 tot 15 productieve bijenkolonies2
133 CBijenkorven voor meer dan 15 productieve bijenkolonies1B
138 AWerkplaatsen voor elektrostatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen2
 Werkplaatsen voor mechanisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen
  
 
 Werkplaatsen voor aanbrengen van bedekkingsmiddelen met spuitbussen
  
 
138 BWerkplaatsen voor pneumatisch aanbrengen van bedekkingsmiddelen (met uitzondering van spuitbussen)1B
146 BSchietstanden en -terreinen voor vuurwapens (inclusief kleiduifschieten)1B
149Industriële inrichtingen bestemd voor de productie van stoom en warm water (in de zin van richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieu-effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten), die niet in een andere rubriek opgenomen zijn1B
150 ATentoonstellingsruimten, al dan niet overdekte opslagplaatsen voor nieuwe motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagen, bestelwagen, vrachtwagen, autobussen, ...) met uitzondering van al dan niet overdekte parkeerterreinen, met: 3 tot en met 10 parkeerplaatsen3
150 BTentoonstellingsruimten, al dan niet overdekte opslagplaatsen voor nieuwe motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, ...) met uitzondering van al dan niet overdekte parkeerterreinen met: 11 tot en met 50 parkeerplaatsen2
150 CTentoonstellingsruimten, al dan niet overdekte opslagplaatsen voor nieuwe motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, ...), met uitzondering van al dan niet overdekte parkeerterreinen, met: meer dan 50 parkeerplaatsen1B
151 ATentoonstellingsruimten, al dan niet overdekte opslagplaatsen voor gebruikte en afgedankte motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, ...), met uitzondering van al dan niet overdekte parkeerterreinen, met: 3 tot en met 50 parkeerplaatsen2
151 BTentoonstellingsruimten, al dan niet overdekte opslagplaatsen voor gebruikte en afgedankte motorvoertuigen (motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, ...), met uitzondering van al dan niet overdekte parkeerterreinen, met: meer dan 50 parkeerplaatsen1B
156Werkplaatsen voor de industriele mechanische bewerking van glas of glazen voorwerpen (polijsten, schuinslijpen, graveren, ontglazen, matslijpen), met een aandrijfkracht groter dan 20 kW2
 Bewerkingen waarbij het onder druk zandstralen of fluorzuur wordt gebruikt
  
 
160 ALuchtvaartterreinen: plaatsen (desgevallend met inbegrip van gebouwen, inrichtingen en uitrusting) die bestemd zijn om, geheel of gedeeltelijk, te worden gebruikt voor de aankomst en het vertrek van luchtvaartuigen: waarop het aantal wekelijkse bewegingen steeds lager ligt dan of gelijk is aan 201C
HOOFDSTUK 4. - Invoeren van termen in de rubrieken

Art.6. De volgende termen worden ingevoegd in de aangegeven rubrieken:
  1° in rubriek 12 A worden vóór het woord "voertuigen" het woord "motor" en na het woord "voertuigen" de woorden "(met uitzondering van boten)" ingevoegd.
  In dezelfde rubriek worden na het woord "hogedrukreiniger" de woorden "en het droog wassen" ingevoegd.
  2° In rubriek 12 B worden vóór het woord "voertuigen" het woord "motor" en na het woord "voertuigen" de woorden "(met uitzondering van boten)" ingevoegd.
  3° In de rubrieken 17 A en 17 B worden na het woord "asfalt" de woorden "met een totale capaciteit op de site van:" ingevoegd.
  4° In rubriek 20 B worden na het woord "hout" de woorden "en van hout afgeleide producten" ingevoegd.
  5° In rubriek 67 wordt na het woord "funeraria," het woord "mortuaria," ingevoegd.
  6° In de rubrieken 75 A, 75 B, 122 A, 122 B worden voor het woord "capaciteit" het woord "totale" en na het woord "capaciteit" de woorden "op de site" ingevoegd.
  7° In de rubrieken 77 A en 77 B worden na het woord "stoffen" de woorden "met een totale capaciteit op de site" ingevoegd.
  8° In de rubrieken 111 A en 111 B worden voor het woord "oppervlakte" het woord "totale" en na het woord "oppervlakte" de woorden: "op de site" ingevoegd.
  9° In de rubrieken 125 A en 125 B worden na het woord "cosmetica" de woorden "of farmaceutische producten (met uitzondering van apothekersopslagplaatsen)" ingevoegd.
  10° In de rubrieken 143 A en 143 B worden vóór het woord "Fabricage" de woorden "Werkplaatsen voor de" ingevoegd. De hoofdletter van het woord "Fabricage" wordt vervangen door een kleine letter.
  In dezelfde rubrieken worden na het woord "enz." de woorden "Werkplaatsen voor het mechanisch bewerken van textiel, spinnerijen, weverijen" ingevoegd.
  11° In rubriek 146 A worden na het woord "kermiskramen" de woorden "en schietstanden voor boog of kruisboog" ingevoegd.
  12° In rubriek 153 A worden na het woord "debiet" de woorden "per ventilator" ingevoegd.
  13° In rubriek 153 B worden na de woorden "(door extractie en pulsie)" de woorden "met uitzondering van ventilatoren die uitsluitend bestemd zijn voor het wegblazen van rook bij een brand" ingevoegd.
  In dezelfde rubriek worden na het woord "debiet" de woorden "per ventilator" ingevoegd.
  14° In de rubrieken 155 A en 155 B wordt na het woord "verf," het woord "lijmen," ingevoegd.

Art.7. De volgende referentienoten worden toegevoegd aan de volgende rubrieken:   1° (1) aan rubriek 12;   2° (2) aan rubriek 12B;   3° (3) aan rubriek 13 A en B;   4° (4) aan rubriek 14;   5° (5) aan rubriek 18 A en B;   6° (6) aan rubriek 25 A en B;   7° (7) aan rubriek 68 A en B;   8° (8) aan de rubrieken 106 A, 106 B, 106 C en 106 D;   9° (9) aan rubriek 133;   10° (10) aan rubriek 150;   11° (11) aan rubriek 151;   12° (12) aan rubriek 172;
Art.8. De volgende punten worden toegevoegd aan het vervolg van de tabel van bijlage van het besluit van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;
  (1) Voor de toepassing van rubriek 12 worden onder motorvoertuigen verstaan: motorfietsen, personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens, autobussen, trams, metro's en treinen. Deze rubriek is niet van toepassing op boten.
  (2) Voor de toepassing van rubriek 12B wordt de reiniging (aan de binnenzijde) van de koelbakken van voertuigen voor de levering van levensmiddelen niet als een carwash-inrichting beschouwd.
  (3) Voor de toepassing van rubrieken 13 A en 13 B worden onder motorvoertuigen verstaan: motorfietsen, personenauto's, bestelauto's, vrachtauto's, autobussen, trams, metro's en treinen (locomotieven en wagons) alsook tractoren en zelftrekkende grasmaaiers.
  (4) Voor de toepassing van rubriek 14 wordt onder "andere baden" verstaan: koude baden, jacuzzi's of bubbelbaden en alle soortgelijke andere baden waarin men kan baden. Rubriek 14 is daarentegen niet van toepassing op sauna's en hamams.
  (5) Voor de toepassing van de rubrieken 18 A en 18 B worden handgereedschappen zoals elektrische schroevendraaiers, boren, boormachines enz. niet in aanmerking genomen bij de berekening van de drijfkracht van de werkplaats. Luchtcompressoren zijn eveneens uitgesloten aangezien zij opgenomen zijn in rubriek 71.
  (6) Voor de toepassing van rubrieken 25 A en 25 B wordt onder wasserij verstaan: een inrichting waarin wasgoed wordt gewassen.
  (7) Voor de toepassing van de rubrieken 68 A en 68 B:
  - om de drempel te berekenen: worden alle parkeerplaatsen voor motorvoertuigen op de site (ongeacht hun afmetingen) als parkeerplaatsen beschouwd . Voorbeeld: 1 plaats voor een autobus, een vrachtwagen, een personenwagen, een motorfiets ... wordt dus steeds als één parkeerplaats beschouwd;
  - worden bromfietsen (< 50 cc) en elektrische fietsen niet in aanmerking genomen bij de berekening van de drempel voor deze rubriek;
  - wordt een autobewaarplaats als een opslagplaats (rubriek 151) beschouwd en niet als een parkeerterrein.
  (8) Voor de rubrieken 106 A, 106 B, 106 C en 106 D, worden de categorieën verstaan in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en van Verordening (EU) nr. 142/2011 van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009.
  (9) Voor de toepassing van rubriek 133 hebben de hierna opgesomde termen de volgende betekenis:
  - productieve kolonie: een kolonie die een bijenkorf bewoont;
  - tijdelijke kolonie: een kolonie die ontstaan is uit de splitsing van een productieve kolonie en die tijdelijk een "afleggerkast" bewoont. Een tijdelijke kolonie kan enkel aanwezig zijn van mei tot maart het volgende jaar. Er kan maximaal één afleggerkast per productieve kolonie zijn;
  - kweekkolonie: een kolonie die een bevruchtingskastje bewoont (mini-plus, apidea of soortgelijk) en die alleen bestaat uit de koningin en enkele honderden bijen.
  Alleen de productieve kolonies worden in aanmerking genomen bij de berekening van de drempel. Een bijenstal met 2 korven en 1 of 2 afleggerkasten wordt dus niet ingedeeld.
  (10) Voor de toepassing van rubriek 150:
  - om de drempel te berekenen: worden alle parkeerplaatsen voor motorvoertuigen (ongeacht hun afmetingen) als parkeerplaatsen beschouwd. Een plaats voor een autobus, een vrachtwagen, een personenwagen, een motorfiets ... wordt dus steeds als één parkeerplaats beschouwd;
  - worden plaatsen die uitsluitend voor bromfietsen (< 50 cc) en elektrische fietsen bestemd zijn, uitgesloten van rubriek 150 en worden zij dus niet in aanmerking genomen bij de berekening van de drempel.
  (11) Voor de toepassing van rubriek 151:
  - om de drempel te berekenen: worden alle parkeerplaatsen voor een motorvoertuig (ongeacht hun afmetingen) als parkeerplaatsen beschouwd. Een plaats voor een autobus, een vrachtauto, een personenauto, een motorfiets ... wordt dus steeds als één parkeerplaats beschouwd;
  - worden plaatsen die uitsluitend voor bromfietsen (< 50 cc), elektrische fietsen bestemd zijn en remises (parkings) voor treinen, trams en metro's, niet in aanmerking genomen bij de berekening van de drempel voor deze rubriek;
  - wordt een autobewaarplaats als een opslagplaats voor gebruikte voertuigen beschouwd en niet als een parkeerterrein.
  (12) Voor de toepassing van rubriek 172:
  - De golfterreinen, sportstadia, stadsparken, speelpleinen, dierentuinen en musea zijn uitgesloten van de rubriek 172.
  - De thematische tentoonstellingen, kermissen, jaarmarkten, circussen en andere attracties die zich tijdelijk vestigen op een site die niet specifiek voor dit doeleinde bestemd is, zijn uitgesloten van de rubriek 172.
  - De inrichtingen waarvan de oppervlakte kleiner is dan 1 ha zijn uitgesloten van de rubriek 172.

Art.9. Onderhavig besluit treedt in werking op 20 april 2019.

Art.10. Alle aanvragen voor milieuattesten, milieuvergunningen, verlenging en vernieuwing van milieuvergunning en alle aangiften die een ingedeelde inrichting betreffen waarvan de klasse gewijzigd is krachtens onderhavig besluit en die ten laatste op 19 april 2019 zijn ingediend, worden geldig onderzocht en de beslissing wordt geldig
  door de overheid genomen die op het moment van de indiening van de genaamde aanvraag of genaamde aangifte bevoegd was.

Art. 11. De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.