23 JANUARI 2019. - Ministerieel besluit voor de toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot vermindering van de broeikasgasintensiteit van transportenergie
Art. 1-5
Artikel 1. Jaarlijkse rapportage
Met het oog op de toepassing van artikel 3, § 1, zesde lid, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot vermindering van de jaarlijkse broeikasgasemissies door transportenergie maakt de leverancier van transportbrandstoffen, en desgevallend de leverancier van elektriciteit voor wegvoertuigen, gebruik van het model van rapportage dat beschikbaar is bij de bevoegde overheid.
Art.2. Reductie van de broeikasgasintensiteit door het gebruik van elektriciteit als transportenergie
Met het oog op de toepassing van artikel 3, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot vermindering van de jaarlijkse broeikasgasemissies door transportenergie dient de tot verbruik uitgeslagen hoeveelheid elektriciteit aangetoond te worden aan de hand van een eenduidig bewijs van de hoeveelheid elektriciteit die gebruikt werd om deze voertuigen op te laden. Het eenduidig bewijs omvat minstens de identificatie van het laadpunt samen met de geleverde volumes op dat laadpunt.
Art.3. Overdrachts- en ontvangstverklaring van emissiereducties
Met het oog op de toepassing van artikel 3, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot vermindering van de jaarlijkse broeikasgasemissies door transportenergie maakt de leverancier gebruik van het model van bewijs van overdracht en ontvangst van VER's (verworven emissiereducties) en OER's (overgedragen emissiereducties) dat beschikbaar is bij de bevoegde overheid.
Art.4. Bewijs van overdracht van gecertificeerde stroomopwaartse broeikasgasemissiereductie's (GSER's)
Met het oog op de toepassing van artikel 3, § 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot vermindering van de jaarlijkse broeikasgasemissies door transportenergie maakt de leverancier gebruik van het model van bewijs van overdracht van GSER's dat beschikbaar is bij de bevoegde overheid.
De leverancier bezorgt het bewijs van overdracht van GSER's aan de bevoegde overheid.
Art. 5..
§ 1. Met het oog op de rapportage volgens artikel 3, § 1, derde lid, 2°, van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot vermindering van de jaarlijkse broeikasgasemissies door transportenergie dient de leverancier uiterlijk op 1 februari 2021 per aangetekend schrijven bij de bevoegde overheid een aanvraag in tot attestering van de duurzaamheid van de GSER's.
De aanvrager bezorgt zijn aanvraag vergezeld van de duurzaamheidsanalyse aan de bevoegde overheid.
Het model voor de duurzaamheidsanalyse is beschikbaar bij de bevoegde overheid.
De bevoegde overheid notificeert uiterlijk twee weken na ontvangst van de aanvraag tot attestering van de duurzaamheid van de GSER's aan de aanvrager of het dossier ontvankelijk en volledig is.
In het geval dat de aanvraag tot duurzaamheidsattestering niet ontvankelijk of volledig bevonden werd, heeft de aanvrager eenmalig twee weken de tijd om een ontvankelijk en volledig dossier in te dienen.
De bevoegde overheid deelt uiterlijk één maand na notificatie van ontvankelijkheid en volledigheid per aangetekend schrijven haar beslissing aangaande de duurzaamheid van de GSER's mee aan de aanvrager.
§ 2. Met het oog op het gebruik van GSER's zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 29 juni 2018 tot vermindering van de jaarlijkse broeikasgasemissies door transportenergie, bijlage 1, Deel 1, 3., d), i), 1, stelt de bevoegde overheid uiterlijk op 31 december 2020 de lijst van de door de Minister goedgekeurde certificatiesystemen ter beschikking.