31 JANUARI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2013 houdende de voorwaarden voor het gebruik van parkeerplaatsen door operatoren van gedeelde motorvoertuigen
Art. 1-5
Artikel 1. Artikel 1 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2013 houdende de voorwaarden voor het gebruik van parkeerplaatsen door operatoren van gedeelde motorvoertuigen, zoals gewijzigd door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 april 2016 en door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2017, wordt aangevuld met de bepaling onder 18°, luidende:
"18° "Schoolvakantie": officiële schoolvakantie in het secundair onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap of van de Franse Gemeenschap."
Art.2. Artikel 4, § 1, 6° van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 april 2016 en door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2017, wordt aangevuld met de volgende zin:
"Indien de gebruiker de auto ophaalt vóór 1 januari 2023 in de periode vanaf de laatste vrijdag vóór het begin van een schoolvakantie tot en met de laatste vrijdag van een schoolvakantie, bedraagt de maximale gebruiksduur 168 uur."
Art.3. Artikel 19/2, § 1, 3° van hetzelfde besluit, zoals gewijzigd door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 april 2016 en door het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2017, wordt aangevuld met de volgende zin:
"Indien de gebruiker de auto ophaalt vóór 1 januari 2023 in de periode vanaf de laatste vrijdag vóór het begin van een schoolvakantie tot en met de laatste vrijdag van een schoolvakantie, bedraagt de maximale gebruiksduur 168 uur."
Art.4. Dit besluit treedt treedt in werking op 1 januari 2019.
Art. 5. De minister bevoegd voor Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.